op waren getrokken voor de start en nu recht achter het op volle toeren draaiende sleeptoestel meereden. Binnenin de Horsa zag hij vanwege de duisternis bijna niets meer. Er leek geen eind te komen aan die startbaan!
Achter de Handley Page Halifax 5-bommenwerper van Flight-Officer Archibald kwam de zwarte Horsa Chalk 96 van de dunbesnorde zweefpiloot Roy Howard en co-piloot Fred Baacke als laatste zweeftoestel met een ruk los van de startbaan, eveneens hevig schommelend vanwege overbelading door heimelijk teveel meegebrachte munitie. Door de kleine ronde raampjes van de voorafgaande Horsa’s hadden de mannen van Howard talrijke bommenwerpers kunnen zien staan die, zoals zij wisten, het ‘invasie’-front onder handen zouden nemen. (http://www. search.eb.com/normandy/pri/Q00257.html, 1; cf. maj. Howard, in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6:’and [the six gliders] crossed the Channel in company with an enormous fleet of heavy bombers on one of their usual raids’) Niettemin troffen de tweelingbroers Larkin, geniesoldaten in de zesde Horsa, hun toestel geblindeerd aan en er was binnenin geen enkel licht toegestaan. (M.W.Bowman, Terugblik op D-Day, 53) Langs de startbaan werd Compagnie D uitgewuifd door weinig geüniformeerde mensen. John Howard had alleen de rustige kolonel Mike Roberts zien staan. Andere Top Brass (hoge officieren) van het 2e Bataljon ‘Ox and Bucks’, het GPR en de RAF schitterden echter door afwezigheid. (D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 34 herinnerde zich foutief anders.)
Mannen werden zwijgzamer. Binnenin de tweede Horsa merkte Harry Clark een gespannen stilte op. (http://www.britisharmedforces.org/ns/ns/nat harry clark.htm, 4) Leden van Compagnie D die daartoe in staat waren geweest, hadden vanachter hun ronde raampjes echter ook quasi opgetogen teruggezwaaid naar bedremmelde afscheidnemers:‘Hello! Hello!’ (Wally Parr, in: http://www. france-ouest.com/dossiershtm/debarquement/96d.htm, 1) of hadden vast uit alle macht gezongen om zowel hun spanning de baas te worden als tevens de ‘hoge heren’ eens te laten horen waarom zij juist déze fiere compagnie hadden uitverkozen voor déze speciale missie. Aldus deed het 1e Peloton. (D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 34) De lang verwachte D-Day en de strijd om Normandië waren met hen daadwerkelijk van start gegaan.
Afscheid van een Horsa door Britse militairen op of na D-Day, 6 juni 1944, want geschilderde ‘invasie’-strepen zijn zichtbaar. De verende skid (landingsski) tussende wielen van het onderstel is goed te zien.
De dikke touwkabel zat in de vorm van een Y met een meter of honderd in lengte bevestigd aan de staart van het Halifax-sleepvliegtuig en onder aan de beide vleugels bij het ondergestel van het grote Horsa-zweeftoestel. Voor Jimmy Wallwork en zijn collega-zweefvliegers loerden de grootste gevaren allereerst bij het opstijgen en het allerlaatst bij landen. Eigenlijk bestond er helemaal geen zekerheid in dit vak. Enige honderden kilo’s overgewicht. Was de stuwing van het toestel wel in orde? Boven het Engelse Kanaal altijd verraderlijk weer, zelfs in de zomerperiode. Zou die sleepkabel het houden, ondanks het overgewicht? (N.b. Piloot Phil A. (‘Bruce’) Hobbs die de tweede Horsa naar de kanaalbrug bij Bénouville vloog, zou op 17 september 1944 boven het Kanaal met zijn passagiers -een mitrailleurpeloton van het 7e King’s Own Scottish Borderers– in het zeewater terechtkomen, omdat dadwerkelijk de sleepkabel brak. Alle militairen werden gered.) En daarbij, zou die ingevlochten glasvezelintercom blijven werken? Dikwijls waren ze uitgevallen of werkten helemaal niet, zo had Jim Wallwork vernomen van collega’s. Zou de sleepkabel wel normaal losschieten wanneer de copiloot de handle zou hanteren? En als hij losschoot, zou hij niet iets beschadigen?
Wallwork was nooit een ‘prater’ geweest, nu viel hij helemaal stil. Hevige windvlagen rukten aan zijn Horsa. Kletterende regen op het perspexglas van de ruime, maar alleen met het allernoodzakelijkste ingerichte cockpit. Vervloekt dichte bewolking vooruit. Houdt de sleepkabel het? Blijft de Horsa op het correcte spoor, even boven het sleeptoestel? Desnoods eronder, maar nooit, nooit op gelijke hoogte erachter. Eenmaal op kruishoogte zou het zweefvliegtuig zich stabiliseren, áls alles goed ging. Luchtzakken binnenin de bewolking deden zich voelen. De Horsa kraakte in zijn houten voegen. Moet hij kunnen hebben, maar houdt die verdomde kabel het? Hij hield….
Het opstijgen van de zes zwaarbeladen Horsa’s verliep, vooral dankzij de grote technische kunde van de zweefvliegtuigpiloten, zonder ongelukken. Alle intercoms werkten. Het zicht verbeterde, nadat zij door het laaghangende wolkendek waren gesleept. (Dat het anders had kúnnen gaan, bewijst het volgende voorbeeld. Vanwege overbelading én een vluchtcorrectie van zweefvliegtuigpiloot sergeant Baldwin was deze zelfde nacht de sleepkabel van een Horsa die juist was opgestegen van Brize Norton, geknapt. Hij diende het 9e Parachutistenbataljon van kolonel Otway te vervoeren naar de kustbatterij van Merville. De betreffende Horsa-piloot was gedwongen weer in Engeland te landen, op een ander, rustiger vliegveld. Ook in november 1942 is een Horsa-sleepkabel gebroken boven Noorwegen, maar toen was het zeer slecht weer en was zelfs ijsafzetting op de kabel gezien. De Horsa crashte. (Zie de DVD nr. 3 met De echte helden van Telemark uit de serie BBC Secrets of World War II. (Just Entertainment. 2008))
De meeste zweefvliegtuigpiloten en de bommenwerperbemanningen hadden hun vuurdoop hetzij boven Noord-Afrika, hetzij boven West- of Zuid-Europa reeds gehad. De landing van Horsa’s voor de strijd op Sicilië was bijna op een ramp uitgelopen, maar Richard Gale had feitelijk geen andere optie gehad dan de inzet van zweefvliegtuigen voor déze klus. Geen der gespannen manschappen van Compagnie D, inclusief hun commandant, had echter ooit aan daadwerkelijke strijd deelgenomen. (Harry Clark in http://www. britisharmedforces.org/ns/ns/nat harry clark.htm, 4. Vgl. ook de gebroeders Larkin, in M.Bowman, Terugblik op D-Day, 53) De eerder uit een zweefvliegtuig gedeserteerde Engelse soldaat zou dan ook niet de enige blijven die zich die nacht op het laatste moment uit pure angst zou onttrekken aan de strijd met de Duitsers.
Horsa-glider na opstijgen op sleep achter een Halifax-bommenwerper. (Still uit de film De slag om de Schelde/The Forgotten Battle)
Zodra Glider Chalk 91 (Nr.1) van de baan los was gekomen, overviel de eveneens bange, jeugdige soldaat Edwards een onverklaarbare sensatie. Er was nu geen weg terug meer. Hij kreeg zin in de strijd, enthousiasme kreeg de overhand op pure doodsangst. Hij gaf zich over aan het onvermijdelijke en begon te genieten van de vliegtrip. (D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 35; A.Williams, D-Day to Berlin, 2) In Chalk 92 en ongetwijfeld in andere Horsa’s ook bleven de mannen de eerste tien minuten behoorlijk zwijgzaam. (http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry-clark.html, 3; Clark in: http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/*printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 5) In de achterste Chalk 96 bleven zij dat tijdens de vlucht overwegend. (Gebroeders Larkin, in: M.W.Bowman, Terugblik op D-Day, 53) Kapitein Brian Priday, vooraan aan bakboord gezeten in Horsa Chalk 94, had goed zicht vanuit de cockpit en bleef na het veilig opstijgen vergeefs door de vensters in de schemering kijken of hij één der andere combinaties kon zien, totdat totale duisternis dat verder onmogelijk maakte. (Priday, in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 8)
Horsa-piloot in formatievlucht. (Still uit film De slag om de Schelde/The Forgotten Battle)
Halifax en Horsa-sleepcombinatie voorzien van invasion stripes. (Computer artwork)
5 juni 1944, D -1, late avond: brigadegeneraal Poett en parachutisten-terreinmarkeerders vertrekken naar Ranville
Om 23:03 uur (Britse tijd) vertrok brigadegeneraal Nigel Poett, comman–dant van de 5e Parachutistenbrigade van de 6e Luchtlandingsdivisie, samen met 59 terreinmarkeerders (Pathfinders) van de 22e Zelfstandige Parachutis–tencompagnie die de dropzones tussen de Orne en de Dives bij Ranville dienden te markeren met de geavanceerde Rebecca-radarbakens, seinlampen en lichtkogels ten bate van de hoofdmacht van de volgende 5e Parachutis–tenbrigade en voorts voor de gehele divisie. Zijn groep bestond uit zes ver–ouderde en kleine Albemarle-bommenwerpers die opstegen van het Zuid-Engelse RAF-vliegveld Harwell. Elk toestel bevatte een ‘stick’ van tien pa–rachutisten. Poetts hoofdmacht van de 5e Parachutistenbrigade zou later volgen in grote Short Stirling-bommenwerpers van de 196 en 299 Squadrons vanaf RAF-vliegbasis Keevil in het Zuid-Engelse Wiltshire. (Turner, Invasie ’44, 144; D.Howarth, Het epos van D-Day, 36)
5 juni 1944: reeksen Short Stirling Mk.IV-bommenwerpers van 196 en 299 Squadrons staan gereed op RAF-vliegveld Keevil, Wiltshire om de hoofdmacht der parachutisten van de 5e Parachutistenbrigade van Nigel Poett in te laden voor vervoer naar de graanvelden van Ranville. Na de inname van de beide bruggen zou de tijdelijk onafhankelijk opere–rende Compagnie D ‘Ox and Bucks’ook onder bevel van brigadegeneraal Nigel Poett vallen. RAF-fotograaf Flight Officer N.S.Clark schoot de plaat. Coll. IWM, Londen, inv. CH13298.(https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Short_Stirling_Mk_IVs_of_Nos._196_and_299_Squadrons_RAF_lining_the_runway_at_Keevil_in_Wiltshire,_before_emplaning_paratroops_of_the_5th_Parachute_Brigade_Group_for_the_invasion_of_Normandy,_5_June_1944._CH13298.jpg)
Hoofdstuk 76.
5 juni 1944, D -1, late avond: Feldwebel Hickmann van een parachutistenregiment passeert kanaalbrug richting Ouistreham
Deze bewolkte zomeravond was Feldwebel (sergeant) Heinz Heinrich Hickman behorende tot een eenheid van het 6e Zelfstandige Fallschirm–jäger-regiment dat als parachutistentroep in Normandië echter slechts infanterie- en observatietaken deed, door zijn overste op het nieuwe hoofdkwartier in Bréville bevolen vier jonge soldaten die de gebruikelijke observatiedienst aan de kust bij Ouistreham hadden gedaan, af te halen en naar het hoofdkwartier ten oosten van de rivier de Orne terug te brengen.
Niet complete kaart met geplande landingsterreinen (LZ) en parachuteringsterreinen (DZ) van de Britse 6th Airborne Division. Bréville waar o.m. Feldwebel Hickmanns eenheid zich bevond, ligt ongeveer in het midden, net boven de rode aanduiding 9 Para Bn. N.b. 1 SS Bgd (oranje) beduidt 1st Special Service Brigade, een Britse Commando-brigade.
Hickmann en zijn chauffeur waren rond 22:00 uur Duitse (23:00 Britse) tijd daartoe uit Bréville vertrokken in een open stafauto, over Ranville en de Or-nebrug, westelijk in de richting van Bénouville en hielden halt bij de grijze kanaalbrug met de karakteristieke bovenbouw. De weg aan deze zijde was niet afgezet met prikkeldraad. Zoals gewoonlijk was het brugdek neerge–laten. (Voor deze belangrijke kwestie van het neergelaten brugdek zie N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 299 Ch.5, n.16 en vooral H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 13:’Nachts war gemäß der deutschen Anordnung jeglicher Schiffsverkehr untersagt; die Hebebrücke mußte herabgesenkt bleiben.’ Info wel verkregen van Helmut Römer en/of Erwin Sauer.)
Hoe Feldwebel Heinrich Heinz Hickmann de rolhefbrug opreed, komende over de D 514 vanaf Bréville naar Bénouville in het westen. Links café Gondrée; onder de brug door kan men links zien dat het kalkleem–plateau ca. een meter hoog helt. Daarin lag één schuttersput uitgehakt die in de avond van 5 juni 1944 onbemand was, evenals die van het antitank-kanon. De kogel- en granaatgaten in de achterkant van de bovenbouw stammen van ná 5 juni 1944. De zandzakken die bovenop de watertoren rechts hadden gelegen zijn weggehaald. Foto van vlak na de bevrijding.(https://www.google.com/imgres?imgurl=https%3A%2F%2Fi.pinimg.com%2Foriginals%2F96%2Fd8%2F86%2F96d886e0de0848ef14011046bc5a18 )
Er gold wel een avondklok (Sperrzeit), maar geen alarmtoestand meer. De beide Normandische bejaarde burgerwachten waren op dit moment níet op de brug te zien. Hickmann en diens chauffeur legitimeerden zich geduldig bij de dienstdoende jonge geüniformeerde avondwacht, Helmut Römer dan wel Erwin Sauer. Na de vluchtige blik van de vermoeide Duitse wacht, nam Hickmann zijn officiersboekje weer in ontvangst en salueerde beleefd terug. De auto reed de Hebebrücke over het kanaal op. Aan de overzijde keek de andere wachtpost in Duits uniform de officierswagen na. Rechts over de ka–naalbrug lag naast de weg een licht verplaatsbare prikkeldraadversperring gereed. Hickmanns chauffeur reed de iets naar links afbuigende weg verder af langs enkele lage huizen ter rechterzijde ervan en het met gras begroeide hogere kalkplateau links, passeerde ten laatste de naar rechts afbuigende na–tuurstenen muur vóór het monumentaal-Normandische huis dat lokaal be–kend stond als dat van het kleine gezin Gervais, en sloeg op de ongelijke viersprong tegenover het laag ommuurde gemeentehuis van Bénouville rechtsaf om vervolgens de deels met bomen omzoomde, afhellende weg noordelijk naar het dorpje Le Port en de haven- en strandplaats Ouistreham-Riva Bella een paar kilometer uit te rijden. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 15; 19. Voor Vern Bonck als één der Poolse wachtposten tot 22:00 uur (waarschijnlijk Duitse) tijd vóór wachtposten Römer en Sauer, zie: H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 83. De naam van het gezin dat aan de kruising woonde in het Normandische huis in de oorlogsperiode (vóór familie Morin het overnam in de jaren ’50 waarna het bekend werd als maison Morin tot aan de sloop ervan in mei 2019) wordt slechts vermeld in: https://actu.fr/normandie/benouville_14060/pres-caen-maison-morin-cote-pegasus-bridge-vit-derniers-jours_21468700.html; https://www.dday-overlord.com/forum/viewtopic.php?t=10514)
Het laat-19e eeuwse huis met latere dwarsaanbouw van het gezin Gervais aan de vorkwegkruising (later rotonde) aan de D514 in Bénouville op de westelijke kanaaloever in de oorlogsperiode. (Vanaf de jaren ’50 lokaal bekend als mai-son Morin.) Het lag pal tegenover het gemeentehuis, maar is heden als overgebleven ruïne afgebroken op last van de burgemeester sinds mei 2019. Op de foto is de muur van veldkeien en de bomentuin al verdwenen. Komende vanaf de kanaalbrug heeft Heinz Hickmann het pand als op de foto gezien. (https://actu.fr/normandie/benouville_14060/pres-caen-maison-morin-cote-pegasus-bridge-vit-derniers-jours_21468700.html)
De oorspronkelijke weg naar Le Port gezien vanaf de voormalige viersprong en het monumentale hoekpand (rechts vóór) dat in de oorlog werd bewoond door de familie Gervais (vanaf jaren ’50 van de vorige eeuw bekend als maison Morin) in Bénouville. Het huis is afgebroken sinds mei 2019. In de late jaren ’90 van deze eeuw resteerde nog een stuk originele tuinmuur. Achter dit pand hielden Duitsers van het 736e Grenadiersregiment in een kleine garage o.m. een bevoorradingspost. De weg vooraan is de voormalige D514, de huidige Avenue Kieffer. Rechts leidt hij naar de kanaalbrug (uit beeld). Het pad langs de tuinmuur was in de oorlog de oude weg aan de vorkkruising noordelijk leidend naar Le Port en verder naar Ouistreham aan de kust.(Eigen foto, zomer 1998)
Tenslotte kreeg hij vanaf de weg gezien links, vóór het duinvormende strand, uitzicht op de zeventien meter hoge betonnen observatie-, communicatie- en vuurgeleidingsbunker van waaruit men bovenin door een smalle sleuf met een breedveldtelescoop het Kanaal zo’n vijftig kilometer ver kon overzien. De bouw van de zes etages en 17 meter hoge kolos was pas begonnen in september 1943 en half november daarop reeds voltooid. Het duurde echter nog tot juni 1944, voordat het geheel naar behoren was ingericht. Om de bunker heen was het gebied genivelleerd en versterkt, op twee oudere vakwerkhuizen aan de noordoostzijde na. Hier moest Heinz Hickmann zijn jonge rekruutpassagiers voor hun observatiedienst afzetten. (Deze observatiebunker is thans ingericht als een Atlantik Wall-museum (Musée le Grand Bunker) en heeft een eigen website met foto’s uit de oorlogsperiode)
De observatiebunker in Ouistreham na de bevrijding. Het hele kustterrein hier stond vol Duitse verdedigingsstellingen en versperringen . Het Normandische pand dat naast de hoge bunker staat is vanwege de geallieerde beschietingen vóór en op D-Day zijn dakbedekking kwijtgeraakt. Tegenwoordig is dit terrein een geheel bebouwde woonwijk.(http://museegrandbunker.com/en/the-museum)
Duitse observatiebunker (in cirkel) in Ouistreham. Vooraan Duitse mitrailleur- en geschutsopstellingen (Tobruk) die worden opgeruimd. Foto van ca. 1950-1960. Links staan al nieuwbouwwoningen. Het hele gebied rond de hoge bunker is thans volgebouwd en de hoge bunker een museum geworden.(http://museegrandbunker.com/en/the-museum )
Observatie– en comunicatiebunker te Ouistreham, gefotografeerd na de bevrijding. Dagen na D-Day bleken er nog tientallen Duitsers hun toevlucht in te hebben gezocht, nadat een Canadese officier met explosieven de zware metalen toegangsdeur had laten forceren. De sleuf bovenin stond op zee gericht. Thans Musée Le Grand Bun-ker .
Huidig uitzicht op zee vanuit de hoge observatiebunker in Ouistreham. In de oorlogsperiode ontbrak de moderne bebouwing en stond het terrein vol bunkers (onder meer onder het afgebroken casino!), mitrailleur- en geschuts–opstellingen en strandobstakels.(http://museegrandbunker.com/en/the-museum)
Observatiebunker van Ouistreham, Funkraum heringericht.(Naar: https://www.communes.com/photo-ouistreham,167354)
Veel authentieke uitrusting uit de grote Duitse observatie- en communicatie-Bunker in Ouistreham is in museum Le Grand Bunker bewaard gebleven en samen met realistisch ogende modellen uitgestald.
Op het Kanaal had alles rustig geleken, alleen waren over het kustgebied heen wederom vijandelijke bommenwerperformaties gesignaleerd.
De rolhefbrug is geopend en wel door vaste brugmeester monsieur Auguste Niepceron in juli 1944. Het Duitse 5 cm.-kanon (in cirkel) staat nog op de oorspronkelijke plek in de Tobruk-put of Ringstand en zonder de moderne railing. Middenachter: het stoomtramstation van Bénouville en café Picot daarachter. Beide zijn gesloopt. (Foto: H.K.von Keusgen. Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 22)
5 juni 1944, D -1, avond: Duitse verdedigingssituatie bij de Ornebrug te Ranville
Rechts over de Ornebrug bij Ranville, bekeken vanuit de richting van Bé–nouville, op de zuidoostelijke oever van de rivier, bevond zich een Duitse uitkijkpost met een luchtafweermitrailleur gebouwd op vier houten paaltjes. Deze miezerige avond was hij onbemand. Aan de overzijde van de weg bevond zich op de oever een mitrailleursnest beschermd door zandzakken. Het wapen stond westelijk gericht op de weg en het aangrenzende natte weiland waar wat koeien bijeen lagen in de beschutting van de bomenrij. Vast opgesteld verdedigingsprikkeldraad was er afwezig, waarschijnlijk omdat zowel veldmaarschalk Rommel als majoor Schmidt het grotere gevaar verwachtten vanuit het westen, níet vanuit oostelijk Ranville. Dag en nacht werd de rivierbrug wel gekruist door twee Duitse Pendel–schildwachten.
Franse bejaarden ingezet als gijzelaar-Hilfsgendarme bij beide bruggen
Op diezelfde oever stonden twee kleine huizen. In het linker, noordoostelijke huis, te bereiken via het aflopende oeverpad, was een café gevestigd en daar woonde nu een fragiel, bejaard echtpaar dat niets moest hebben van de bezettende Boches. (Voor een oude ansichtkaart uit het begin van de 20e eeuw die dit huis (toen nog restaurant Yvon) toont, zie Historica 34. Normandie 44 (1993), 20 boven) Het rechter, zui–delijker huis was ooit de woning van de toenmalige brugwachter en stamde uit de periode dat ingenieur Eiffels pont tournant nog werkelijk draaide. De–ze woning was gevorderd door de Duitse Wehrmacht ten bate van twee op–geroepen Franse burgerwachten, bejaarde mannen. Een schildwachthokje stond naast het caféhuis bij de brugoprit om hen te kunnen beschutten te–gen slecht weer en felle zon. In de voormalige brugwachterswoning sliepen de opgeroepenen tussen de diensten in. Het was sinds februari 1942 daar–toe ingericht met wat eenvoudige, ruwe blankhouten meubels afkomstig uit de Duitse posten bij de rolhefbrug van Bénouville. Verder stond er een fles petroleum en hing er een stormlantaarn (Voor een autentieke inventarisatienota hiervan, zie Historica 34. Normandie 44 (Bayeux, 1993), 20, midden)
Inventaris van de poste de garde aan de Ornebrug bij Ranville en herkomst ervan, ondertekend door burgemeester Rohan van Ranville op 24 februari 1942. Rechts bovenaan staat dat enige spullen uit de Duitse post aan de ka-naalbrug bij Bénouville afkomstig waren. (Historica. Normandie 44 (Éditions Heimdal. Bayeux, 1993), 20)
In hun lager dan de brugweg gelegen tuin was een schuilplaats in de bodem uitgehakt en gebetonneerd. Deze liep vanuit de tuin onder de weg door in noordelijke richting. Op deze natte, winderige avond van de 5e juni hadden de 59-jarige Normandiër Adolphe Houlbey en de 67-jarige Pierre Avice ver–plichte burgerwachtdienst als zogenaamde ‘Hilfsgendarme’ bij de Ornebrug. (Deze Adolphe Houlbey is níet te verwarren met de militair Adolphe Jules Célestin Houlbey die was geboren in 1914 in Ranville en in 1942 in Caen stierf en voor wie zie: https://geneafrance.com/france/mplf/?mplf=1514647.) Hun dienst was om 20:00 uur Frans-Duitse (21:00 Britse) tijd aangevangen en zou eindigen op 6 juni om 06:00 uur ‘s ochtends, lokale tijd. Dat betekent dat zij veel meer uren aaneengesloten dienst deden dan zowel de Duitsers als de Polen voor wie twee uren achtereen wachtlopen gold. De beide oudere burgers liepen door de motregen vanuit Ranville naar hun betonnen schuil-‘kelder’. De 19-jarige George Avice kwam geregeld zijn dienstdoende va–der, Pierre Avice, bezoeken op de brug, wanneer hij tenminste zelf verlof had. De jongen had gedwongen arbeid meoeten verrichten voor de Orga–nisation Todt. Hij was één van de betonstorters geweest op het emplacement van de batterij met vier geschutsbunkers bij Merville. (Cf. H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 25 vv. die er niet bij vertelt dat er ook gedwongen arbeid werd verricht. Merville zou deze nacht worden aangevallen door een eenheid Britse parachutisten en zweefvliegtuigen onder leiding van de strenge, door zijn mannen weinig geliefde, maar zeer kundige, doortastende en moedige kolonel Terence Otway. George Avice was níet op de hoogte was van deze aanval.) Omdat hij dit werk deed, kon hij niet worden opgeroepen voor arbeid in Duitsland via de gehate STO, Service du Travail Obligatoire. Thans was de jonge George tijdelijk werkeloos. Zijn huidige werkplek bij Colleville-sur-Mer aan de kust, eveneens ‘een ge–schutscomplex’, was namelijk gebombardeerd door de geallieerden.
Colleville-sur-mer zou gaan behoren tot Omaha Beach (‘bloody Omaha’) als Ameikaans landingsstrand op D-Day waar o.m. verschillende bunkers en tobruks aanwezig waren (WN 60, 62 en 65) en hoog gelegen.(https://www.strijdbewijs.nl/normandie6/noreng6.htm)
De Duitsers hadden daarop het bouwterrein afgesloten en waren op zoek gegaan naar lijken en gewonden. Er waren geen Normandische arbeiders bij waar–voor het verzet had gezorgd. De arbeiders waren vantevoren gewaarschuwd voor het geallieerde luchtgevaar en uitgeweken naar St.–Aubin d’Arquenay, zoge–naamd ‘op zoek naar ontbrekende betonmolens’. Zoon George Avice zat deze avond echter thuis in Bas-de-Ranville, een wijk van het conglomeraat Ranville. Zijn bejaarde vader deed vanavond dienst bij de Ornebrug. Voor de Britse aanval die dáár zou worden uitgevoerd, waren de Avices door niemand gewaarschuwd.
5 juni 1944, D -1, late avond: Duitsers op nachtoefening bij Ranville
Ter hoogte van het monumentale Château Bruder in Ranville waarin op dit moment een Duits hoofdkwartier was ondergebracht, werden ’s avonds de 28-jarige landbouwer Félix Picot en de 18-jarige naaister Paulette Fabre door Duitse militairen staande gehouden bij een onverwachte wegcontrole. Het was rond 22:00 uur Duitse tijd (23:00 Britse zomertijd). Zij vroegen zich af wat er gaande was. Een van de talloze Duitse oefeningen? Of was er weer een vliegtuig neergestort en zochten de Boches geallieerde vliegers? Ze wer–den evenwel doorgelaten na het tonen van hun Ausweis. (Genoemde Félix Picot uit Ranville is niet te verwarren met dhr. Félix Hyacinthe Picot uit Ranville die werd geboren op 6 oktober 1920 en stierf te Amfreville in 1997. Het is nog immer onbekend of Château Bruder misschien het hoofdkwartier van majoor Hans Schmidt, bevelhebber van de I. Abteilung, Grenadier-Regiment 736 betrof, van een andere eenheid van dit regiment behorende tot de 716e Infanteriedivisie of van één van de 21e Panzerdivisie.)
Château Bruder te Ranville op een ansichtkaart uit het begin van de 20e eeuw. (http://villesducalvados.free.fr/01ranville.htm)
Château Bruder aan de huidige Rue géneral de Gaulle in Ranville. Het 19e eeuwse gebouw is gerestaureerd na de oorlog. Het diende zowel tot een Duits militair hoofdkwartier als vanaf D-Day tot één der Britse militaire veldhospitalen van de 6e Luchtlandingsdivisie. Recente foto.(https://tourisme.aidewindows.net/ranville.htm)
In het park achter het door de Duitsers gevorderde Château du Mariquet van burgemeester comte Louis Rohan-Chabot in Ranville heerste bedrijvigheid, want om deze tijd bereidde het garnizoen ter grootte van een compagnie zich intussen inderdaad voor op een nachtelijke oefening. De bevelhebber van die eenheid had even tevoren aan de Franse huismeester van de graaf om ‘zoveel kurken als hij kon vinden’ gevraagd. De huismeester had er niets van begre–pen. Kurken? Tot hij vele Duitse soldaten met zwartgemaakte gezichten zag passeren. Ze hadden de kurken gebrand! Dit gegeven van Duitsers met zwar–te gezichten zou zowel bij de burgerbevolking van Calvados als bij ándere Duitse soldaten juist deze nacht tot grote verwarring leiden. (Historica Nr.34. Normandie 44 (1993))
Ook Château du Mariquet, woning van de burgemeester van Ranville, comte Louis de Rohan-Chabot, was tijdens de oorlog gevorderd door een onderdeel van de Wehrmacht, het 736e Infanterieregiment. Vanaf de ochtend van 6 juni 1944 droeg de burgemeester het gebouw over aan het hoofdkwartier der Britse 5e Parachutistenbrigade onder commando van brigadegeneraal Nigel Poett. Hier zetelde ook diens inlichtingendienst naar welke krijgsgevangenen werden gebracht onder wie een jonge Kriegsmarine-kapitein van een Vorpostenboot uit Le Havre,buitgemaakt door Compagnie D ‘Ox and Bucks’ van majoor Howard.(https://noblesseetroyautes.com/le-chateau-du-marquet-a-ranville)
Hoofdstuk 77.
5 juni 1944, D -1, late avond: Bezorgde parachutisten, generaals, burgers en premier Churchill
‘In de maand juni hebben de dagen geen einde meer’, schreef lerares Hamel-hateau in haar dagboek in Neuville-au-Plain op de Cotentin, Normandië.’De nacht is eigenlijk gewoon een lange schemer, omdat de duisternis nooit to–taal is.’ Rond die tijd verbraken nabij Neuville en Sainte-Mère Église op het Cotentin-schiereiland eensklaps vliegtuigmotoren de stilte. Het sonore ge-luid stierf langzaam weg om aangevuld te worden met steeds nieuwe. (M.L. Roberts, D-Day Through French Eyes. Normandy 1944, 8) Boven de velden van Ranville, aan de oostelijke zijde van de Orne, was nu de Britse oorlogscorrespondent Leonard Mosley één derge–nen die deze nacht van 5 juni 1944 zou afspringen met de 6e Luchtlandings–divisie van generaal-majoor Richard Gale. Hij had daartoe zijn bril met pleisters vastgezet op zijn neus. Zijn eerste verslag in de Daily Telegraph werd pas gepubliceerd op 9 juni 1944:‘Om 23:30 uur (Britse tijd) gistera–vond (5 juni) ben ik aan boord gegaan van de ‘C for Charlie’, een grote, zwarte (Short Stirling-)bommenwerper en voegden we ons in de lange rij toestellen die op de startbaan van een van de grootste vliegvelden van Groot-Brittannië taxieden. De mannen kwamen uit Lancashire, Yorkshire en Northumberland. De zweefvliegers (i.e. Compagnie D) en parachutisten (terreinmarkeerders van de 22e Zelf–standige Parachutistencompagnie) die de strategische bruggen moesten ver–overen, voordat de Duitsers ze zouden opblazen, vertrokken een half uur vóór ons. Onze rol was hen dertig minuten na hun verrassingsaanval te steunen en te voorkomen dat de Duitsers een tegenaanval zouden openen.’
Om 23:30 (Britse tijd) was inmiddels het 7e Parachutistenbataljon dat majoor Howards Compagnie D ‘Ox and Bucks’ als eerste zou moeten ondersteunen, al in de lucht. Deze parachutisten waren er min of meer van overtuigd dat de beide vitale bruggen over het kanaal en de Orne wel zouden zijn opgeblazen en verwachtten met bootjes en touwen over te moeten steken naar Bénouvil–le en Le Port. (N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 71) Ook duizenden Amerikaanse pa–ratroepen waren nu in hun Goony Birds (Dakota’s) op weg naar de Co–tentin.
Deze late avond vóór D-Day schreef veldmaarschalk Alan Brooke, hoofd van de Britse generale staf in zijn dagboek: ‘Ik voel me helemaal niet op mijn gemak met de hele operatie. Op zijn best zal het totaal niet beantwoor–den aan de verwachtingen van verreweg de meeste mensen, namelijk van hen die niets weten van de problemen. En op zijn slechts kan zij uitlopen op de grootste ramp van de hele oorlog. Bij God, ik wou dat alles achter de rug was.’ (R.Holmes, D-Day, [7]) Ook vele burgers wensten op dit moment Gods hulp. De Britse heer Wallace had deze 5e juni wachtdienst gehad bij St.Alban’s Head aan de Zuidengelse Baai van Weymouth. Machtige vloten zag hij uit–varen. Er was iets op til. Nu de duisternis van die dag was gevallen, hoorde hij samen met zijn vrouw thuis vliegtuigformaties overdonderen: ‘Dit is het’, voorspelde hij haar, ‘Vannacht zullen een hoop mensen sterven. We moeten voor ze bidden.’ Ze knielden beiden naast het bed. (D.Howarth, Het epos van D-day, 32) In zuidoostelijk Londen zag en hoorde de bezorgde Irene Parr, echtgenote van Wally Parr van Compagnie D, een luchtvloot overkomen en vermoedde dat dit ‘de invasie’ moest betekenen. Wally had haar immers gevaarlijk ver–klapt dat diens Compagnie D ‘Ox and Bucks’ bij die gelegenheid ‘vooraan zou staan, ergens in de eerste week van juni als de het volle maan zou zijn’. Het wás vanavond zo goed als volle maan! Wally moest zich dus in gevaar bevinden en Irene deed een schietgebedje voor hem en zijn maten. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 25) Bij het verlaten van een diner had de volumineuze premier Winston Churchill zich eveneens vol zorgen tot zijn vrouw Clementine gewend: ‘Besef je, Clem, dat tegen de tijd dat je wakker wordt in de ochtend er twintigduizend man gesneuveld kunnen zijn?’ (C.d’Este, Eisenhower, 528; M.W.Bowman, Terugblik op D-Day, 18; Clemmie) Zou zijn antagonist, nazi-leider Adolf Hitler, ooit zo’n zorgzame gedachte hebben gehad?
Hoofdstuk 78.
5 juni 1944, D-1, late avond: Overtocht van Compagnie D naar Normandië: fears, fags, ditties and prayers
‘Maar oorlog is niet louter een zaak van informatie en statistieken. Het is doorvoelde ervaring en geen latere generatie kan die ervaring geheel oproepen.’(Vertaald naar: H.Steele Commager (ed.), The Pocket History of the Second World War (1945), Voorwoord)
Na de start werd, om botsingen met de eveneens opgestegen beide Ameri–kaanse parachutistendivisies te voorkomen, door de zes Halifaxes van ge–zagvoerder Derek Duder aanvankelijk een koers pal oost van zo’n zeventig mijl aangehouden. In een verzamelgebied boven West-Sussex tussen Wor–thing bij Winchester en Bognor Regis passeerden de twaalf toestellen die de 180 manschappen van Compagnie D ‘Ox and Bucks’ naar Normandië ver–voerden, de Britse zuidkust. (A.Williams, D-Day to Berlin, 1) Ter verhulling van hun verrassingsmissie werden de sleep- en Horsa-combinaties van hier af omge–ven door een vloot van honderden bommenwerpers en escorterende jacht–vliegtuigen. Duitsers in Normandië moesten het idee opvatten dat ook de grote zwarte zweefvliegtuigen ‘bommenwerpers’ waren. (D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 39; Frank Bourlet in: D-Day Resource H: Pegasus Bridge (IWM-Internetpublicatie), Account 2:’We joined in with a thousand bomber raid that was going on further into France, to cover us in’; http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry-clark.html, 3) Iets langer dan een uur ongeveer zou de vlucht moeten duren. Op de grond had men in Zuid-Engeland nog een warme zomeravond beleefd, al was de lucht onrustig geweest vanwege de voorafgegane storm. (C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 44) Boven het Brits Ka–naal was het echter zwaar bewolkt, het motregende en de donkere zee onder hen kolkte onder windkracht 5-6. Zonder ongelukken werd de kruis–hoogte van 5000-6000 voet bereikt. Voortdurend gekraak en een hoge fluittoon veroorzaakt door de wind die zich door alle kieren van het met strak, geïmpregneerd dun linnen beklede triplex perste, doordrong het in–wendige van de duistere zweefvliegtuigen en mengden zich met het zware, eentonige gedreun van de bommenwerpermotoren. Al spoedig konden de zes Halifax-Horsa-combinaties elkaar in de nachtelijke lucht niet meer on–derscheiden. (D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 40; vgl. Albert Gregory, in: http://www.wartime-memories.fsnet.co.uk/d-day.html, 2)
Een piloot van een Horsa op sleep achter een tug plane zorgt er doorgaans voor hoger te blijven vliegen dan deze.
In de romp werd het op kruishoogte ruddy cold. Het toestel van Wallwork en Ainsworth ging bovendien regelmatig op en neer en vele passagiers wer–den weer luchtziek. De 19-jarige toegevoegde genist Harry Wheeler had het idee te enige te zijn die er geen last van had. (https://www.connop.com/blog/tag/henley-standard/) Achterin op stoeltje 18 aan stuurboord van de voorste Horsa Chalk 91 en al kort na de start leidde soldaat Wally Parr, de forsgebouwde, korte jongeman met de ingevallen wangen en de donderstem, niettemin de man-*schappen van het 1e Peloton en de vijf geniesoldaten met het schmierend zingen van een klassieker in vet Londens–‘Jiddisch’ dialect: Abie, Abie my boy:‘Abie courted Rachel,they vere a lovin’ pair.‘e promised ‘e vould marry ‘er some day,‘e promised ‘er a ring to ‘ave ‘er for ‘is own.Said she: ‘The only ring ye ever give is on the phone!’Abie said to Rachel:‘Now vhen me ship comes ‘ome,‘I’ll buy ye lots of jevelry at Voolvorths;I’ll take ye ‘round the town!’Said she:’Oh no, ye von’t,Because I know yer ship’s gone down!So Abie, Abie, Abie, me boy,Vhot are ye vaitin’ fer now?’(…)’
Zingend in de Horsa-romp. Filmstill uit opnamen voor de
geplande Pegasus Bridge.The Movie van Lance Nielsen.
In de eendeneigroen geschilderde romp van een Horsa. Britse film-still uit opnamen voor verwachte speelfilm met werktitel Pegasus Bridge. The Movie.
Om toestemming daarvoor had hij niet hoeven vragen: majoor Howard had zijn troep tijdens vluchtoefeningen juist opgedragen om te zingen teneinde luchtziekte zoveel mogelijk te voorkomen. De 19-jarige Billy Gray, zittend in de rij van Parr met zijn brenmitrailleur tussen de benen, had weinig lust mee te doen: hij moest zijn volle blaas zien te bewaken. (D.Howarth, Het epos van D-Day, 37; http://www. search.eb.com/normandy/pri/Q00257.html, 1; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge, 19-20 maar met Abie gespeld als Abby; J.Howard en P.Howard Bates, The pegasus Diaries., 116 met Abie gespeld als Abey; R.Collier, D-Day, 152; Parrs positie in de Horsa is op te maken uit 1) de zetelverdeling gepubliceerd in B.Parr, “What d’ya do in the war, dad?”, 23 (stoel 18 naast de bakboordeur) die wordt bevestigd door het feit dat hij hij tot de verkenningssectie behoorde en dus als één der eersten diende uit te stappen en 3) door Parrs mededeling dat hij ‘de achterdeur heeft geopend’ na landing (http://www. france-ouest.com/dossiershtm/debarquement/96d.htm, 1); die deur moet echter reeds tijdens de daling al minstens deels open zijn gezet, vgl. S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 88:’Wally Parr glanced out the open door’) Aan het staarteinde van de Horsa, op het middelste der drie stoeltjes, zong de grote, forsgebouwde korporaal-sectieleider Jack (‘Bill’) Bailey die nu verantwoordelijk was voor de berging van de remparachute op een luikje in de vloer van het zweefvliegtuig, overtuigd mee. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 20) De voorheen zo nerveuze 19-jarige scherpschutter Denis Ed–wards naast de voordeur op stoel 13 gezeten, genóót nu van de trip en tot zijn eigen verwondering. (D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 35) Majoor Howard schuin tegenover hem die op ieder van de twaalf trainingsvluchten wel een keer had gebraakt wegens luchtziekte, deelde toch ieders gelach, toen na het einde van het lied Wally Parr hem sarcastisch door heel de lange donkere romp heen toebul–derde:‘Heeft de majoor zijn uitrusting al afgelegd!?’ John Howard grijnsde naar achteren. De compagniesgrap was belegen, maar werkte altijd. Hij had voor het eerst níet overgegeven; het was de rustigste vlucht die hij ooit had gehad, hoewel hij –net als alle andere mannen- zijn maag nu eens voelde krimpen, dan weer draaien. Harde zijwind beroerde de Horsa, af en toe viel het toestel in een luchtzak. (D.Howard, Het epos van D-Day, 39-40; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 20; A.Williams, D-Day to Berlin, 1; Wally Parr, in: http://www.howard-concepts.com/HFEN/287.html, 2; N.Hugedé, Le commando du pont Pégase, 16:’(…) le major John Howard vomissait tout ce qu’il savait dans son sac de carton.’ is de enige, zoals vaker, die zijn bronnen niet begreep.) De majoor hield zich kranig, hij moest. Hij voelde zich nu zeer verantwoordelijk voor het lot van zijn jonge mannen, de meesten onervaren in het gevecht. Boven het Kanaal gingen zijn gedachten ook onwillekeurig uit naar de ‘poor devils’ daar beneden in hun duizenden deinende en rollende schepen: ‘Die zullen wel goed ziek zijn op die ruwe zee.’ Wat een luxe voor zíjn mannen! (http://www. search.eb.com/normandy/pri/Q00257.html, 1) Parr zette later het onvermijdelijke It’s a long way to Tipperary in.(S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 20). Meezingen ook als Londenaar maar met navolgende liedjes als Roll Out the Barrel/The Barrel Polka waarvan de aanstekelijke melodie in 1927 door de Tsjech Jaromír Vejvoda was gecomponeerd en Tjechische en Duitse (Rosamunde!) teksten als voorgangers had. (Cf. https://en.wikipedia.org/wiki/Beer_Barrel_Polka. Het lied werd gezongen en opgenomen op plaat door velen vóór de oorlog, o.m. Will Glahé bij Decca in 1936, The Andrews Sisters in 1939 (te beluisteren op: https://www.youtube.com/watch?v=7KRc-ceWE2E), Glenn Miller Orchestra, Benny Goodman, Bobby Vinton en Billie Holiday. Er werden miljoenen van verkocht. Een Nederlandse soldatenversie uit 1939 is bekend van Lou Bandy als Rats, kuch en bonen, vgl. https://www.youtube.com/watch?v=rE5JJKqEZI8.) Het lied was juist een jaar tevoren door het trainingscentrum van de Amerikaanse lucht-macht in Atlantic City in 1943 te ‘lustig’ bevonden en daarom verbannen. Het zou maar aanzetten tot zuipen...
Daily Herald, 1943.(https://www.songfacts.com/image/will-glahe/beer-barrel-polka-roll-out-the-barrel)
‘(…) Ev’ry time they ‘ear that oom-pa-pa, ev’rybody feels so tra-la-la they want to throw their cares away,they all go la-de-ah-de-ay,Then they ‘ear a rumble on the floor it’s the big surprise they’re waitin’ for and all the couples form a ring,for miles around you’ll ‘ear ‘em sing:Roll out the barrel,we’ll have a barrel full of fun!Roll out the barrel,we’ve got the blues on the run! (…)’
en een oude Amerikaanse song uit 1919, I’m forever blowing bubbles: ‘(…) I’m forever blowin’ bubbles,pretty bubbles in the air.They fly so ‘igh,nearly reach the sky,then like me dreams,they fade and die.Fortune’s always ‘idin’,I’ve looked ev’rywhere,I’m forever blowin’ bubbles,pretty bubbles in the air.’(Cf. Gray, in: http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 6)
John Howard friemelde ondertussen vooraan in Horsa Chalk 91 wat met het kinderschoentje van zijn 2-jarig zoontje Terry dat hij als mascotte had mee–genomen. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 20; A.Williams, D-Day to Berlin, 1) Hij dacht aan zijn dap–pere vrouw Joy, zijn zoontje en babydochter Penny, slechts een maand tevoren geboren in Oxford. Hij was bang voor de meegevoerde explosieven en voor een paraat Duits machinegeweer bij de brug, maar zei er niets over. Hij hoorde zijn mannen zich luidkeels vermaken met hun verhullende feest–nummers en marsliedjes. De commandant zat dwars achter piloot Wallwork en naast hem zat de somber zwijgende pelotonscommandant ‘Den’ Brothe–ridge wiens vrouw Maggy op alledag liep. (D.Howarth, Het epos van D-Day, 38-40; http://www. search.eb.com/normandy/pri/Q00257.html, 1; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 20)
Luitenant Den Brotheridge en echtgenote Maggy in de vroege jaren ’40.
(https://www.dailymail.co.uk/news/article-2645352/I-loved-known-father-Daughter-remember-war-hero-dad-Allied-soldier-killed-D-Day-70th-anniversary-approaches.html; https://www.shutterstock.com/editorial/image-editorial/margaret-brotheridge-whose-father-was-the-first-allied-soldier-to-be-killed-on-dday-honiton-devon-britain-31-may-2014-3785851l)
Vijf andere mannen in Compagnie D zullen onderweg ongetwijfeld even–eens aan hun zwangere vrouw hebben gedacht. Iemand liet opeens het ge–bogen magazijn van een brengun uit zijn nerveuze handen vallen dat met een harde klap op de licht metalen vloer kletterde. Het lokte direct een reactie uit:‘De ouwe laat zijn kunstgebit kletteren!’ (D.Howarth, Het epos van D-Day, 37) Mannen lachten. Wally Parr trachtte achterin hetzelfde toestel met bra–voure al te weemoedige gedachten aan Irene en zijn twee kleine kinderen te verdrijven. Hij had deze actie immers zelf gewild! De self contained– korporaal Edward (‘Ted’) Tappenden met zijn radioset vóór zich, vóorin de romp bij de majoor, zat met zijn hoofd ergens anders, wel zeker bij echtge–note Florence May, en hun enig kind. Hij omschreef de sfeer in Chalk 91: ‘rustig, kaartspelend, probeerde de invasievloot beneden te zien…’ (Ohio University Libraries Digital Archival Collections, Cornelius Ryan WWII papers, box 023, folder 12: Edward Tappenden, in: https://media.library.ohio.edu/digital/collection/p15808coll15/id/578/.)
Op één minuut achter hen bevond zich Horsa Chalk 92 van het 2e Peloton van luitenant David James Wood. De net 23 jaar oud geworden piloot Staff Sergeant Oliver Boland van Chalk 92 voelde zich boven zee klein worden bij de gedachte aan de enorme ‘invasie’-vloot die zou volgen, al zag hij door duisternis en bewolking onder zich niets bijzonders. (W.Fowler, Pegasus Bridge, 29) Hele stukken richtte de piloot zijn aandacht enkel op de staartlichten van het sleepvliegtuig. Zijn passagiers van het 2e Peloton die zo opvallend stil waren geweest, begonnen na een minuut of tien toch te zingen wat de snijdende spanning tijdens bijna de gehele vlucht deed verzachten. ‘It’s a long way to Tipperary’ klonk het ook hier luid door de duistere ronde romp en ‘Pack up your troubles in an old kitbag’, in 1915 te Londen gepubliceerd tijdens de Eerste Wereldoorlog, overgenomen in romantische Amerikaanse films en enige musicals sinds de dertiger jaren, maar ook een populair militair marslied geworden: (Cf. David J. Wood in een interview in een BBC TV-docudrama, juni 2004; http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry–clark.html, 3; http://stephane.delogu.pagesperso-orange.fr/harry-clark.html, 2; http://www. britisharmedforces.org/ns/ns/nat–harry–clark.htm, 4; http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 5)
Private Perks is a funny little codger
With a smile a funny smile.
Five feet none, he’s and artful little dodger
With a smile a funny smile.
Flush or broke he’ll have his little joke,
He can’t be suppress’d.
All the other fellows have to grin
When he gets this off his chest, Hi!
Refrein:
Pack up your troubles in your old kit-bag,
And smile, smile, smile,
While you’ve a lucifer to light your fag,
Smile, boys, that’s the style.
What’s the use of worrying?
It never was worth while, so
Pack up your troubles in your old kit-bag,
And smile, smile, smile.
Private Perks went a-marching into Flanders
With his smile his funny smile.
He was lov’d by the privates and commanders
For his smile his funny smile.
When a throng of Bosches came along
With a mighty swing,
Perks yell’d out, “This little bunch is mine!
Keep your heads down, boys and sing, Hi!
(herhaal refrain)
Private Perks he came back from Bosche (lees: Boche)–shooting
With his smile his funny smile.
Round his home he then set about recruiting
With his smile his funny smile.
He told all his pals, the short, the tall,
What a time he’d had;
And as each enlisted like a man
Private Perks said ‘Now my lad,’ Hi! (Lyrics naar: https://thecrowsofalbion.bandcamp.com/track/pack-up-your-troubles-in-your-old-kit-bag)
Zingend de oorlog in. Britse postkaart (1914-1918) (https://www.lookandlearn.com/history-images/M430166/World-War-I-Pick-Up-Your-Troubles-In-Your-Old-Kit-Bag-And-Smile-Smile-Smile)
Britse kaart met ‘Private Perks’, Brits soldaat uit de 1e Wereldoorlog. (https://thecrowsofalbion.bandcamp.com/track/pack-up-your-troubles-in-your-old-kit-bag)
Speelfilm uit 1932 (https://www.imdb.com/title/tt0023312/)
Daarachter vloog Horsa Chalk 93 van het 3e Peloton van luitenant ‘Sandy’ Smith. Smith zat als pelotonscommandant naast de deur die hij even vóór landing met een ander diende te openen, met tegenover hem de medische officier van de divisie, kapitein ‘Doc’ John Vaughan, die doodzenuwachtig de tocht uitzat:‘Mijn God, waarom draag ik geen parachute?’ (Capt. Vaughan in: http://www. arrse.co.uk/cpgn2/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 6)
Soldaat Pat (‘Topsy’) Turner -en velen uit zijn toestel met hem- begon doodsbang te worden dat zij konden worden neergeschoten door een Duitse nachtjager en in het kanaal zouden storten. Hij vond zelf dat hij niet goed genoeg kon zwemmen, en dan die meegesjouwde zware uitrusting! (Pat Turner, in: http://www.guidedbattlefieldtours.co.uk/2010/10/06/pegasus–bridge.)
Sergeant (r.) met stengun en gewoon soldaat met Lee Enfield–geweer zittend in een Horsa.
Alle zweefvliegtuigen zouden straks bij de stad Cabourg de kust passeren, goed ten oosten van de monding van de rivier de Orne. Westelijker achter de eerste groep vloog piloot Staff Sergeant Stan Lawrence met aan boord 22 Platoon (het 4e coup-de-main-peloton) van luitenant Tony Hooper en de lange plaatsvervangende compagniescommandant, kapitein Brian Priday. Priday had zijn mannen toegestaan te roken aan boord vanwege hun ‘intense opwinding’. Daarachter volgden de Horsa’s die de pelotons van luitenant H.C. (‘Tod’) Sweeney en luitenant Dennis Fox eveneens vervoerden in de richting van de Ornebrug. Sweeney was opgelucht geweest over de doorstart van D-Day:‘Goddank, eindelijk!’. Iedereen wist hoe belangrijk deze operatie was. Luitenant Sweeney zelf liet zich liever ‘opblazen’ in de wetenschap dat zijn actie van vitaal belang was, dan dat hij als de zoveel-duizendste soldaat ‘zonder doel’ op een vreemd strand zou moeten sterven. (Lt. Sweeney in: http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 5)
Soldaat Doug Allen in het vijfde toestel overwoog angstig -zoals anderen- of Compagnie D niet geïsoleerd zou komen te zitten, ‘omdat het nog helemaal niet zeker was of de strandlandingen wel zouden slagen. En dan?’ (http://www. news.scotsman.com/topics.cfm?tid=1166&id=642082004, 2)
De kleine 27-jarige sergeant M. Charles (‘Wagger’) Thornton uit het zesde Peloton van Fox die volgens zijn commandant de onbetwiste leider van de troep was, onderhield zijn maten eveneens met een swingend lied, maar ver–raadde tegelijkertijd zijn ware geestesgesteldheid door door kettingrokend aan Players-sigaretten te zuigen. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 21) Nu had híj zo zijn eigen redenen. De vorige zomer in juli was de sergeant al eens met een klei–ne strijdgroep per zweefvliegtuig geland bij de Primosole-brug over de Si–meto in zuid-Sicilië. Als enige in de strijd ervaren man aan boord wist Char–les Thornton dondersgoed hoeveel er mis kón gaan. De meeste mannen in de zweeftoestellen rookten. Het was hun eerste nachtelijke vlucht. Het zou hun eerste operationele actie worden. Het kon hun laatste zijn…
De overtocht van Compagnie D per zweefvliegtuig was tot hun grote op–luchting een compleet succes. Toen de Normandische kustlijn in zicht kwam en door de piloten werd aangekondigd aan het 1e Peloton, stopte de boertige gemeenschapszang abrupt op de eis der piloten die vreemd genoeg naar ‘Duitse radar’ verwezen, maar bovenal na het onverbiddelijke en luide bevel van majoor Howard. Hij was zelf als de dood dat lieden op de grond zouden opkijken en ‘een zingend zweefvliegtuig’ zouden horen overkomen… (Sapper H.Wheeler, in: Remembering D-Day.., in: https://www.connop.com/blog/tag/henley-standard/; R.Collier, D-Day, 152; A.Beevor, D-Day, 52; Bourlet in IWM-Internetpublicatie D-Day Resource H: Pegasus Bridge, Account 2) Er klonk buiten een weinig afweervuur, maar níet in hun buurt. (John Howard, in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6) In Glider Nr.1 begon op de bakboordstoel copiloot John Ainsworth zich tegelijkertijd op zijn speciaal verlichte stopwatch te concentreren. Voor een botsing in de lucht tussen de eenmaal achter elkaar afgekoppelde zweeftoestellen was men niet zo bevreesd. De eerste drie Horsa’s was, als afgesproken, een langere koers gegund op weg naar de kanaalbrug dan de drie die bij de Orne moesten landen, dus de groep zou na afkoppeling boven de kustlijn toch uiteenvallen. (Cl.Smith, The Glider Pilot Regiment, 95)
De hele reis lang was co-piloot Phil Hobbs van de tweede Horsa een bemoedigend figuur geweest voor zijn passagiers door zijn uitstraling van opgewektheid en zelfvertrouwen, terwijl de eerste piloot, de lange Oliver Boland, zich hevig moest blijven concentrereren op de stand van de sleep–kabel en het sleepvliegtuig vóór hem. (http://en.ww2awards.com/person/49231, 1) De nachtlucht buiten was op hun hoogte, volgens piloot Wallwork, gelukkig bijna ‘als zijde’ geweest onderweg.
In de door wuivende graanvelden omgeven commune Ranville zat de 11-jarige Alain Doix op dit moment rechtop in het grote bed naast zijn doorslapende grootmoeder. Schitterend licht van trossen heel langzaam neerdwarrelende lichtkogels weerflikkerde in de koperen knoppen van zijn bedstijl. Alain was gefascineerd. Hij was wakker geworden door doffe knallen van het luchtafweergeschut aan de kust en zag door het bovenraam het prachtige licht der ontploffende granaten in de dichtbewolkte, halfduistere lucht. (C.Ryan, De langste dag (28ste druk. Fibula. Houten, 1994), 107; R.Collier, D-Day, 152) Dat Duitse geschut was bedoeld voor de zes laagvliegende Albemarles met de terreinmarkeerders en brigadegeneraal Poett aan boord waardoor enkele van deze toestellen van koers begonnen af te wijken.
Hoofdstuk 79.
5 juni 1944, D -1, 23:00 uur (Duitse tijd) = 6 juni 1944, D-Day, 00:00 uur (Britse tijd): Wisseling van de wacht op de kanaalbrug bij Bénouville
5 juni, 23:00 uur Duitse (6 juni, 00:00 Britse) tijd: bevolen Wachenwechsel bij de rolhefbrug over het Caenkanaal, het onmiddellijke doel van de voorste drie Horsa’s met de nu airborne 1e, 2e en 3e Pelotons van Compagnie D aan boord. (Volgens schildwacht-veteraan Römer was het voor hen op dit moment óok 00:00 uur, middernacht. Indien hij de waarheid hierover sprak (en waarom niet?), kan dat volgens mij alleen worden verdisconteerd, als Compagnie D de horloges in Engeland hadden aangepast aan de Duitse tijd in Normandië (probleem: dat staat nergens in de literatuur vermeld). Elke vier uur werden twee Duitse en/of Poolse wachten op de bruggen afgelost voor twee uren door twee anderen, cf. H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 13. Een Duitse veteraan-motorordonnance die in een lagere school in het Nederlandse Alphen aan de Rijn was ingekwartierd geweest, vermeldt evenals Römer de even uren als begintijd van een 2-urige wachtdienst:’We hadden voor de school ook een wachtdienst voor ’s nachts. Om zes uur ’s avonds begon de eerste met zijn wacht, na twee uur werd hij afgelost en zo verder tot het ’s morgens weer licht werd.’ Geciteerd naar Aad Jongbloed, Standort Holland. Duitse soldaten over hun oorlogstijd in Nederland (Walburg Pers. Zutphen, 1995), 24-25. De chronologisering blijft hier een probleem. Heeft Römer de tijd misschien aangepast aan die uit naoorlogse geallieerde bronnen die de Britse Dubbele Zomertijd hanteerden?) Janusch Marschilinski, een Volksdeutsche jongen uit Polen, en een andere maat zouden op dit moment de 18-jarige Obersoldat Helmut Römer uit het plaatsje Hilden in Nordrhein-West–falen, en diens maat Erwin Sauer, beiden al danig vermoeid, moeten aflossen. Hun twee–urige Wache zat er op. Maar in de noordoostelijke loopgraaf achter de lage vierkantige bunker bewoog nog niets. (De schildwachtenop de brug, waren beiden geen Polen en zij werden níet gedood, zoals sapper Harry Wheeler aangesloten bij het 1e Peloton van Compagnie D ‘Ox and Bucks’, beweerde in: Remembering D-Day – A salute to Harry Wheeler and all the veterans, in: https://www.connop.com/blog/ (krantenartikel). De rang van Helmut Römer wordt slechts opgegeven in: Helmut Konrad von Keusgen, Pegasus–Brücke und Batterie Merville (2014) = Pegasus Bridge et la Batterie de Merville. Deux opérations commando du jour J (Éditions Heimdal. Bayeux, 2018); ook in: https://www.editions-heimdal.fr/en/books/82-pegasus-bridge-9782840484820.html. De familienaam Römer en niet Romer (zonder umlaut) wordt in ons werk aangehouden ook vanwege het recente interview dat de bejaarde Helmut Römer heeft gegeven aan Sylvie Stephan van de Schwäbische Zeitung in juni 2014. Als Duitse zal de journaliste de naam goed hebben gehoord en gespeld. Auteurs Von Keusgen en Stephan stellen beiden Römer in de nacht van 5/6 juni 1944 voor als ‘wachtend op aflossing’. In tegenspraak hiermee is de onbetrouwbaardere S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 15-16 die beweerde dat ‘Romer’ de Poolse wacht Vern Bonck afloste om 00:00 (Britse tijd); in S.E.Ambrose, D-Day. 6 June, 1944, 19 wordt Römer ook onterecht met ‘seventeen-year-old Pvt.Helmut Romer’ aangeduid. N.Hugedé, Le commando du pont Pégase, 75-76 (die een ontmoeting met Heinz Hickman in Bénouville erbij verzint); W.Fowler, Pegasus Bridge, 30; D.Botting e.a., De invasie, 95. Majoor Howard werd na de oorlog, toen de overlevende Helmut Römer hem reeds in krijgsgevangenschap had geschreven over deze nacht, zelfs als bejaarde met hem gefotografeerd. Deze foto is thans te zien in de hal van het Musée Mémorial Pégasus.) Römer was geen schooljongen uit Berlijn, zoals S.E.Ambrose suggereert in Pegasus Bridge (1988), 39. Voor de juiste geboorteplaats zie ten laatste: H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 12)
De Duitse Obersoldat of Obergrenadier Helmut Römer, als 17-jarige in 1943. Hij was geboren in het plaatsje Hilden nabij Stuttgart. In 1944 werd hij aangesteld bij een wachtcompagnie van het 736e Grenadierregiment der 716e Infan-teriedivisie van het 7e Leger en had als garnizoensbasis Bénouville, Normandië.(http://bbc.com/The German Soldier Liberated by D-Day)
Het bij de beide bruggen gelegerde Duitse garnizoen van achttien man, een Halb-Zug (‘half peloton’) zoals zij zelf zeiden, bestond op papier uit de 4e ‘Compagnie’ van het 1e Bataljon (majoor Hans Schmidt) van het 736e Gre–nadierregiment behorende tot de inferieure 716e Infanteriedivisie onder be–vel van luitenant-generaal Wilhelm Richter die zowel binnen de stad Caen administratief hoofdkwartier als op een noordwestelijke heuvel even buiten de stad een gevechtshoofdkwartier in een grote ondergrondse bunker hield. Er was ook een Duitse kazerne gevestigd in de het Middeleeuwse kasteel-complex van Willem de Veroveraar. Daar was genoemde 4e Compagnie nog enige tijd ondergebracht geweest, voordat ze naar Bénouville vertrok. (Gegevens over bruggengarnizoen naar H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 12; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 16; 73; 184; W.Fowler, Pegasus Bridge, 10. De hoofdkwartierbunker van Richter stond op dezelfde plaats waar nu het Mémorial van Caen staat. Overigens worden dit bruggengarnizoen en zijn commandant Major Hans Schmidt niet apart vermeld in sterkteopgaven van het 736e Regiment of de 716e Divisie op Internet.) Die divisie was samengesteld uit Oosteuropese soldaten of Duitse, in Rusland gewond of ziek geraakte dan wel oudere soldaten die aan de veilige Franse kust mochten revalideren en uitrusten. (De negatieve beoordeling van deze divisiesoldaten stamt zowel uit Duitse bron (generaal Walter Warlimont, in: D.C.Isby, The German Army at D-Day, 90: ‘static division of old men’; H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 14) als uit Britse militaire inlichtingen die clandestien waren gewonnen vóór D-Day.)
5/6 Juni 1944, D-Day (Britse tijd), avond: Major Hans Schmidt dineert genoegelijk met vriendin in Ranville
Om deze tijd bevond de fanatiek nationaal-socialistische Major Hans Schmidt, commandant van het garnizoen dat de bruggen bewaakte, zich ontspannen met een wijntje onder bereik samen met zijn jonge Franse aman–te in het niet ver van de Ornebrug gelegen dorp Ranville. De vriendin werd getrakteerd op een etentje én een nieuw lingeriesetje. (Beide laatste afgeleid uit vondsten afkomstig uit zijn open halfrups-stafwagen die later op de Ornebrug bij Ranville succesvol werd beschoten. De naam van deze majoor werd eerstens vermeld door S.E.Ambrose, Pegasus Bridge (1985;1988) en staat bevestigd in: H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014). Ook geschutsbevelhebber Hauptmann Karl-Heinz Wolter in Merville hield er liefst een feestelijk bestaan in Normandië op na inclusief een Frans liefje, cf. H.K. von Keusgen, o.c., 20-22) Van deze officier nu werd verwacht op de bruggen over de Orne bij Ranville en over het Kanaal van Caen aangebrachte explosieven in geval van groot ‘invasie’-alarm te laten detoneren. Hoewel geen Duitse officier het strategische belang der beide bruggen in geval van een geallieerde landing had onderschat, had majoor Schmidt geen reden zich déze nacht speciaal druk te maken. Immers, de nachtelijke bombardementsgeluiden in het zuiden bij Caen waren oud nieuws, evenals het begeleidende Duitse Flak (afweer–geschut); het weer was volgens de meeste Duitse officieren momenteel toch te slecht voor zowel een parachutistendropping als een scheeps-‘inva–sie’ over het Brits Kanaal. Daarom had veldmaarschalk Rommel gemeend met een gerust hart op verlof naar Duitsland te kunnen gaan mét toestem–ming van OB-West); (Generaal Schmundt, verbonden aan Hitlers OKW en trouw aanhanger van de Führer, was een vriend van Rommel en de enige binnen OKW die wist dat de veldmaarschalk op 6 juni niet in Normandië zou zijn. Generaal Walter Warlimont, vervangend chef-operaties bij OKW, beweerde na de oorlog stellig, maar onbetrouwbaar:’Het weer was goed voor een invasie en wij waren gewaarschuwd voor de mogelijkheid sinds enkele weken vóór 6 juni 1944. Onze voornaamste inlichtingenbron was de radio en onze ontvangsten toonden dat de invasie plaats zou vinden op de morgen van 6 juni 1944. Deze informatie was doorgegeven aan het Hoofdkwartier in de middag van 5 juni 1944. Hitler wist ervan en Gen(eraal) Jodl wist ervan, maar de informatie werd niet beschikbaar gesteld aan de troepen in Normandië.’, in: D.C. Isby (ed.), The German Army at D-Day, 91. Uit zowel Hitlers als Jodl’s onzekere gedrag in de nacht van 5/6 juni en op de morgen van 6 juni én uit Rommels vertrek op 4 juni blijkt zonneklaar dat ‘dé invasie’ op 6 juni 1944 door geen hoge Duitse officier serieus werd verwacht.)
Italiaanse dwangarbeiders van de Organisation Todt van wie er nu zeker twee verbleven in de verbunkerde Gruppenunterstand aan de noordoostelij–ke zijde van de kanaalbrug, alsook enige burgers uit Ranville en Bénouville waren al enkele dagen geleden begonnen paalgaten te spitten op de oevers naast de kanaalbrug. (H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 12 vermeldt als enige twee Italianen en vijf Poolse wachten bij de kanaalbrug. Zie ook S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 81; N.Hugedé, Le commando du pont Pégase, 24-25; D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 32; Britse luchtverkenningsfoto’s van vóór 6 juni 1944 tonen ronde witte vlekken als bewijs voor spitgaten bij Ranville en Bénouville zoals die gepubliceerd in S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, ill.2; C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, [42]. Voor de arbeiders in de verbunkerde Gruppenunterstand bij de kanaalbrug zie het getuigenis van Frank Bourlet in IWM-Internetpublicatie D-Day Resource H: Pegasus Bridge, Account 2, [2]; voor en foto van door op of na D-Day door Britse parachutisten opgebrachte Italianen zie C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 69]) De anti-parachutistenpa-len die met zeildoek overdekt lagen opgeslagen naast het trambaantje in Bé–nouville ten westen van de kanaalbrug, moesten alleen nog de grond in geramd. (Cf. N.Hugedé, Le commando du pont Pégase) In de graanvelden rond Ranville stonden ze al overeind. In een noordwestelijk weiland aan de rivier de Orne bij de brug van Ranville waren echter alleen de gaten ervoor gespit en ook in een halve boog zuidwestelijk rond Le Port. Bovendien had Schmidt om sa–botage of roof door Franse ‘terroristen’ te verhinderen de explosieve lading–en, in tegenstelling tot de electrische bedrading ervoor, alsook landmijnen wel overdag, maar niet ‘s nachts op de bruggen laten aanbrengen in hun hou–ders. De explosieven lagen veilig opgeborgen in een schuurtje; de Teller–mijnen lagen klaar, hoewel opgeslagen in een kist in de noordoostelijke loopgraaf bij de kanaalbrug. Hij dacht nog voldoende tijd te hebben om ef–fectieve maatregelen te nemen, als ‘invasie’-nood aan de man zou komen. Die brug lag immers redelijk ver landinwaarts. Hij had trouwens Franse burgermannen uit de omgeving per pamflet al opgeroepen om volgende week verplicht prikkeldraad over de vlakke velden te laten uitrollen tegen parachutisten- en zweefvliegtuiglandingen. Schmidt had, vond hij, gedaan wat hij kon. (N.Hugedé, Le commando du pont Pégase; W.Fowler, Pegasus Bridge, 10-11) Rommel kon wel eens gelijk hebben: veel open velden rond Ranville. Maar veel te weinig draad en veel te weinig mijnen waren voorradig om aan al die palen te be–vestigen. En het had nogal wat tijd gekost om al die bomen ervoor te behak-ken. Tijd die weer wa afgegaan van training der recruten.
Terwijl majoor Hans Schmidt zich aldus zorgeloos mit Wein und Weib in Ranville vermaakte, reed tegen elven (Duitse tijd) de 24-jarige Feldwebel Heinrich Hickmann samen met de vier opgehaalde jonge passagiers van zijn parachutistenpeloton vanuit de kustplaats Ouistreham terug over Le Port in de richting van de grijsgeschilderde kanaalbrug. Ergens linksachter van hem hoorde hij motoren brommen van laagvliegende, grote vliegtuigen. Zó laag zaten die dat hij dacht dat er ‘wel weer wat zou worden gedropt voor het Franse verzet’. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 19; N.Hugedé, Le commando du pont Pégase, 66 verzint dat Hickmann ‘een verkenningstocht langs het kanaal’ moest maken.)
Ondertussen waren 13.400 Amerikaanse en 7000 Britse parachutisten door de duistere, soms storm- en regenachtige lucht op weg naar respectievelijk het Cotentin-schiereiland achter het zogenaamde Utah Beach en de dropzones in de velden bij Ranville, ten zuidoosten achter Sword Beach.
Hoofdstuk 80.
6 juni 1944, D-Day (Britse tijd): Afdaling van zes Horsa’s van Compagnie D naar landingszones bij Bénouville en Ranville
De Franse kust en de stad Cabourg, goed ten oosten van de rivier de Or–ne, naderden. De kust onder hen was zichtbaar, zodat de eerste zweef–vliegers in Horsa Chalk 91 hun instrumenten correct konden instellen. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 21; 25; Wally Parr, in: http://www. France ouest.com/dossiershtm/debarquement/96d.htm, 1; http://www.historynet.com/wwii/bgliderfour/indexl.html, 1; http://www.arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 6) Zelfs achterin de eerste Horsa hoorde Wally Parr de kreet:‘We zitten boven de kust!’ (http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 7) Genist Harry Wheeler hoorde voorin ook één der piloten roepen dat ze nu moesten ‘Stoppen met zingen! De Duitse radar kan het oppikken!’. Hij wist niet of dát waar was. (Wheeler, in: Remembering D-Day – A salute to Harry Wheeler and all the veterans, in: https://www.connop.com/blog/(krantenartikel.) Het zingen stopte abrupt. De pilo–ten wilden zich uiteraard in alle rust beter kunnen concentreren… Van ‘het hiaat in de luchtafweer’ waar de formatieleider, overste Derek Du–der, zo geruststellend over had gesproken tot majoor Howard, viel op het oog weinig te merken. Denis Edwards zag door het ronde zijraampje dat de donkere lucht vóór hen uit werd doorkliefd door talloze bundels hel wit licht van schijnwerpers, veelkleurige flitsen van luchtdoelgranaten en stromen kronkelende lichtspoormunitie, ‘een groot luchtafweertapijt’. (D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 39; vgl. C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 45) Maar Duder wist waar hij het over had: een wijds, van zichzelf reeds moerassig gebied achter Cabourg was onder water gezet door de Duitsers, dus dáar kon de vijand nauwelijks plaats hebben gevonden voor positionering van zijn luchtafweergeschut. Toen kraakte de stem van de onbewogen Duder in Wallworks koptelefoon:‘Weer is goed, Jim! Wolken op 600 voet (ca. 200 meter); een paar minuten, voordat we afkoppelen. En wij allemaal wensen jullie veel geluk!’ (http://www. search.eb.com/normandy/pri/Q00258.html: Britannica online: Normandy 1944-Personal History: Jim Wallwork, 1; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 72; https://historiek.net/de-invasie-1944-d-day-alex-kershaw/104806/.)
De 24-jarige Jim Wallwork bedankte hem kort. Copiloot John Ainsworth in Glider Nr.1 knipte een zaklamp aan om zijn stopwatch te kunnen instellen op het moment van loskoppeling. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 20; http://search.eb.com/normandy/pri/Q00258.html, 1) De eerste piloot draaide zich na enige minuten half om in zijn rechterstoel en riep naar majoor Howard schuin achter hem:‘Majoor,we koppelen af!’ (D.Howarth, Het epos van D-Day, 40. N.b. eerste piloot Wallwork zat voor deze gelegenheid op de rechterstoel in de cockpit vanwege beter zicht bij landing op een klein veld dat ook nog naast een waterplas was (en is) gelegen.) Ze zaten op zo’n 4500 voet hoogte van–wege de bewolking. (A.Beevor, D-Day, 52; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 72) Jim Wall–work wierp nog boven zee om 00:07 uur (Britse tijd) na overleg met de bommenwerperpiloot zijn sleeptros los door de rode hefboom rechts naast hem over te halen. Hiermee werd de ‘invasie’ ingezet. Na afkoppeling trok hij direct de neus van het toestel op om snelheid te verminderen. (S.E. Ambrose, Pegasus Bridge2 (1988), 21. 00:07 uur komt meer overeen met de juiste tijd van ontkoppeling dan die van ‘precies 0.15 uur’ in J.Fr.Turner, Invasie ’44, 145 en J.Howard, in: http://www.lightbobscom/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6 (‘Cast-off was 0015 hrs’) of ’00.16 uur’ in D.Howarth, Het epos van D-Day, 40 waar zij die met de tijd van landing van Glider 1 verwarren, zoals ook H.K. von Keusgen (‘genau 00:16 Uhr’) doet in zijn Pegasus–Brücke und Batterie Merville (2014), 85. Waarschijnlijk volgt von Keusgen auteur D.Howarth, Invasion-Die entscheidenden 24 Stunden der Landschlacht (Lizensausgabe des Eduard Kaiser Verlags, Copyrights by Scherz Verlag. München, 1959) als in diens literatuurlijst vermeld. Von Keusgen noemt S.E.Ambrose opvallend genoeg ook niet.. D.Botting e.a., De invasie, 91 suggereert ten onrechte een tijd van 00:18 voor loskoppeling van het voorste zweefvliegtuig gelijktijdig met het landen van de geparachuteerde Pathfinders-terreinmarkeers bij Ranville. Het zweefvliegen na loskoppeling tot aan de landing duurde qua afstand absoluut langer dan één minuut, terwijl de landingstijd van Wallworks toestel op 00:16 absoluut vaststaat.)
‘Out of the Night-The First to Go In’ van Robert Taylor. Coll. Cranston Fine Arts. Bewerkte foto: tijdens de ope–rationele vlucht was het donker, de maan bijna vol.(https://www.military-art.com/mall/more.php?ProID=18560 )
Er volgde een steile duik van de zware Horsa Chalk 91, bedoeld om het luchtafweertapijt voor de bommenwerpers te ontlopen. De onverwachte, beangstigende beweging deed magen ineenkrimpen, de mannen aan boord werden opeengeworpen. (Wally Parr, in: http://www. france-ouest.com/dossiershtm/debarquement/96d.htm, 1) Een luid suizen van de wind en een drei–gend gekraak en gezucht van de triplex romp vervingen het sonore, mono–tone geronk van de vliegtuigmotoren. Een pijnlijke druk op de oren ontstond die de mannen trachtten te verlichten door met de neus dicht hard te blazen of te schreeuwen. (http://www.historynet.com/wwii/bgliderfour/indexl.html, 2) De koers werd ver–legd, de luchtsnelheid was in orde. Co-piloot John Ainsworth tuurde gespan–nen afwisselend op de nu lopende stopwatch en de snelheidsmeter, Jim Wall–work op de hoogtemeter en het kompas.
Op een verminderde hoogte van zo’n anderhalve kilometer deden de overige zweefvliegtuigpiloten hetzelfde, maar Jim Wallwork leidde de groep niet. De piloten verloren elkaar tijdelijk uit het oog door de dichte bewolking. Het zingen van de mannen aan boord was gestopt, het dreunend bromgeluid van de sleepvliegtuigen stierf weg, over bleef het eenzame gesuis van de wind of bij het dichtslaan van de oren van de mannen vanwege het verschil in druk, zelfs dat niet.
Horsa-piloot, reenactment voor National Geographic Channel-documentaire over Pegasus Bridge.
Luitenant David Wood zat achter de piloten van de tweede Horsa. Verder langs de kust zag hij Duits afweervuur in langzame, kleurige stralen om–hoogkomen. ‘Enemy coast ahead!’, schreeuwde een piloot in Horsa Chalk 92. Ook hier hield het zingen abrupt op en viel een gespannen stilte in.
((http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 6; http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry-clark.html, 3) Piloten Geoffrey Barkway en Peter Boy–le van het derde zweefvliegtuig ervaarden het regelmatige ssjjj-ssjjj-geluid dat over hun vleugels ontstond als een vredige sensatie. Tijd om te denken aan gevaar was er niet, want de instrumenten eisten vanaf nu alle aandacht. Boyle, de navigator, begon onafgebroken te loeren op zijn stopwatch, kaart en clipboard in zijn handen. Hij diende, zoals alle andere piloten, de bewe–gingen van zijn toestel tot op de seconde te timen. (Mondelinge mededeling in National Geographic Channel-TV-documentaire D-Day, Man and Machines d.d. 6 juni 2004)
Stopwatch-instelling in reenactment voor een National Geographic Channel –docu over Pegasus Bridge.
Horsa-piloot Staff Sergeant Peter Boyle aan de stuurknuppel tijdens een trainingsvlucht.
De mannen hadden het over ‘vlammende uien’, toen zij slierten oranje licht–spoormunitie traag en slingerend omhoog zagen klimmen. Niemand aan boord was luchtziek, een unicum.
Groepsofficier-piloot Peter Bain bereikte in zijn Halifax-bommenwerper enkele minuten later de Franse kust. Zijn stem klonk rustig door de kabeltelecom:‘Kunnen jullie het Orne-estuarium zien?’ Piloot Stanley Pearsons en co-piloot Len Guthrie in het vijfde zweefvliegtuig, de Horsa Chalk 95 die door piloot Bain werd gesleept, keken naar beneden. Aan stuurboord glinsterden een breed wateroppervlak en talloze kreken in het maanlicht. Pearsons antwoordde Bain bevestigend. Redelijk zicht tot op de grond. Hun kabel werd boven Cabourg losgekoppeld. De snelheid van hun zweefvliegtuig was echter te hoog. Pearsons trok de neus op door de stuurkolom stevig naar zich toe te trekken. Voorbij Cabourg liet Duitse luchtafweer doffe knallen horen. Oranje vlammen gecombineerd met zwarte plofwolkjes ontplooiden rond het zweeftoestel. Pearsons zette een daling in van 4000 naar 3000 voet, ongeveer een kilometer hoogte. Ze daalden, evenals alle Horsa’s, te snel, het toestel was te zwaar beladen en harde wind dreef hen mee. (Citaat van piloot Stan Pearsons in: Historica nr.34 Normandie 1944 (Bayeux, 1993)
Ongeveer vijf kilometer vanaf de Franse kust gaf de navigator in de Halifax die Chalk 96 sleepte, een kompascheck door aan Horsa-piloot Roy Howard en zei dat zij op koers zaten. ‘Succes! Koppel af wanneer je wilt!’, kwam de melding van Flight-Officer ‘Bill’ Archibald uit de machtige zwarte bom–menwerper en dat was wat piloot Howard daarop deed. (Citaat Roy Howard, in: G.Ramsey, D-Day. Then and Now) Met kracht ging ook zijn rode hefboom neer. De kabel zwiepte en kronkelde in het duister weg. (Voor het loskoppelen van de zes Horsa’s boven de kustlijn op een hoogte van 1500-1800 m. hoogte en een kilometer of vijf afstand van Ranville zie ook C.Ryan, De langste dag28 (Houten, 1994), 107)
Blik uit Horsa-cockpit naar de film The Longest Day.
De Horsa schudde hard en viel onverwacht, maar tijdelijk steil in een zwart gat. De passagiers voelden hun oren poppen, hun maag ineendrukken en ze werden hard voorwaarts tegen elkaar gedrukt. De spanning aan boord steeg naar een toppunt. Eric Woods in dit toestel bedacht dat er toch al nauwelijks enig zweefvliegtuig ooit zonder ongeluk landde en dat op onbekend gebied en in het duister het risico van een ruwe landing wel erg groot was. (Eric Woods, in: http://www. ornebridgehead.org/eric–woods.htm)
00:08 uur (Britse tijd): Brigadegeneraal Nigel Poett en enkele andere van de tien zwaarbepakte parachutisten bij hem trachtten uit alle macht het spring–luik in de buik van de Albemarle-bommenwerper open te rukken. Geen be–weging in te krijgen! (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 24) In één van de vijf andere bom–menwerpers ging het luik boven zee plotseling wél open waardoor één van de officieren naar buiten tuimelde nog zonder te zijn aangehaakt, zodat zijn parachute zich niet opende, hij jammerlijk te pletter viel en verdronk onder het gewicht van zijn bepakking. Parachutisten-casualty nummer twee, en de strijd moest nog aanvangen. (R.Todd, Caught in the Act)
De zes Halifaxes van Wing Commander Derek Duder vlogen intussen, nu zonder hun zweefvliegtuigenlast, oostelijk langs het Caen-kanaal door in zuidelijke richting, naar het industriegebied van Caen om de Duitsers af te leiden van de onverhoedse aanvallen op de bruggen en vervolgens een bombardement op een cementfabriek uit te voeren. De nachtlucht boven de stad werd plotseling verlicht door zwenkende, felle lichtbundels en het gedreun van verschillende kalibers luchtafweerbatterijen klonk op. In de lucht werden op ongelijke hoogten donkere plofwolkjes om de Halifaxes gevormd die onschadelijker leken dan zij waren. Nochtans werd geen der Britse toestellen geraakt. Opgelucht zette vluchtleider Derek Duder zich met zijn hem volgende groep sleepbommenwerpers met een wijde boog noorde–lijk op hun vliegbasis in Dorset aan waar zij veilig zouden arriveren.
Hoofdstuk 81.
6 juni 1944, D-Day (Britse tijd): Normandische burgers en Duitsers bij het duistere Ranville en Bénouville
Dhr. Alexis Guelle uit Ranville hoorde rond 23:00 uur lokale (00:00 Britse) tijd verontrustend gedreun van vliegtuigmotoren. Ze vlogen laag! Licht–spoorkogels en lichtfakkels doorkliefden in diverse kleuren boven de vlakke velden de duisternis. Guelle wekte zijn vrouw. Vanuit hun raam zagen zij op straat overal Duitse soldaten rondlopen. Duitsers die eerder in gevorderde woningen hadden verbleven, waren volgens de buren onverwacht vertrokken voor een grote nachtelijke manoeuvre. Bijna het gehele garnizoen van Ran–ville ter sterkte van een compagnie was op route in de velden. Ongetwijfeld stonden hun bewegingen in verband met de nachtelijke oefening van von Lucks beide pantserbataljons van het 125e Regiment van de 21e Pantserdivi-sie tussen het niet veraf gelegen Troarn en Escoville. Vele inwoners van Ranville en haar agrarische gehuchten stonden al of niet met hun kinderen boven voor hun slaapkamerramen naar het spektakel te kijken. De Boches zijn aan het oefenen! (Voor ooggetuige Alexis Guelle, zie: Historica Nr.34. Normandie 1944 (Bayeux, 1993)) Lichtkogels én lange, zwarte vliegtuigen met witte banden om de vleu–gels werden ondertussen in het maanlicht boven hetzelfde Ranville opge–merkt door het wakker geworden jongetje Alain Doix, door zijn grootmoe–der en zijn vader, René Doix. Vader viel het op dat die toestellen geen geluid maakten en hij trok de enige juiste conclusie: ‘Mon dieu, dit zijn geen gewo–ne vliegtuigen, maar…planeurs (zweefvliegtuigen)!’. (C.Ryan, De langste dag28 (Fibula/Unieboek. Houten, 1994), 107) Daarmee had hij voorlopig meer inzicht gehad dan de ondertussen in de omringende graanvelden, boomgaarden en holle wegen oefenende Duitsers.
Bij de kanaalbrug van Bénouville, zo’n twee tot vijf kilometer westelijker, waren er van de in totaal achttien garnizoenssoldaten (elf Duitsers, vijf Polen als Volksdeutsche en twee Italianen) van de 4e Compagnie, 1e Bataljon, Gre–nadierregiment 736 van de 716e Infanteriedivisie op dit moment maar een man of tien aanwezig en de meesten van de door hen genoemde (Halb-))Zug (peloton) waren niet actief in stelling. Vanwege de verjaardag van één der Duitse maten hadden nogal wat garnizoensoldaten stevig calvados zitten drinken in café Gondrée waardoor ze nu half verdoofd op hun ondergrondse brits lagen. (Het wérkelijk aantal in 1944 aanwezige Duitse verdedigers en de juiste toewijzing van hun eenheid voor het eerst genoemd door de Duitse veteraan Helmut Römer in M.W.Bowman, Terugblik op D-Day, 52 en H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 11-12. De Britse militaire inlichtingendienst had met een vijftigtal verdedigers voor beide bruggen rekening gehouden, zie S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 184; Jonathan Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there (2013), in: http://ww2talk.com/forums/topic/45977-pegasus-bridge-in-the-words-of-those-who-we…, 1 vermeldt dan toch slechts het verwachte, voltallige garnizoensaantal: ‘Speed and dash on the part of the attacking troops was considered sufficient to overcome the German garrison of 50.’) De twee zojuist afgeloste Poolse pendelwachtlopers bevonden zich bij hun ‘vriendinnen’, mogelijk in het lokale maison de tolérance waarnaar zij zelf in het Duits als de Puff verwezen, zuidwestelijk in Bénouville. Bevelvoerend Feldwebel (sergeant) Gregor Ackermann sliep of rustte, evenals nog enkele maten in de noordoostelijke Gruppenunterstand. (Voor de naam van deze commandant van garnizoen Brückenwache Bénouville zie slechts: H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 12. Volgens S.E.Ambrose waren de twee afgeloste Polen onder wie Vern Bonck naar het dorpsbordeel gegaan. Helmut Römer meldde over die Poolse maten: ‘Das waren zwei Luftikusse, die hatten in Bénouville ihre Liebchen und sind dann über die Brücke ‘rüber…’. De Duitse term Luftikus betekent o.m. wonderdokter, charlatan, veinzer’. Waren het vriendinnetjes of professionele prostituees?) De 18-jarige Duitse Obersoldat Helmut Römer en zijn dienstmaat Erwin Sauer, hadden eigenlijk los van elkaar in tegenge-stelde richting over de brug heen en weer moeten lopen. Zij stonden nu in feite nuchter, maar danig vermoeid bijeen bij het westelijke uiteinde ervan. Voor de juiste spelling van de achternaam Römer zie D.Howarth, Het epos van D-day, 41; S.Stephan, Nachtwache in der Normandie, in: Die Schwäbische Zeitung d.d. 6 Juni 2014 en H.K. von Keusgen, o.c., 12, 74; 222-223; 226-227. Incorrect als Romer gespeld in S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 15, 28, 39, 54, 87, 176-178; M.W.Bowman, Terugblik op D-Day, 52; S.E.Ambrose, D-Day. 6 June, 1944, 19; W.Fowler, Pegasus Bridge, 4; 30) Voor hun vermoeidheid zie: H.K.von Keusgen, o.c., 89) De laatste was dit van twee nachtdiensten. Sinds vorig jaar pas waren zij als Duitse zeventienjarigen verplicht opgenomen in de Wehr–macht. Hun scholing was maar net afgelopen, toen zij in oktober 1943 met hun 4e Compagnie waren vervoerd naar de hen totaal onbekende Noord-Franse Kanaalkust, ten westen van Calais. Na een kort verblijf aldaar be–reikten zij vroeg in januari 1944 de stad Caen in de Calvados. Ze werden on–dergebracht in de kalkstenen Middeleeuwse burcht van Willem de Verove–raar, het tijdelijke gevechtshoofdkwartier van de 716e Infanteriedivisie van generaal Wilhelm Richter waar ze ook al wachtdiensten hadden moeten draaien. (Mogelijk was generaal Krug indertijd nog divisiecommandant.) Enige tijd later werden zij weer ingekwartierd in volgens Obersoldat Römer ‘einem Gut in La Folie’. Dat betrof wel een boerderij in het oude hameau (gehucht) van die naam aan de nog bestaande Rue de la Folie bij het quartier (wijk) La Folie-Couvre–chef, noordelijk binnen de stad Caen waar zijn 716e Infanteriedivisie haar hoofdkwartier in 1944 had. (Minder waarschijnlijk werd de meerpandige boerderij Château de Vouilly in Vouilly bij dat andere La Folie bedoeld, gelegen ten noordwesten van Caen, dép. Calvados, richting Bayeux, waarvoor zie b.v.: https://www.map-france.com/La%20Folie-14710/)
Militaire aituatiekaart van Caen in juli 1944. Midden boven en ten noorden van de stad Caen ligt La Folie aangegevenals een schuine grijze rechthoek.
La Folie hedentendage binnen Caen-Noord. De weg links is de Rue de la Folie noordelijk leidend naar het gehucht La Folie. Een moderne groene wijk met park is hier ontstaan.
Römer was nog wel zo gelukkig geweest op kort Kerstverlof terug te mogen reizen naar zijn woonplaats Hilden, voordat zijn peloton van de 4e Compag–nie eind januari 1944 veertien kilometer noordwaards werd doorgezonden ter bewaking van beide bruggen. Der Helmut en andere jongens uit Hilden zullen zeker aanvankelijk in 1940 trots zijn geweest op de Flakkaserne in hun woonplaats. Daar kwamen immers de gevierde Pioniere (genisten, sap-peurs) vandaan die middels de beroemde zweefvliegtuigenactie bovenop het Belgische fort Eben Emael waren geland en hun meegebrachte explosieven zó effectief hadden gebruikt dat mede daardoor de ingesloten Belgische be–manning zich snel gewonnen had moeten geven. Maar na verloop van de oorlog was thuis in Hilden nogal wat veranderd. Er waren fabrieken in de buurt én de grote stad Düsseldorf waardoor de kleine plaats meer en meer geallieerde bombardementen had te verduren. (Cf. https://rp-online.de/nrw/staedte/hilden/zweiter-weltkrieg-in-hilden-alltag-unterm-hakenkreuz_aid-45251927) Hilden kende zijn eigen nazi’s: lokale onschuldige Joodse bewoners als Emma Krämer en de families Herz en Bernstein werden er vervolgd, lijfelijk mishandeld (in 1938 al), op transport gezet en waren voorgoed verdwenen. (Cf. https://www.jewiki.net/wiki/Hilden; https://www.4-5-mei.nl/lay/media/pdf/bernstein-jan-2.pdf; https://map.stolpersteine.app/en/soest/locations/straelenlaan-31)
Stolperstein in Helmut Römers geboorteplaats Hilden, Kreis Mettmann, Mittelstraße 62. (https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Stolperstein_Emma_Kraemer_Hilden.jpg)
Stolperstein in Hilden, Kreis Mettmann, Mettmanner Straße 76.(https://en.wikipedia.org/wiki/File:Stolperstein_Rolf_Bernstein_Hilden.jpg)
In Hilden bevond zich nazi-werkkamp Lager Unterstadt waar ook Hollandse jongemannen veelal na Duitse razzia’s en via kamp Amersfoort in het kader van de verplicht gestelde Arbeitseinsatz of als strafmaatregel zijn terecht ge–komen. Zij kregen er, blijkens een teruggestuurde briefkaart, veel te weinig en veel te slecht te eten.
Postkaart uit Lager Unterstadt in Hilden bij Düsseldorf. Dit was een werk- en doorgangskamp voor o.m. mannen die eerder vastzaten in kamp Amersfoorten en vaak waren opgepakt bij Duitse razzia’s vanwege de verplichtgestelde Arbeitseinsatz. De kaart is beschreven op 29 juli 1944 door Nederlander Johannes Lambertus Ludwig Schröder aan dhr. L.F.Klaassen in Den Haag en verzonden op 31 juli 1944. Klaassen was één der particulieren die adressen ontvingen van het Roode Kruis om pakketten naar te kunnen versturen. Dhr. Schröder was mogelijk de Rotterdam-mer met dezelfde voornamen die op 16 oktober 1940 als 26-jarige in Rotterdam was gehuwd met Wilhelmina Moelike uit die stad, cf. https://www.openarch.nl/srt:CE B45E63-56D3-4EB1-8509-386EF6E6FF3D. In ieder geval kan het níet de muzikant (1875) met dezelfde voornamen uit Den Haag betreffen, want die stierf al op 17 april 1944, cf. https://www.genealogieonline.nl/stamboom.-lobe/I55128.php. Wat het vermelde ‘afscheid’ inhoudt is onbekend: moest Schröder van hier vertrekken? Duidelijk uit de tekst is dat er, althans in periode, te weinig voedsel voor de arbeiders in dit kamp was en de broekriem dus moest aangehaald. De vermelde ‘soep’ als warme maaltijd zal slechs water met enige koolblad of aardappel zijn geweest, zoals ook bekend uit andere Duitse kampen. Er moet vitaminen-, vet- en koolhydraatgebrek zijn geweest.Intussen kan voor de brave Obersoldat Helmut Römer en zijn Hildener familie het adagium hebben gegolden: ‘De Führer kent slechts strijd, arbeid en zorgen. Wij willen van hem het deel overnemen dat wij overnemen kunnen.’, zoals op de voorzijde van de kaart staat gestempeld.(https://www.ebay.com/itm/403417506503; https://www.hipstamp.com/listing/1944-hilden-germany-arbeitslager-slave-labor-camp-postcard-cover-to-holland/16702336; https://www.stampcircuit.com/ja/stamp-Auction/corinphila-veilingen/7612066/lot-2296-topics-and-miscellaneous-world-war-ii-corinphila)
Ein Reich, Ein Volk, Ein Führerook voor Hilden, Kreis Mettmann, Nordrhein-Westfalen. Dit is het Braune Haus van de nazi-partij in de Mittelstraße op 9 april 1938. Aan dezelfde straat bevindt zich het raadhuis uit 1900 en er woonde Joodse gezinnen. (https://rp-online.de/nrw/staedte/hilden/zweiter-weltkrieg-in-hilden-alltag-unterm-hakenkreuz_aid-45251927)
Hilden, Kreis Mettmann, Mittelstraße 30.Van 1900 tot 1990 fungeerde dit vanaf 1899 opgetrokken Bürgerhaus als raadhuis.(https://de.wikipedia.org/wiki/B%C3%BCrgerhaus,_Altes_Rathaus_in_Hilden)
Hilden, Kreis Mettmann, Nordrhein-Westfalen, zuidoostelijk van Düsseldorf, Duitsland. De plaats ligt nabij bos- en heidegebied. Foto uit 2022 met naoorlogse nieuwbouw. (https://www.google.com/maps/place/Hilden,+Duitsland)
Er was geen enkele officier bij dit halve peloton aanwezig. De enige in de buurt was Major Hans Schmidt, commandant van het I. Bataillon, Grena–dier-Regiment 736 die zat ingekwartierd in een particulier huis in Ranville en daar ook een Franse vriendin had opgescharreld. (Het is mij nog onbekend in welke woning of welk buitenhuis in Ranville Major Schmidt was ondergebracht. Een deel van deze compagnie ging door naar Merville aan de kust waar dan ook later bevelen vandaan kwamen, volgens Helmut Römer. Hiervoor en voor de voorgeschiedenis van deze 4e Compagnie, zie slechts H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 12) Het was winderig en vochtig weer voor de tijd van het jaar. Hun M35-Stahlhelme op het hoofd glommen, de standaard Mauser 98k–karabijn hing met en gewicht van 4 kilo over de schouder. Zij konden zien dat de witte raamluiken van het daar gelegen Gondrée-café alle waren toegesloten. Van–wege de Sperrzeit (ingestelde avondklok) in het kustgebied hadden de jonge Duitse wachten in de regel weinig te doen, behalve af en toe papieren navra–gen bij een late Duitse militair of Franse gendarme. Na hun wisseling van de wacht om 21:00 uur (Duitse tijd, 22:00 Britse tijd) was er niets gebeurd. (Auteur H.K. von Keusgen houdt de wachtwisseling bij de kanaalbrug op 5 juni 1944 op 22:00 uur, maar vermeldt er níet bij welke tijdsrekening hij hanteert. Indien dit wel de juiste, Duitse tijd was, loopt die níet met de Britse Dubbele Zomertijd parallel! Deze tijdsberekening tijdens de strijd in Normandië blijft nog een probleem.) Tóch kwam rond 23:00 lokale tijd (00:00 Britse tijd) ‘alles in vuur en vlam te staan langs de Kanaalkust’ getuigde de 17-jarige Gaston Le Baron, woonachtig in St.Ouen du Mesnil Oger, 6 km. ten zuiden van Troarn aan de rivier de Dives in het departement Calvados. Veel land was daar onder water gezet. (https:///www.pegasusarchive.org/normandy/gaston le baron.htm, 1)
Het geluid van luchtafweergeschut bij de kust in het noordoosten deed beide Duitse brugwachttieners bij Bénouville af en toe opkijken, maar had hen zo–als tevoren niet echt verontrust. Er werd de laatste weken zoveel gebombar–deerd en uit vliegtuigen op wegen gemitrailleerd door die geallieerden. Bij Caen waren ook bommen gevallen, bijvoorbeeld op industrieterreinen, twee dagen terug nog was het zelfs goed raak. (D.Botting e.a., De invasie, 95; D.Stafford, Ten Days to D-Day, 198; voor de ‘gewenning’ i.v.m. burgers in Caen vgl. ook A.Mckee, De slag om Normandië, 35) Onbete- kende boerendorpen als Bénouville met zijn kleine brug zouden vijandelijke vliegtuigen wel níet als gronddoel kiezen. Nog éénmaal twee uren wacht pendelen dan zou hun verplichting er weer op zitten. Maar toen klonken er vanuit het noordoosten steeds luider wordende zware vliegtuigmotoren en …vanaf lage hoogte.
Vriend Léon Tribolet, twee mannelijke caféklanten en Louis Picot, de 40-jarige eigenaar van het in vakwerk opgetrokken ruime établissement ‘La Chau–mine’ dat noordelijk tegenover café Gondrée bij de kanaalbrug van Bénouville was gelegen, zaten juist beneden gemoedelijk te kaarten, toen ze deze voor hen verontrustende vliegtuiggeluiden waarnamen. Mevrouw Picot was er ook aanwezig. (De verhaalversie van deze nacht weergegeven door overlevende hr. Léon Tribolet is slechts te vinden in N.Hugedé, Le commando du pont Pégase. De naam van de mannelijke klanten is tot nu toe onbekend. Één zou later tijdens de nachtelijke raid op de kanaalbrug sterven, evenals cafébaas Louis Picot. In het oorlogs-, vredes- en bevrijdingsmuseum van Caen is een op 6 juni 1944 gesneuveld burgerslachtoffer in Bénouville vermeld als André Fanet. Deze man stierf echter op D-Day bij dag in het Château de Bénouville aan de gevolgen van rondvliegende vensterglassplinters na een beschieting daar, waarvoor zie: https://war-documentary.info/pegasus-bridge-benouville/)
Bénouville, D514 niet lang na de bevrijding. Gele stip: westelijke oprit naar kanaalbrug; groene stip: café Gondrée; rode stip: café Picot en roze stip: plek van voormalig stoomtramstation en bijbehorende watertoren.(Detailfoto naar: https://war-documentary.info/pegasus-bridge-benouville/)
Gérard Quesnel, de zoon van de oude Gabriël, controlleur van het tram-baantje van Bénouville, was op dit moment op bezoek in het ouderlijk huis vanwaar hij vrij uitzicht had op het kanaal naar het oosten. Buiten was in de lucht sonoor motorengeronk aangezwollen, komende uit het noordoosten, aan de overzijde van het kanaal, maar nog op behoorlijke afstand. Het kleine gezelschap in de woning liep verrast en nieuwsgierig naar de ramen. De hef–brug lag in rust. Enkele geallieerde bombardeurs! Op groter wordende af–stand achter drie bommenwerpers volgden nog drie grote zwarte vliegtuigen. Gérard was onder de indruk van het geweldige sonore lawaai. De gedachte dat het om losgekoppelde zweefvliegtuigen ging bij die achterste donkere toestellen, kwam geen moment in zijn hoofd op. Richting Caen vlogen ze, dát zal het doel zijn. Enige burgers van Bénouville-Le Port hadden dus wel dalende Horsa’s gezien, maar verkeerd geïnterpreteerd. (N.Hugedé, Le commando du pont Pégase)
Hoofdstuk 82.
6 juni 1944, D-day, middernacht (Britse tijd): Landing van drie Horsa’s bij Bénouville
De nacht was opvallend stil voor de bemanningen in de voorste zweef–vliegtuigen boven Normandië. Er klonk in ieder geval nog geen gericht schot vanaf de grond. (C.Ryan, De langste dag4, 96 = ibidem28 (Houten, 1994), 108; R.Collier, D-Day, 153) Zuidwaarts bij Caen, wat nog ver weg leek, werd de nachtlucht opge–licht door Duits 20 mm. en zwaar 88 mm.-luchtdoelgeschut. Toen de 22-ja–rige luitenant Richard (‘Sandy’) Smith op een gegeven moment, zodra zijn toestel in evenwicht hing en zoals was geoefend, bijtijds de bakboorddeur van Glider Nr.3 opende om bij landing sneller weg te kunnen komen, werd parachutistenmedicus kapitein Vaughan tegenover hem érg bang, zonder parachute. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 24) Het openen van die Horsa-deuren was trouwens wel geoefend door John Howards mannen, maar nooit tijdens een vlucht! (Zie daarvoor luitenant Sweeney in: Fl.Whitlock, If Chaos Reigns: The Near-Disaster and Ultimate Triumph of the Allied Airborne Forces on D-Day June 6, 1944 (2013), Ch.17) De koude wind veroor–zaakte daarbij een luid gehuil dat zich in de romp van de Horsa verspreidde.
Daling bij de kanaalbrug van Bénouville door Horsa’s Chalk 91, 92 en 93
(vooraan) en door Chalk 96 en 95 (achteraan) bij de Ornebrug. Let op de
reeds geopende bakboorddeur, hier zichtbaar bij Chalk 92. Schilderij ge-
titeld ‘Horsa’s over Pegasus Bridge’ van Michael David Steele-Morgan
(geb. 1929) uit 1993. Coll. The Museum of Army Flying, Middle Wallop,
Hampshire, Engeland.
(https://artuk.org/discover/artworks/horsas-over-pegasus-bridge-25466; https://1.bp.blogspot.com/-JZgtdNZxZ38/U4UTirReIII/AAAAAAAAESk/Pfel2ux7FbE/s1600/hmp_maf_13_large.jpg)
Luitenant ‘Den’ Brotheridge stond in zijn nu min of meer horizontaal hang–ende toestel, Glider Nr.1, eveneens op en begon onderaan de bakboorddeur aan de greep te rukken, terwijl pelotonssergeant Stan (‘Bob’) Ollis de luitenant stevig vasthield aan zijn uitrustingsbanden (webbing). De glijdeur bleef klemmen. Majoor Howard die er schuin tegenover zat (Howard, in: C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 48) en blij was wat te doen te hebben, gespte meteen zijn veiligheidsriem los en stond op om hen beiden te helpen. Ter linkerzijde van de luitenant greep hij diens pols stevig met beide handen beet. (D.Howarth, Het epos van D-Day, 40; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 23. John Howard bevestigt de opening van de voorste deur vlak na afkoppeling, in: C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 48. In D.Botting e.a., De invasie, 92 is het ironisch genoeg de tweede piloot die de voorste deur opent, de man dus op wie het precisiekoersen bij daling vooral aankomt! Voor de voortijdige opening der deuren zie ook maj. J.Howard in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6) Toen de deur eindelijk omhoog gleed, sloeg de koude windstroom binnen, maar was er door de vliedende bewolking beneden nog geen zicht. De hevig zwetende Wallwork achter de rechter stuurkolom werd afgeleid door de stroom kou in zijn nek. Beide officieren Howard en Bro–theridge hadden een weddenschap om vijftig francs lopen wie als eerste uit het toestel zou stappen na landing op Franse bodem. De inspannende han–deling deed hun inwendige spanning wat wegebben. Majoor Howard en sergeant Ollis trokken luitenant Brotherige hard terug naar zijn plaats.
Achterin hetzelfde toestel zou de stuurboorddeur door Wally Parr die er links naast zat op stoel 18, moeten worden opengeschoven, maar…het ding schoof slechts gedeeltelijk open en klemde toen. Parr keerde haastig terug naar zijn stoel ernaast en bevestigde zijn veiligheidsgordel weer. Onder de half open getrokken deur door had hij zojuist boomtoppen onder zich door zien razen en had zijn maag zich bijkans omgedraaid. (Dat Parr naar buiten had kunnen kijken tijdens de daling en ‘bomen met negentig mijl per uur onder hem door zag schieten’ (S.E. Ambrose (Pegasus Bridge2, 88; http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 7 en herhaald in B.Parr, “What d’ya do in the war, dad?”, 30) hoeft strikt genomen niet te betekenen dat de achterdeur door Parr al geheel was opengetrokken. Wally Parr zélf heeft tenminste elders beweerd dat hij de achterdeur wel had geopend, maar pas na de landing wat niet conform de exit-drill zou zijn geweest, zie http://www. france-ouest.com/dossiershtm/debarquement/96d.htm, 1. Zijn zoon Barry Parr, in “What d’ya do in the war, Dad?”, 30 en 32 zet vreemd genoeg beide versies van zijn vaders openen van de deur in één en hetzelfde verhaal. Dat kan betekenen dat de deur wel was geopend, maar niet volledig bij landing.) John Howard zag nu eveneens Franse velden door de geopende bakboordeur flitsend komen en verdwijnen, stil, vredig, onwerkelijk… (http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6)
Horsa-piloot in de film ‘The Longest Day’.
De zwetende, uiterst geconcentreerde Jim Wallwork ontwaarde wolken ge–noeg, maar geen rivier, kanaal of brug. Hij voelde zich opgelaten, onzeker. Alle kleppen waren neer. Tot copiloot John Ainsworth na 3 minuten en 42 seconden riep: ‘Nu!!’ Wallwork trok de reeds dalende Horsa Chalk 91 auto-matisch in een scherpe bocht stuurboord uit, rechtsom, zoals tientallen malen en ook in het donker van de nacht was geoefend. Nu kwam het erop aan.‘Ik zie dat Bois de Bavent niet, John!’, fluisterde de piloot aan bakboord nerveus naar Ainsworth zonder de passagiers te willen verontrusten. Het uitgebreide bosperceel zou zich aan zijn stuurboord moeten bevinden. Ainsworth was geprikkeld:‘Godsamme, Jim, ‘t is de grootste vlek in Normandië. Let dan op!’. Wallwork hield vol: ‘Het is er niet!’. John Ainsworth liet zich niet van zijn stuk brengen, zij móesten op koers zitten. Hij telde onverstoorbaar met de chronometer in de hand van vijf tot één af en eindigde met een triomfan–telijk:‘Bingo! Rechts! Één draai naar stuurboord! Op koers aan!’ (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 26; http://www. arrs.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 6)
Het uitgebreide Bois de Bavent (groen) ten oosten van Ranville (linksboven) en de rivier de Orne (linksboven, lichtblauw). De aanvliegroute van piloten Wallwork en Ainsworth begon rechtsboven.
Kanaal van Caen naar de zee (blauw, links) en de Orne (blauw, rechts) kunnen worden overgestoken over de beide bruggen (rood, midden-boven). Het Bois de Bavent (donkerder olijfgroen, linksonder) dat piloot Jim Wallwork meende niet te kunnen zien op de grond.(https://wwwt.steamcommunity.com/sharedfiles/filedetails/?id=1623504576 )
Horsa Chalk 91 van 1e piloot Jim Wallwork zet daling in. Model van Italieri 1:72 gefotografeerd tegen geschilderde achtergrond van kanaalgebied bij Bénouville.(Eigen foto)
De ingespannen werkende Wallwork gehoorzaamde zonder enig commen–taar. Een tweede bocht van 90 graden volgde richting noorden, langs de oostelijke oever van het rechte Caenkanaal. Hoogte: 500 voet. Snelheid: teruggebracht van 160 tot 110 mijl per uur. Piloot Wallwork kon recht vooruit nog niets zien en moest blind vertrouwen op de berekeningen van zijn copiloot-navigator. Geen landingszone te zien, tot het zicht eensklaps varieerde tussen de dertig en veertig meter. De beide bruggen over de zilverkleurige waterstrepen kon Jim Wallwork tot zijn grote opluchting nu zien liggen, de rest zou op zicht alleen kunnen:‘Naar de hel met de koers, van nu af aan is het op de gok en met God..’, dacht hij min of meer bij zichzelf, hoewel de piloot absoluut niet van de afgesproken en vooraf berekende koers wilde afwijken. (http://www. britannica.com/normandy/pri/Q00259.html-64: Normandy 1944: Personal History: Jim Wallwork; Wallwork, in: http://www. historynet.com/wwii/bglidefour/indexl.html, 2) Aan beide oplichtende waterlinten beneden hem kon majoor Howard ook met eigen ogen zien dat hij op koers zat. (D.Howarth, Het epos van D-Day, 40; http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6) De manschappen omklemden hun wapens vaster, alle spieren stonden gespannen. (D.Botting e.a. De invasie, 92) De lichtgrijze brugbovenbouw dook eindelijk linksonder vóór de piloten op, vervolgens de zeer beperkte driehoekige landingszone tussen het geboomte in het noorden. De verwachte landingszone (codeletter ‘X’), parallel lopende aan het kanaal, was niet alleen slechts driehonderd meter lang en tamelijk drassig, maar hoge bomenrijen rondom, eventueel op het laatste moment ingeplante anti-landingsstaken, ook het gevaarlijke twee meter hoge talud aan de weg moesten worden ontweken alsmede de redelijk grote waterpoel aan de noordelijke zijde van het landingsterrein. (Die plas was overgebleven van een overigens opdroogde stroombedding die in verbinding had gestaan met de Orne. Vgl. W.Fowler, Pegasus Bridge-Benouville D-Day 1944 (Osprey Publisinhg, 2010), 34 die ten onrechte suggereert dat het bestaan van deze plas in Engeland niet bekend was. Men vergelijke luchtfoto’s afgebeeld in W.G.Ramsey (red.), D-Day. Then And Now, vol.1, 227 (onder) = S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, ill. nr.15 en ibidem, nr.2 waarop de plas als zwarte vlek duidelijk is te ontwaren. Bovendien bevestigde Jim Wallwork in één interview dat het bestaan van de poel was meegedeeld tijdens een briefing van de piloten, terwijl niemand van hen erop had gerageerd.) Zo niet het verwachte en nu vaag opdoemende weilandhek met het horizontaal gespannen prikkeldraad en de draadversperringen daarachter op het achterste gedeelte van het landingsterrein, dáár zou Jim Wallwork -zoals hij tevoren majoor Howard op een ‘tussen-neus-en lippen-door’-verzoek had beloofd- opzettelijk recht doorheen sturen om een eerste opening naar de brugoprit te forceren, al kostte dat hem en Ainsworth bijna zeker hun benen. De piloot verkoos in stilte dergelijk leed boven een mogelijke botsing die de twee dalende zweef–toestellen achter hem zouden kunnen veroorzaken. (Voor een duidelijke foto van die prikkeldraadhekversperring zie W.G.Ramsey (red.), D-Day. Then and Now, vol.2, 688, boven)
Staff Sergeant Wallwork van het Zweefvliegersregiment stuurde de kist onberispelijk tot vlak vóór het doel, de grijze rolhefbrug over het kanaal van Caen, de karakteristieke bovenbouw ervan nu duidelijk zichtbaar in het licht van de volle maan, even voorbij de watertoren aan de westzijde van het hier en daar zilverkleurige kanaal. De brug was neergelaten, wat bij vertrek helemaal niet zeker was geweest! Als die remparachute maar niet de neus van het toestel neerwaarts zou trekken of zijn snelheid te veel zou doen afnemen, zodat hij te ver vóór de weg zou landen en de volgers zodoende geen genoeg ruimte zou laten voor hún landing. Wilde gedachten flitsten de piloot door het hoofd. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 25-27 ; Wallwork, in: http://www. D-Day, état des lieux: Pegasus Bridge, 1) Het suizen van de slipstream was echter alwat de gespan–nen inzittenden in het eerst landende zweeftoestel hoorden. Landingssnel–heid: 95 mijl per uur -Wallwork had op 85, hooguit 90 gehoopt. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 27; F.Bourlet, in IWM-Internetpublicatie D-Day Resource H: Pegasus Bridge, Account 2; B.Parr, What d’ya do in the war, Dad?, 29-30) Hij was veel te zwaar beladen. De majoor achter hem had de cockpit ingekeken door de nauwe, halfronde doorgang in het schot. Hij had het zorgelijke vollemaansgezicht van de piloot met de scher–pe slanke neus bemerkt, waaronder zijn microfoonmondstuk los bengelde. Howard zag dat Wallworks gezicht glinsterde van grote zweetdruppels. Het toestel schommelde hevig.
Aanvliegroute der drie Horsa’s op kanaalbrug bij Bénouville. Computeranimatie uit National Geographic Channel-docu over Pegasus Bridge. Men naderde vanuit het zuiden. De Kanaalkust bij Ouistreham (deel uitmakend van het geplande Sword Beach) ligt boven uit beeld.
Horsa-cockpit bij landing, (Still uit film De slag om de Schelde/The Forgotten Battle)
00:15 uur Britse (23:15 Duitse) tijd: (Niet ‘seize minutes après minuit’, zoals Wallwork in een later interview aangaf; dat was de tijd van de daadwerkelijke crash–landing) Jim Wallwork hief plots zijn linkervuist in de lucht, het tevoren afgesproken signaal aan majoor Howard voor landing binnen de minuut. (Jim Wallwork, in: http://www: D-Day, état des lieux: Pegasus Bridge, 1-2. S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 28 beweert dat de piloot zou hebben geroepen dat zij zich moesten gereedmaken voor landing) Howard boog zich terug op zijn metalen bank. Copiloot John Ainsworth schreeuwde toen:‘We gaan naderen, hou je stevig vast!’ (Uitroep van co-piloot naar J.Howard in http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6. Het is onwaarschijnlijk dat eerste piloot Wallwork ook maar iets zou hebben geroepen naar de passagiers, juist nu híj vooral zich moest concentreren op een goede landing, contra Frank Bourlet in IWM-Internetpublicatie D-Day Resource H: Pegasus Bridge, Account 2:’The glider pilot shouted out ‘We’re making our approach’, so we immediately linked all our arms together, which was the usual procedure, lifted our feet up off the floor, if you could, and just waited for the landing.’, J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 118 en D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 41 overeenkomend met D.Howarth, Het epos van D-Day, 41:’Hou je vast!’; Wally Parr in http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 7) De majoor richtte zich onmiddellijk tot de manschappen in de romp en herhaalde luid het trai–ningsbevel:‘Armen inhaken! Voeten omhoog!’ (Naar Wally Parr mondeling in interview in BBC-TV-docudrama D-Day, juni 2004) Pelotonscommandant luitenant Brotheridge voorin de Horsa aan stuurboord achter de piloten, herkende het landingsveld nu ook:‘Daar gaan we, jongens!’ (C.Ryan, De langste dag4, 96 = ibidem28 (Houten, 1994), 108 naar getuigenis van soldaat-brenschutter William (‘Billy’) Gray die naast Brotheridge zat) De mannen aan boord trokken razendsnel de benen op en haakten de armen stijf ineen, de zgn. butcher’s grip. (C.Ryan, De langste dag28 (Houten, 1994), 108; D.Botting e.a., De invasie, 92; D.Howarth, Het epos van D-Day, 41; Frank Bourlet van het 1e Peloton in IWM-Internetpublicatie D-Day Resource H: Pegasus Bridge, Account 2; W.Fowler, Pegasus Bridge-Benouville D-Day 1944 (2010), 34) De met een dunmetalen plaat afgedekte vloer van een silent coffin (‘stille doodkist’) of hearse, (‘rouwkoets’) zoals de mannen de Horsa gewoonlijk noemden (Cf. Harry Clark, in: http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 6; A.Beevor, D-Day, 53), kon immers gemakkelijk uiteengescheurd worden bij een buiklan–ding op oneffen grond en de landingsski zou er gevaarlijk doorheen kunnen slaan. Wallwork bleef uiterst geconcentreerd zijn instrumenten nakijken: hoogte 200 voet, landingssnelheid nog boven de 90 mijl per uur. (Vgl. D.Howarth, Het epos van D-Day, 41: ‘met een snelheid van honderdvijfenveertig kilometer per uur’; A.Beevor, D-Day, 52 geeft ‘300 m. hoogte’.) Aan boord van het kwetsbare toestel werd doodstil, angstig of zonder enige gedachte afgewacht. Dit waren de meest zenuwslopende mo–menten tijdens een zweefvliegtuigaanval.‘Alsjeblieft God, alsjeblieft God!’, bad de gelovige majoor John Howard inwendig. (J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 118)
Hoofdstuk 83.
6 juni 1944, D-Day, middernacht (Britse tijd): Duitse wachten op de kanaalbrug van Bénouville en vluchtende burgers in Caen
De jonge Duitse pendelwachten Helmut Römer en Erwin Sauer die meer westelijk op de brug met de lage, beschotte metalen leuningen nog vermoeid bijeen stonden te wachten op hun verlate aflossing, kregen vanuit het zuid-oosten een voortrazende schim van een merkwaardig lang, donker ‘object’ beschenen door enig uit het oosten komend maanlacht te zien, zodra hun aandacht eveneens was getrokken door het luide, maar aanvankelijk onver–klaarbare ‘swjissssj-swjwisssj-geluid’ boven de nu duistere, met een open rij hoge bomen beplante zuidoostelijke kanaaloever. Sauer had in het nachtelijk donker eigenlijk ‘niets nauwkeurigs’ kunnen waarnemen. (H.K. von Keusgen, Pegasus Brücke und Batterie Merville (2014), 89. Er stond op dit moment geen Duitse schildwacht paraat op de oostelijke kanaaloever, zoals beweerd in: G.Blond, Invasie. 6 juni 1944.) Hun pelotonsbevelvoerder, Feldwe–bel Gregor Ackermann, was al gaan slapen in de verbunkerde noordooste–lijke manschapsverblijven noordelijk achter de lage bunker, evenals Gefrei–ter (± ‘korporaal’) Weber en diens half dozijn maten. (H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 83-84; 88 (bijschrift bij foto van brugmaquette). Helmut Römer, in de bewoording van John Howard, in: S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 177 schijnt echter te suggereren dat zijn commandant zich in een loopgraaf schuin tegenover café Gondrée bevond, i.e. op de westelijke kanaaloever; D.Botting e.a., De invasie, 95)
Erwin Sauer (l.) en Helmut Römer (r.) als schildwachten op de kanaalbrug van Bénouville. Achter hen zijn de zandzakken bovenop de brugwatertoren goed te zien. Te oordelen naar de handschoenen en lange jassen is de opname eind januari-begin februari 1944, toen zij hier pas waren gearriveerd vanuit Caen, gemaakt. Coll. Helmut Römer.(H.K. von Keusgen, Pegasus Brücke und Batterie Merville (2014), 89)
Majoor Hans von Luck, veteraan van het Afrikakorps, vriend van veld–maarschalk Erwin Rommel en thans bevelhebber van het 125e Pantsergre–nadierregiment van de 21e Pantserdivisie, merkte zelfs te Vimont, zuidoos–telijk van Caen, om ca.23:10 (Duitse tijd) op dat een half dozijn bommen–werpers –het betrof de Albemarles met de Britse para-terreinmarkeerders onder leiding van brigadegeneraal Nigel Poett met bestemming Ranville- wel érg laag vloog. Hij beval prompt de omgeving te laten afzoeken naar verzetslieden die misschien geparachuteerde voorraden moesten ophalen. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 19) Even later explodeerden met doffe klappen de af–leidende bommen bij het industrieterrein langs de haven van Caen. Geen enkele bom uit die zes Halifax-bommenwerpers raakte echter de beoogde cementfabriek. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 22)
Overigens was de burgerbevolking van Frankrijk deze avond en nacht door de clandestien te beluisteren BBC-radio gewaarschuwd om steden met Duitse troepen en vooral die met Duitse hoofdkwartieren te verlaten na uitzending van talloze cryptische codezinnen voor de activering van het Franse verzet. (P.Carell, Invasion, 18 ) Burgers van Caen gaven niet lang daarna gehoor en begonnen in grote groepen straat na straat met hun meegezeulde fietsen, karren, kinderwagens en hopen bagage te vullen. (Niet de hele stad liep deze nacht leeg. De burgemeester droeg burgers pas officieel op 8 juni op te vertrekken, als ze er geen belangrijk ambt te bekleden hadden. Zo’n 40.000 inwoners zouden tot begin juli (toen Montgomery’s Operatie Charnwood werd ingezet) gehoor geven aan de oproep en 20.000 achterblijven) Ook werden, zoals boven Caen en Lisi–eux, door de geallieerden enige malen waarschuwingsvelletjes over komen–de bombardementen voor de stadsbevolking gedropt. De meeste van die pa–piertjes dreven ver weg en weinige bewoners hadden belangstelling voor de exemplaren die wel in de stad neervielen. (M.Lindsay, So Few Got Through, 64-65) Op le–zen ervan door burgers of Duitse militairen stond trouwens een Duitse straf. Veel vaker zou het geschieden dat Noord-Franse plaatsen door geallieerden bombardementen werden getroffen zónder enige waarschuwing vooraf….
‘Vertrek naar het platteland! U hebt geen minuut te verliezen!’, waarschuwden de geallieerden de bewoners van Noord-Franse plaatsen die binnen korte tijd zouden worden gebombardeerd om de Duitse vijand te hinderen.(https://scholars.wlu.ca/cgi/viewcontent.cgi?article=1616&context=cmh, 5)
Lisieux werd in de zomer van 1944 voor 80% verwoest door geallieerde bommen. Zij ontving deswegen recent de onderscheidingsmedaille: ‘ville martyre de la bataille de Normandie’. (https://actu.fr/normandie/lisieux_14366/lisieux-va-recevoir-medaille-ville-martyre-la-bataille-normandie_28314395.html)
Enige Franse burgerslachtoffers, hier leden van het gezin Faucon uit Lisieux die stierven op 7 juni 1944 onder een geallieerde bommenregen. De eerste bommen vielen op 6 juni 1944. In totaal zouden zo’n 60.000 Franse burgers omkomen tijdens de strijd om Frankrijk.(https://scholars.wlu.ca/cgi/viewcontent.cgi?article=1616&context=cmh)
Hoofdstuk 84.
6 juni 1944, D-Day, 00:16 uur (Britse tijd): Landing eerste Horsa bij kanaalbrug (Euston 1) bij Bénouville
Zodra de beide uitstekende, lichte kleine zijwielen van het verende on–dergestel de grond alsook de neus van Horsa Chalk 91 reeds het eerste stuk, afknappende prikkeldraad hadden geraakt, schreeuwde Jim Wallwork tot John Ainsworth:‘Stream!’ (‘Loslaten!’) waarna de copiloot snel de electri–sche knop boven zijn hoofd omzette om de remparachute uit te kunnen werpen door het valluik in de vloer achter in het toestel waarop Jack Bailey het chute-pakketje netjes had neergelegd. Met een harde droge klap bolde het witte scherm achter zijn koorden op. De staart van Chalk 91 zwiepte ge–lijk omhoog, het kleine neuswiel sloeg hard tegen de grond en zocht sid–derend houvast. Het toestel wipte vervolgens los van de grond. De rem–parachute liet de Horsa weer dalen, het scherm raakte verstrikt in een struik en de lijnen ervan braken af. De snelheid van het toestel werd enigs–zins teruggebracht. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 89; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 119; F.Bourlet, in IWM-Internetpublicatie D-Day Resource H: Pegasus Bridge, Account 2, [1]) Op dat moment riep Wallwork automatisch:
Landing van Horsa in het duister: een vonkenspoor veroorzaakt door de landingsski die over veldstenen schuurt, is onder het toestel weer–gegeven. Animatiebeeld uit een BBC-TV-documentaire over Pegasus Bridge.
Landende Horsa.
‘Jettison!’ (‘Afwerpen!’), bang als hij was voortijdig te stoppen. Ainsworth drukte gehaast op een tweede knop boven hem waardoor het afgescheurde scherm zou moeten afvallen. Bij het tweede, voor de passagiers onverwachte harde contact met de bodem brak het voorwieltje in één keer af. Het linker zijwiel bleef intact, maar het rechter, hoewel nog vast aan de as, klapte inwaarts en de cockpit bijgevolg naar stuurboord neerwaarts. Met een harde klap landde het nu hevig schuddende en krakende toestel op de middenski en schoot scheef met lichte klappen hobbelend over de oneffen grond door met meer dan 90 kilometer per uur. De mannen bonkten hard op en neer dan wel heen en weer op hun stoeltjes. De lichte, metalen landingsski en het rechteronderstel onder de bonkende Horsa raakte stenen en prikkeldraad, een gedurige vonkenregen veroorzakend. ‘Lichtspoorkogels!’, schrokken manschappen die het door de geopende deur zagen, bang reeds te zijn opgemerkt door de vijand. (J.Howard, in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 119; G.Blond, Invasie. 6 juni 1944, 115; C.Ryan, De langste dag, 97 = 28e dr. (Houten, 1994), 108; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge, 89; C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 46-47; H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 89; D.Edwards, The Devils’s Own Luck, 41; majoor Howard mondeling op Disk I in Brinkley en Drez, Voices of Valor. Frank Bourlet in IWM-Internetpublicatie D-Day Resource H: Pegasus Bridge, Account 2, [1]. Dat Wallworks Horsa hierbij ‘een koe omverwierp’ is slechts fantasievol vermeld in Ch.Wilmot, The Struggle for Europe, 265 (‘..the glider lurched on, bowling over a cow, as the pilot steered it to a standstill in the barbed wire entanglement in front of the enemy trenches.’) en D.Botting e.a., De invasie, 95 (tenzij de auteurs in de war zijn met een mededeling over aanwezige koeien tijdens landing van de eerst landende glider nr.6 in een weiland bij de Ornebrug.)
Geschilderde impressie van de landing van Horsa Chalk 91 van piloten Jim Wallwork en John Ainsworth op landings–zone ‘X’. Het onderweg rammen van hekwerk is niet door piloten of passagiers vermeld. Op een foto van het wrak is het bakboordwiel aan het onderstel te zien na stilstand. Het was dus níet verloren bij landing! In werkelijkheid was het veel donkerder dan weergegeven in dit artwork.
Bewerkte versie van vorige. Coll. Musée Mémorial Pégasus.
Landing van de eerste Horsa bij de kanaalbrug naar cover art van een modelbouwdoos. De chalk-nummering ervan lijkt niet te kloppen.
Onderdelen van een Horsa. Links: bevesti-gingsframe van de sleepkabel; rechts: bewaarde skid van (naar zeggen) ‘Howard’s Horsa’ (Chalk 91= Glider No.1) Coll. Musée Mémorial Pégasus, Bénouville.(http://www.clydesideimages.co.uk/france-d-day—pegasus-bridge.html)
Op 6 juni 1944 om precies 00:16 uur (Dubbele Britse Zomertijd; 5 juni, 23:16 uur lokaal-Frans-Duitse tijd) vond de helse crashlanding van Horsa Chalk 91 plaats (De exacte landingstijd werd later vastgesteld door de tijdelijk stilstaande polshorloges van majoor Howard en van een soldaat van het 1e Peloton, naar S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 14; 88; 173; Jim Wallwork in : http://www. princeofwales.gov.uk/news/2004/06.jun/ddayhorsglider.php, 2; http://www. geocities.com/lightackack/loyals10.html?20063, 1. Waarom J.Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there, in: http://ww2talk/forums/topic/45977-pegasus-bridge-in-the-words-of-those-who-we…, 1 dan toch recentelijk stelt:’At 0025 hrs. the first glider crash-landed..’ ) is mij niet duidelijk. Sommige Franse bronnen, -te beginnen met Georges Gondrée decennia geleden in: G.Blonde, Invasie 6 juni 1944– noemen foutief een tijd van (tegen) 01:00 ’s nachts; zo recent nog: Direction régionale de l’Environnement, de l’Aménagement et du Logement de Basse-Normandie, Bénouville, Ranville Pégasus-Bridge. Site classé No. 14130, 2 als gepublieerd op het net.) wat een kakofonie opleverde van scheurend en krakend hout en versplinterend per–spexglas van de afbrekende cockpitkap die prikkeldraad en enkele paaltjes van het hek vór de weghelling raakte. (J.Fr.Turner, Invasie ’44, 146; C.Ryan, De langste dag28 (Houten, 1994), 108; A.Beevor, D-Day, 53. Stand van cockpitdak te zien op foto van Horsa-wrak d.d. 7 juni 1944, zie W.G.Ramsey (red.), D-Day. Then and Now, vol.2, 688; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, foto nr.13; directe ‘omvouwing’ van cockpit bij landing aan auteur bevestigd door ex-piloot James Wallwork per e-mail in december 2004)
Het voorste deel van het wrak van Horsa Chalk 91 ligt met omgeslagen cockpitdak tegen en over het prikkeldraadhek op Landingszone ‘X’, als gepland.
Piloot en copiloot-navigator werden voorover met stoel en al door het ge–broken perspexglasgeraamte het toestel uitgesmeten, het prikkeldraad in. Het dak van de cockpit werd tezelfdertijd afgerukt en sloeg achterstevoren tegen de romp omhoog. De veiligheidsriemen waren losgebroken, Wallwork lag plat op zijn buik. Beide piloten kwamen onder wrakstukken te liggen, buiten bewustzijn. (Wallwork, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 80; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 119; J.Fr.Turner, Invasie ’44, 146; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 89; R.Collier, D-Day, 153; Howard in C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 48; http://www.arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 7)
Het toestel -vooraan ineengedrukt, de bakboordeur geheel versplinterd- hel–de met één smak naar stuurboord, omdat het rechter wiel was afgebroken; de rechtervleugel raakte een paaltje dat naar voren werd gedrukt; de vleugeltip sloeg onbeschadigd tegen de grond. (Geconcludeerd naar enkele veel gepubliceerde foto’s (ook als ansichtkaart) van het gelande toestel d.d. 7 juni 1944, zie b.v. Ambrose, Pegasus Bridge2, ills. 12 en 13; W.G.Ramsey (red.), D-Day. Then and Now, vol.2, 688; Wallwork, in: http://www. D-Day, état des lieux: Pegasus Bridge, 2 noemde de hekpaal een ‘un tronc d’arbre’, alle paaltjes waren in feite bijgewertkte dunne boomstammetjes; Wallwork, in: http://www. The 2001 G.I.Joe Convention Kansas City: Convention Special Guest Jim Wallwork, 1; H.K. von Keusgen, Pegasus Brücke und Batterie Merville (2014), 98 (Anmerkung). Voor de schade zie ook: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 80. Het wielonderstel als zodanig was niet afgebroken zoals C.Ryan, De langste dag28 (Houten, 1994), 108 beweerde.) De passagiers waren hard door elkaar gesmeten, sommige veilig–heidsriemen die niet al te strak zaten, schoten los, mannen die tegenover el–kaar hadden gezeten botsten opeen, builen en schaafwonden ontstonden, hoofden bons–den, men werd duizelig of bewusteloos. Sergeant ‘Bob’ Ollis voorin aan bakboord werd zó gewond dat hij voor het gevecht was uitge–schakeld. (D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 50; 224) Denis Edwards die daar eveneens had gezeten, ‘staarde in een mistig blauw en grijsachtig waas’ waarna een ‘stroom van veelkeurige lichten’ op hem af scheen te komen. Hij was aan zware verwonding of de dood ontsnapt. (D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 41) Majoor Howards veiligheidsgordel om zijn buik brak los aan stuurboord voorin. Hij was hard omhoog geworpen tegen een houten spant achter de cockpit, waar–bij zijn pothelm over de ogen vastsloeg. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 89; C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 48; Howards helm mét aldus ontstane deuk is tentoongesteld in het Musée Mémorial Pégasus)
Baret en pothelm (met deuk) van majoor John Howard in het Musée Mémorial Pégasus, Bénouville.Het kogelgat in de helm ontstond in de strijd na D-Day. De deuk opgelopen bij landing zit er rechts tegenover. Op de achtergrond een zijden shawl van Howard bedrukt met een kaart van Frankrijk. Er waren mannen in Normandië die per abuis een dergelijke zijden landkaart van Zuid-Frankrijk meekregen, wel bedoeld voor de Amerikaans-Franse landingsoperatie (Anvil >)Dragoon aan de Côte d’Azur op 15 augustus 1944. Die zou immers aanvankelijk gelijk met Overlord van start gaan.(Eigen foto, 2013)
Dezelfde helm met de deuk en ‘Ox and Bucks’- kleuren toebehorend aan majoor Howard en tentoongesteld in het Musée Mémorial Pégasus. Links: zakflacon van luitenant Den Brotheridge. (https://sergeanttombstoneshistory.wordpress.com/tag/d-day/ )
Het hekwerk van met prikkeldraad bespannen wit geschilderde stammetjes, deels geknapt onder het gewicht van de enorm brede vleugels, alsook rollen prikkeldraadversperring hadden de eerste Horsa tot abrupte stilstand ge–bracht met de beschadigde neus in de richting van de weg die tussen beide bruggen liep. Het toestel was geland juist naast een breed houten toegangs–hek dat een lemen pad naar de kanaalbrug op de zuidoostelijke kanaaloever afsloot. (Naar verschillende foto’s van het eerst gelande zweeftoestel genomen op 7 juni 1944 door majoor W.H.J.Sale (MC) van de 3rd-4th County of London Yeomanry (Sharpshooters) = National Army Museum, London image nr.100760; W.G.Ramsey (red.), D-Day. Then and Now, vol.2, 688; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, foto–nrs.12-13; https://www.nam.ac.uk/online-collections/images/480/100000-100999/100760.jpg, 1)
De bij het prikkeldraadhek nagenoeg bewusteloos geraakte Jim Wallwork begon te bloeden uit diverse diepe snijwonden aan het hoofd (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2; Wallwork, in: http://www. D-Day, état des lieux, 2:’Je fus blessé par des débris’; Wallwork, in: http://www. mastercollector.com/neat/gijoe/kansascity/specialguest.shtml: The 2001 G.I.Joe Convention Kansas City: Convention Special Guest Jim Wallwork, 1-2; James H.Wallwork, in: Supplement to Aeroplane Monthly (May, 1994), 21; cf. N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 303, Ch.8 met n.3 (b)), al had zijn speciale crash–helm veel impact opgevangen. Het prikkeldraad had hem uit zijn stoel gerukt, hij lag plat op zijn buik onder het versplinterde cockpitwrak en kreunde. Copi–loot John Ainsworth lag buiten westen met het onderlijf en knieën onder een afgebroken, versplinterd deel van de neus van het toestel geklemd. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 102-103; James H.Wallwork, in: Supplement to Aeroplane Monthly (May, 1944), 21; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 119. De kapotte perspexruiten van een Horsa konden bij een crash de huid van uitstekende lichaamsdelen aan flarden rijten, zie daarvoor b.v. http://www.assaultgliderproject.co.uk/Oral–Histories–files/755c84f744650d5afa74d1…, 1-2) Enige seconden volkomen stilte volgden. Niets en niemand bewoog meer. ‘God help me, we moeten allemaal dood zijn…’, dacht Denis Edwards. (D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 41 en in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 80; majoor Howard op Disk I in Brinkley en Drez, Voices of Valor)
‘Er is waarschijnlijk niets ter wereld zó rekbaar als subjectieve tijd’, schreef de Amerikaanse ex-militair en auteur John Steinbeck in zijn roman Er was eens een oorlog in verband met het tijdsbesef van dalende parachutisten. Het duurde feitelijk acht tot tien zeer gevaarlijke seconden, maar in hun eigen beleving tergende minuten lang, voordat de volkomen verdwaasde mannen van het 1e Peloton van Compagnie D binnenin het beschadigde zweefvlieg–tuig beseften wat hen stond te doen. (Wally Parr, in: http://www. france-ouest.com/dossiershtm/debarquement/96d.htm, 1:’«On était tous groggy. Swing!»; Frank Bourlet in de Internetpublicatie D-Day Resource H: Pegasus Bridge, Account 2, [1] over de landing:’We was alright, we held on to each other quite well and then of course it was out of the glider.’; Bailey”, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 80-81: ‘In spite of how we had been taught to react there was a slight hiatus. It would have been seconds.’ Een in 2019 door een auto aangereden fietster met gecompliceerde beenbreuk en lichte hersenschudding zei later tegen de politie te geloven dat zij ‘zeker drie kwartier op de grond had gelegen’, voordat zij met een pijnstillende injectie, per ambulance werd afgevoerd. Zij lag in werkelijkheid niet langer dan 10 tot 15 minuten op het wegdek.) Op derge–lijke levensgevaarlijke kwetsbaarheid na een crash had men hen bij de trai–ningen nooit attent gemaakt. Delen van Bailey-bruggen en blokken cement waren immers steeds hun plaatsvervangers achter de Horsa-piloten geweest tijdens de laatste speciale, nog gevaarlijker nachtelijke kleinveld-landingsoe–feningen. Sommigen begonnen zich in de romp traag te roeren. De mannen die bijkwamen van de schok, maakten hun veiligheidsriemen los, voor zover die niet al waren losgesprongen of gebroken. Zij bevoelden ledematen om na te zien of niets gebroken was. Majoor Howard voelde een bonkende pijn in zijn hoofd. Met geopende ogen zag hij helemaal niets:‘Ben ik dood, of blind geslagen? Ik ben zó verdomd onbruikbaar…!’ Seconden duurden zijn kwel–ling. Tot enkele mannen zijn dilemma gewaar werden en hem wezen op zijn helm. Nu herinnerde hij zich de klap bovenop zijn hoofd. Hij hief zijn han–den naar zijn pothelm en probeerde die omhoog te drukken. Het lukte na e–nig wringen. Opluchting: het was inderdaad de over zijn ogen geslagen helm die zijn zicht had benomen! (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 90; Howard in: C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 48; http://www.historynet.com/wwii/blgiderfour/indexl.html, 2; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 119-120; J.Howard, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 80) Het eerste wat Howard zag, behalve zijn mannen in de duistere romp, was de nach–telijke duisternis buiten, opdwarrelende stof gevuld met houtpartikeltjes en bomen met ritselend gebladerte. Door de botsing met het enkelvoudige prik–keldraadhek was vanwege telescopische werking de ronde houten romp een flink eind in elkaar geschoven, bijna tot aan de vleugelaanzet. Waar schuin tegenover majoor Howard de geopende deur had gezeten, gaapte nu een groot gekarteld gat. (D.Howarth, Het epos van D-Day, 41; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 119:’The door opposite me seemed to collapse in on itself as we came to a halt..’) De perspex cockpit was compleet ineen- en op het zelfde hek stuk geslagen. Het houten dak van de cockpit met het lege venstergeraamte hing met de voorzij–de ervan tegen en bovenop de ronde romp erachter. Konden de piloten dit hebben overleefd? Die stilte! Een bijna collectief bewustzijn scheen na de klap door te dringen: ‘Er wordt niet op ons gevuurd!’ (J.Howard, in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 80-81)
Horsa Chalk 91 (nr. 1) geland pal voor de rolhefbrug over het kanaal bij Bénouville. De bovenbouw (of machinekamer) van de brug is te zien ongeveer in het midden van de foto achter de bomen. Het lichtgekleurde gebouw rechts met twee openingen bovenin is een Duitse mitrailleurbunker aan de oprit van de brug aan de D514. Duidelijk is d evan de romp afgeslagen cockpit te zien. Links is westen. Op de voorgrond riet dat een grote waterplas omzoomd. Die plas, ooit een restant van tak van de rivier de Orne, ligt er nog steeds.(Foto: IWM, Londen, uit begin juli 1944)
Horsa Chalk 91 van piloten Jim Wallwork en John Ainsworth geland en met gedesintegreerde cockpit. Het veldhek met de witte paaltjes ervóór is zichtbaar bij de rechtervleugel. Zicht naar zuidoosten.De witte cirkel met X erin en de V op de romp staan waarschijnlijk voor landingszone ‘X’ en ‘V –for Victory!’, het afgesproken Britse wachtwoord voor de nacht van 5/6 juni 1944. Foto coll. IWM d.d. begin juli 1944, hergebruikt in BBC-TV-documentaire over Pegasus Bridge.)
Hoofdstuk 85.
6 juni 1944, D-day, middernacht (Britse tijd): Brigadegeneraal Poett (5e Luchtlandingsbrigade) en een groep parachutisten-terrein–markeerders en -geniesoldaten worden gedropt bij Ranville
Op dit zelfde moment ontdekte de Britse piloot-groepscommandant Mc–Monnien de juiste dropzone ‘N’ voor de parachutisten en zette het spring–licht op groen in het Albemarle-vliegtuig van Nigel Poett. De brigadege–neraal sprong samen met enige para-terreinmarkeerders door het nu open–gerukte bodemluik de duisternis boven de velden ten noorden van Ranville in. Anderen volgden enkele minuten later, maar dreven door de harde wind te ver naar het oosten af. Slechts één ‘stick’ van de zes sprong boven het juiste terrein ten noorden van Ranville. Twee ‘sticks’ van de 22e Onafhankelijke –Parachutistencompagnie kwamen wat oostelijker neer en plantten hun navigatiesignalen op de velden waar zij waren geland. (Cf. J.Fr.Turner, Invasie ’44, 144-145) Veel negatieve militaire gevolgen zou die beslissing overigens niet hebben. Maar een groot gevaar was er wél. Men kon ver af–drijven aan de parachute en in het oosten bevond zich niet alleen het grote en dichtbegroeide Bois de Bavent, maar ook -en veel gevaarlijker nog- het uit–gebreide door de Duitsers geïnundeerde land van de rivier de Dives. Een sprong in dat moeras met zo’n zware bepakking betekende dikwijls een wisse dood.
Precies om 00:15 uur (Britse tijd) sprongen uit een door de Duitsers bescho–ten Short Stirling-bommenwerper nóg enige parachutisten boven dropzone ‘N’ ten noorden van Ranville. Deze stick behelsde kapitein Jim Lockey als–mede een luitenant en veertien geniesoldaten van het 591e Para Squadron, Royal Engineers. Hun zwaardere materiaal werd in containers aan aparte pa–rachutes gedropt. Het verwijderen van anti-landingspalen stond hoog op hun prioriteitenlijst en daarom sleepte Lockey na landing een grote plunjezak met dertig kilo explosieven mee, toen hij was geland bij het gehucht Bas de Ranville. Kapitein Lockey’s eerste missie daarentegen was zich naar de bei–de Ornebruggen te begeven en eerst contact te maken met het aan Compag–nie D toegevoegde 2e Peloton van de 249e Field Company onder bevel van kapitein Henry Russell Kinloch (‘Jock’) Neilson en daarna weer verslag uit te breng–en in Ranville. Ongeschonden uit zijn parachuteharnas stappend ging Lockey in het halfduister dat rondom werd doorsneden door Duitse lichtbundels uit zoeklichten en slierten lichtspoormunitie en begeleid door opgewekt Brits bugelgeschal bestemd voor geparachuteerde eenheden, op weg naar het dorp. (G.Bernage, J.P.Benamou en P.Lejuée, in: Historica. Nr. 34: Normandie 44: Pegasus Bridge, 6e Airborne. Jour J á Bénouville-Ranville, (Bayeux, 1993), 33: Témoignage du capitaine J.Lockey, 591st Para Squadron. Wanneer in http://www. 2ndbn5thmar.com/SLSeries/tslmd.html (Sergeant M.C.Thornton, British Army, France, 1944), 12 wordt beweerd dat ‘Just after midnight, in the early morning hours of 6 June, the 5th Parachute Brigade of the British 6th Airborne Division landed in Normandy’ is dit geen correcte weergave van de feiten. De brigade als zodanig landde pas later die nacht.)
Hoofdstuk 86.
6 juni 1944, D-Day, 00:16-00:18 uur (Britse tijd): Familie Gondrée bij de kanaalbrug gewekt
Duitse schildwachten op kanaalbrug in twijfel
Georges Gondrée, cafébaas in Bénouville, werd ruw uit zijn eerste slaap wakker geschud door zijn zwartharige vrouw, Thérèse, die in peignoir gekleed uit haar eigen slaapkamer op de eerste verdieping naar die van hem aan de voorzijde van het pand was geslopen.
Het gesloten café Gondrée (rechts) ten opzichte van de rolhefbrug bij Bénouville op de westelijke kanaaloever, juli 1944. Op de achtergrond zijn gelande Horsa’s nrs. 1 en 3 nog juist zichtbaar. Links het hek vóór café Picot.
Zij hadden het vanwege een Duits verjaarsdagfeestje in hun etablissement deze avond nogal druk gehad. De kamers waren opgedeeld, opdat niet de Duitsers er gemakkelijk één zouden vorderen. Nu stond zij naast hem. De wekker gaf 23:17 (Duits-lokale tijd) aan. (Na de oorlog heeft Gondrée het, vreemd genoeg en als enige, op 01:00 uur of 01:15 uur ’s nachts gehouden, kritiekloos overgenomen door Georges Blond, De invasie. 6 juni 1944, 11 (Proloog: ‘De 6e juni 1944, enige minuten na één uur in de morgen’); J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 129; B.Greenhouse, S.J.Harris en W.C.Johnston, The Crucible War, 1939-1945: The Official History of the Royal Canadian Air Force (University of Toronto Press, Scholarly Publishing Division. Toronto, 1994), 877:’Just after one o’clock on the morning of 6 June 1944.’) Gondrée was zojuist ingeslapen. Al langer had zijn vrouw onrustig liggen luisteren naar de explosies uit de richting van de stad. Maar nu was er een vreemd geluid van veel dichterbij gekomen:‘Georges, opstaan! Hoor je niet wat er gebeurt? Kijk eens uit het raam!’ –‘Wat is er?’ ‘Luister, het klinkt alsof er hout breekt…’ Brekend hout? Van wat? ‘s Avonds zo laat? (G.Blond, Invasie. 6 juni 1944, 11; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 88) De besnorde, kleine man trok slaperig zijn broek aan en liep naar het raam aan de voorzijde van het pand. Zachtjes duwde hij de natte witte luiken er voor vandaan. Alles leek rustig. Alwat hij kon zien in het maanlicht was één in een feldgrau-uniform gestoken Duitse wacht die onbeweeglijk en licht voorovergebogen over de leuning aan het westelijke uiteinde van de kanaalbrug over het water stond te turen in zuidoostelijke richting. Daar was echter ook voor Gondrée niet veel meer te zien dan heen en weer zwaaiende populieren. En achter de oevermuur van aan elkaar aan–sluitende, verticale betonnen platen stond het anti-tankkanon stom en roer–loos en zoals elke nacht zónder bemanning. Brekend hout? Hij hoorde dát niet, wel iets ‘knappen’ en ‘knarsen’. (N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 88. Cf. J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 129) Georges Gondrée had er nog geen idee van dat de ‘gebeurtenis’ waarvoor hij de komende dagen thuis diende te blijven, zoals hem op de 5e juni door een clandestien aanwezige Brit was meege–deeld, reeds aan het plaatsvinden was. Het was trouwens winderig en fris voor het raam. (P.Carell, Invasion. They’re Coming!, 23 beweert -zonder bron op te geven- dat op dit moment de Duitse soldaat Wilhelm Furtner die in zijn mitrailleurbunkertje naast de kanaalbrug bij Bénouville tegenover de landingszone zou zijn gewekt, de karabijn van zijn schouder zou hebben gerukt, zou hebben doorgeladen en met ingehouden adem scherp toe zou hebben gehoord bij de schietsleuf en gedacht:’Zeker een neergestorte bommenwerper…?’ Feit is dat 1) de verkenningsectie van het 1e Peloton van Compagnie D na de stormaanval helemaal niemand in die bunker bij de brugoprit had aangetroffen en 2) dat Helmut Römer die naam níet noemt bij zijn samenstelling van het Duitse wachtgarnizoen van de kanaalbrug in H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 12 en 3) bovendien getuigde dat hun Feldwebel/sergeant uit de ‘pillbox’ was gekomen, nadat Römer alarm had geslagen en de Britse aanval op de brugstellingen was begonnen. Deze Feldwebel sneuvelde onder Brits vuur en wel hoogstwaarschijnlijk op de noordoostelijke kanaaloever waar de vluchtende soldaat Römer hem nog zag sneuvelen, komende uit een verbunkerde Unterstand waarvoor de Duitser Römer –waarschijnlijk foutief– de Engelse term ‘pillbox’ bezigde, en de open loopgraaf in. Römer vluchtte op dat moment door die noordoostelijke loopgraaf heen vanachter de lage mitrailleurbunker richting noorden, en verder langs het kanaal.)
De jonge wachten Helmut Römer en Erwin Sauer staande op de brug aan de overzijde van het kanaal hoorden het luide gekraak ook en vermoedden e–veneens dat het om ‘ein abgestürzter Bomber’ ging. Het was immers ‘een groot toestel’ dat zij neer hadden zien komen boven de bomen. (H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 89; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 90; Helmut Römer, in: S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 177 en http://www. telegraph.co.uk/news/main.jhtml?xml=/news/2004/06/05/dday/ddger.xml, 1; Botting e.a., De invasie, 95; R.J.Kershaw, D-Day, 64) Al een uur lang waren trouwens geallieerde bommenwerpers deze nacht dreunend overgekomen in de richting van Caen en was vooral van na–bij Troarn in het oosten heftig Duits afweergeschut te horen geweest. Bij een cementfabriek in Colombelles en zuidelijker in de buurt van Caen vielen op ditzelfde ogenblik duidelijk hoorbaar bommen. Om die reden en op dat moment bevond Paulette Corbet die als jong meisje logeerde in een pavilj–oen van de kraamkliniek van madame Léa Vion langs het kanaal, zich níet meer in haar eigen bed. Samen met andere vrouwen onder wie de surveil–lantes, had zij uit angst voor de bombardementsgeluiden haar deken gegre–pen en was ermee naar de kelder van de nabije Middeleeuwse kapel gevlucht. In een mum van tijd liep het er vol vrouwen en werd het er benauwd. Buiten klonk een hels lawaai dat volgens Paulette op een ‘groot vuurwerk’ leek. (Cf. https://rtl.fr/actu/debas-societe/debarquement-pegasus-bridge-le-premier-lien-par-les-forces-alliees-7797732244)
Café-baas Gondrée had onderwijl toehorend vanuit zijn slaapkamerraam aan de voorzijde van het huis aan de kanaalbrug intussen óók zelf ‘knappend hout’ gehoord (waarschijnlijk vanwege het wilde hakken van enige Britten die vooraan uit het Horsa-wrak Chalk 91 wilden wegkomen). Thérèse was onhoorbaar naast haar man komen staan. Hij fluisterde tot haar, een vrouw afkomstig uit de Elzas en dus de Duitse taal machtig: ‘Vraag jij hen ‘s wat dat te betekenen heeft!’ De vrouw vroeg de beide Duitse soldaten beneden in hun eigen taal wat er ‘loos’ was. Verrast keerde een der nerveuze gehelmde jongens zich om en keek op naar de vrouw met het donkere haar: ‘Alliierte Flieger, vielleicht…’ Hij wist het niet. Therèse begreep dat het om neerge–storte vliegeniers zou kunnen gaan.‘Arme jongens’, becommentarieerde Gondrée en sloot, afgekoeld door de wind, het witte vensterluik. (G.Blond, De invasie, 11-12; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 88 laat deze citaten weg, maar beaamt:’He (Gondrée) believed it to be a crashed bomber’) Vanaf hun westelijk standpunt zagen de schildwach–ten zelf niets bewegen bij ‘het bommenwerperwrak’. Enkele hoge populieren aan de lager gelegen zuid-oostelijke kanaaloever benamen hen het vrije zicht, hoewel het staartstuk van het vliegtuig onmiskenbaar was en zij vlak daarvoor een groot, geruis–loos vliegtuig laag op de brug hadden zien afkomen en dat waarschijnlijk vlakbij een buiklanding had moeten maken. (Voor de landing en aanwezigheid van populieren (Pappeln) langs landingszone X, zie het getuigenis der twee Duitse schildwachten, in: H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 89)
Zouden zij hun pelotonscommandant, Feldwebel (sergeant) Ackermann die in een noordoostelijke onderaards manschapsverblijf zou moeten slapen, al waarschuwen of eerst zélf de plaats des onheils onderzoeken? (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 177; Helmut Römer, in: M.Bowman, Terugblik op D-Day, 52 noemt hier nog niet de naam van deze Duitse sergeant die later zou sneuvelen. Deze staat vermeld in H.K.von Keusgen, o.c., 94) Mochten zij wel van die brug af? Hoeveel gevechtsklare ‘Engländer’ konden daar wel niet zijn? Het waren toch Britten die met name ’s nachts actief waren in de lucht? Of zijn het alleen maar verspreid neergekomen brokstukken van een gealli–eerd vliegtuig? Zouden er nog bemanningsleden aan parachutes in de buurt neerdalen? ‘Wat doen we nu!?’ Het was precies dit soort Duitse, voor de Britten kostbare tijd sparende weifeling waar parachutistengeneraal Gale mede de stormaanval met de zweefvliegtuigen op had gebaseerd. (R.Gale in The 6th Airborne Division in Normandy, geciteerd in S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 64) Römer en Sauer be–sloten tóch verder oostelijk de kanaalbrug over te lopen ter zéer voorzichtige inspectie vanaf de hogere brugweg.
Eén Duitse soldaat had níet geweifeld. Gefreiter Weber had liggen rusten in de verbunkerde Unterstand grenzend aan de zigzaggende loopgraaf op de zuidoostijke kanaaloever die doorliep tot aan het anti-tankkanon in de To–bruk-put. De harde kraaklanding van Horsa Chalk 1 tegenover deze loop–graaf had hém bijtijds gewaarschuwd. Hij had verschrikt zijn grauwe dek afgeworpen, kleedde zich níet aan, vergat zijn wapen te pakken, zag door de populierenstammen een weinig beweging van een groep mannen buiten het grote, duistere toestel, begreep het gevaar, begon als bezeten de loopgraaf uit te rennen, klom de flauwe brugweghelling op en draaide vlot linksaf, het zuidelijke plankenvoetpad van de kanaalbrug over. Zijn diensthebbende maten Sauer en Römer zagen hem nog dóorrennen, voorbij het gesloten café Gondrée, richting dorp Bénouville. Tijd voor enig overleg was er niet ge–weest! De drieste Britse stormaanval zou onmiddellijk hierna beginnen. Römer en Sauer waren nu voor de zekerheidd achter de laaggelegen bunker naast de weg in dekking gaan staan vanwaar zij het allereerste begin van de Britse raid zouden meemaken. (Deze versie samengesteld uit de vermeldingen over Gefreiter Weber in zowel P.Carell, Invasion–They’re Coming!, 24 (als ‘Lance-Corporal Weber’) als in: H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 94. Omdat Weber volgens Römer ‘rannte über die Brücke’, moet de loopgraaf waaruit hij kwam zich wel op de zuidoostelijke kanaaloever hebben bevonden. Omdat de eerste sectie van het 1e Peloton van luitenant Brotheridge als eerste de bunker aan de noordoostelijke loopgraaf zou aanpakken, zal Weber zich níet hier hebben bevonden: dat had hij niet overleefd. Indien hij daadwerkelijk had geslapen bij de zuidoostelijke loopgraaf, zou hij 1) uit het zicht zijn gebleven van de Britten uit Wallworks Horsa, die verder was geland, maar nog afgedekt door de bomenrij. 2) Bovendien was het 2e Peloton van luitenant Wood daar nog níet aanwezig. Eén sectie daarvan zou deze zuidoostelijke loopgraaf en de kanonstelling gaan zuiveren, een andere onmiddelijk doordraven naar de noordoostelijke loopgraaf, daarbij de brugweg overstekend.)
Hoofdstuk 87.
6 juni 1944, D-Day, 00:16 uur (Britse tijd): Daling van tweede en derde Horsa bij de kanaalbrug
25 Platoon/1e Peloton van Compagnie D verlaat met majoor Howard zijn Horsa-wrak
De kust van Normandië ter hoogte van Cabourg en Merville was minuten daarvoor genaderd door Horsa Nr.2 van piloot Oliver Boland: ‘Casting off!’ (‘Afkoppeling!’) hoorde soldaat Harry Clark hem ineens roepen. Horsa Chalk 92 dook met een stevige ruk na afkoppeling in de steile afdaling die oren kon doen dichtslaan.
Horsa Chalk 92 duikt neer (Eigen collage en foto)
Het motorengeronk van het sleepvliegtuig vervaagde. De bevreemdende stil–te in het zweeftoestel werd verbroken door de luid ruisende wind die over de brede vleugels streek. Het hout van de romp kraakte en piepte gedurig. (http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 6; P.Lhoutellier, Harry ‘Nobby’ Clark, in: http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry-clark.html, 3; hier heet het zweefvliegtuig abusievelijk Horsa glider No. 91 i.p.v. No. 92) Na afkoppeling hielden alle gezang en alle gesprekken binnenin de Horsa onmiddellijk op. Hier werd niet luid ge–schreeuwd om de hevige druk op de oren te ontzien. Het besef dat er geen omkeer meer was drong met een schok door. (Harry Clark, in: http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 6)
Luitenant Richard (‘Sandy’) Smith in de derde dalende Horsa stond nog overeind in zijn toestel. Hij zag door het rechter cockpitglas tot zijn op–luchting het ingeprente, karakteristieke silhouet van de kanaalbrug aan stuurboord onder zich, toen de Horsa er nog tamelijk hoog langs vloog om er daarna met een wijde bocht weer op aan te zweven over de oostelijke oever. ‘Luitenant, u kunt beter gaan zitten!’, riep de overigens geconcentreerde pi–loot Staff Sergeant Geoff Barkway tegen hem, toen de grond héél snel begon te naderen. (Brinkley en Drez, Voices of Valor, 68)
Oliver Boland aan de stuurknuppel in de tweede Horsa zag in een seconde dat de volgende, derde Horsa van Geoffrey Barkway vlak achter hem zat in de wijde bocht voor landing en besloot tezelfder tijd dat hij goed rechts van Wallworks gelande toestel moest blijven om die niet in de achterkant te tref–fen of in de waterpoel terecht te komen én om Barkway de nodige landings–ruimte te kunnen bieden. (Boland, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 277)
‘Ga overeind!’, riep intussen majoor Howard, minder daas dan anderen, tot de mannen van het door elkaar geschudde 1e Peloton. (Wally Parr, in: http://www. france-ouest.com/dossiershtm/debarquement/96d.htm, 1) Luitenant ‘Den’ Brotheridge bewoog zich als eerste. Zijn hoofd bonkte, zijn voet deed zeer. Het gat rechts naast hem werd deels geblokkeerd door een massa verbogen en gekraakt dun hout en flarden textiel: ‘Waar is die deur?’ Ternauwernood en als door een wonder waren de voorste passagiers gespaard gebleven bij de geweldige impact van de crash. Brotheridge schreeuwde tot soldaat ‘Billy’ Gray die ter rechterzij–de van de voordeur had gezeten en de brenmitrailleur moest bedienen:‘Mi- trailleur d’ruit!’ Gray’s eerste taak was namelijk het dekken van het uitstap–pende peloton met zijn middelzware brengun. (N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 82; voor Bill Gray’s wapen zie ook C.Ryan, De langste dag28 (Fibula. Houten, 1994), 108 met n.19; interview met Gray in BBC-TV-documentaire D-Day. The Tide Has Turned van juni 1994; evenzo Gray, in: http://www. telegraph.co.uk/news/main.jhtml?xml=/news/2004/06/07/ndday407.xml, 3:’my job was to be out of the glider first’. Wanneer Gray eenmaal beweert dat Brotheridge na landing de deur opende, moet dat op een vergissing berusten, cf. Gray in: http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 7. Niet alleen had de luitenant de bakboorddeur reeds tijdens de afdaling geopend zoals zo vaak was geoefend voor de exit drill (J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries,117), maar na de kraaklanding was er helemaal geen voorste deur meer te bekennen, zie J.Howard en P.Howard Bates, ibidem, 119-120; D. Edwards, The Devil’s Own Luck, 42:’The exit door had been right beside my seat. Now there was only a mass of twisted wood and fabric across the doorway .’) Hij sprong uit een gekarteld gat aan bakboord in het gras en werd bijna door zijn zware uitrusting op de rug omver getrokken. De lucht zat vol stof en hout– en textielpartikeltjes. (J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 120) Plat op de buik neergelegen achter het houten toegangshek zette Billy Gray geroutineerd de tweepoot van zijn mitrailleur onder de loop uit, de ogen in het zwartgemaak–te gezicht onder de met camouflagestroken (hessian strips) beknoopte pot–helm gespannen op de brugweg gericht. Daar was aan deze zijde geen vijand te zien. Het motregende zacht, er hing enige mist boven het donkere poelwa–ter. (Gray in http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 7; Gray, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 82) Luitenant Brotheridge was hard door iets ge–raakt aan zijn been, moest dat negeren, zag een gat voorin naast hem aan stuurboord waar een deel van de cockpit had gezeten, sprong er doorheen naar buiten, krabbelde op en liep hinkend langs het wrak, door een laag wa–ter terug, en om de staart van het toestel heen. (D.Howarth, Het epos van D-Day, 41; voor het hinken zie J. Howard en P. Howard Bates, The Pegasus Diaries, 121) Rechts vóór het toestel bleken het prikkeldraadhek en de verraderlijk donkere poel gevaarlijke hindernis–sen in het halfdonker. Majoor Howard was brenschutter Billy Gray volgend voorover door het tegenover hem aan bakboordzijde ontstane gat gedoken en viel languit op de vochtige grond. Hij betastte zich om te zien of niets was gebroken. Hij merkte door de in de motregen opwaaiende stoflucht vooreerst Gray op die –precies als lang was geoefend- onder de brede vleugel in verde–diging reeds achter zijn lichte mitrailleur met de er bovenop gebogen pa–troonhouder gereed lag.
Britse brengunner van 16th Airborne Division, Territorial Army tijdens oefening King’s Joker in Parachute Training Area Stanford. (detail).(Bren at war, in: https://www.milsurps.com/showthread.php?t=45782 )
Toen zag John Howard de bekende lichte brugbovenbouw in het maanlicht boven zich opdoemen en dankte inwendig zijn ‘fantastische piloten’. (D.Howarth, Het epos van D-Day, 41; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 92; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 120; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 82) In de buurt van de gekraakte neus van hun zweefvliegtuig –ergens rechts van hen– hoorde hij het zwakke ge-kreun van een piloot, maar de commandant had een belangrijke opdracht en moest eventuele gewonden voorlopig zonder zorg achterlaten. Wallwork en de overige piloten waren vantevoren hiervan op de hoogte gesteld. John Howard kon niet anders. De onbeschadigde brug veroveren ging nu vóór alles. De lange, stevige korporaal Edward (‘Ted’) Tappenden die een 38-radioset op de borst meetorste, had geen idee wát zij bij landing hadden geraakt. Enigszins bijgeklomen van de enorme klap en geschrokken bij het ontwaren van de geheel afbroken en versplinterde cockpit, zag hij één der beide Horsa-piloten (Wallwork) plat voorover met een bebloed gezicht onder diens leren crash-helm liggen. Hij dacht in een flits dat hun piloten de klap niet hadden overleefd. Toen sprong hij de majoor achterna. Zij samen slechts zouden het compagnieshoofdkwartier vormen. (Kpl. Tappenden, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 82)
Britse luchtlandingssoldaat met 38. radioset op de borst gegespt en stengun als persoonlijk wapen.(Moderne reenactor ‘Private Taylor’)
John Howard had brenschutter Gray laten liggen onder de vleugel ter eerste verdediging. Hij sprintte daarna zelf samen met radioseiner Tappenden naar het eind van het pad tot bij het grote, van witgeschilderde houten paaltjes voorziene prikkeldraadhek iets verderop. Vandáár zou hij voorlopig leiding geven. Van de iets eerder weggevluchte jonge Gefreiter Weber had hij níets meegekregen. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2; Howard in: C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 48; D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 42; R.J.Kershaw, D-Day, 64 met n.1; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 120; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 82)
Chaos leek intussen binnenin de donkere romp van Horsa Chalk 91 te heersen. Er werd door een officier luid ’Eruit, iedereen deruit!’ geroepen. Tastende mannen botsten verward tegen elkaar op en gingen struikelend, duwend, vloekend en soms wapens en materiaal zoekend het toestel verlaten, hetzij vooraan hakkend en beukend door het gat waar de geopende bak–boorddeur had gezeten, hetzij door de weggeslagen cockpit rechts vooraan waar zij zich door versplinterd triplex, perspexglas en prikkeldraad moesten worstelen met hun bepakking, hetzij door de intacte achterdeur aan stuur–boord die door soldaat Wally Parr tevoren slechts gedeeltelijk omhoog was geschoven.
Gelande Horsa Chalk 91 (#1) bij Bénouville met café Gondrée midden op de achtergrond. In werkelijkheid was de cockpit terug en omhoog stukgeslagen tegen een hek. Schilderij van John Sellars, getiteld: ‘Early morning of D-Day, 6th June 1944-Benouville, Normandy’. Coll. SOFO-Museum, Park Street, Woodstock, Oxfordshire, Engeland.(https://www.airborneshop.com/pegasus-bridge-by-john-sellars)
‘Horsa Glider D-day Operation Deadstick’. Drie opnamen van een diorama (1:72) van kundig modelbouwer Manuel Magrinho. In werkelijkheid was de cockpit versplinterd, bezat Chalk 91 een smalle glijdeur en geen brede laaddeur zoals hier, en was die deur na landing veranderd in een groot gat. De cockpit raakte het hek. ‘Operation Dead-stick’ was de naam van (nachtelijke) kleinveld–oefeningen (exercize) voor de voor de bruggenraid geselecteerde Horsa-piloten, géén operationele actie zoals velen nog immer menen. Piloot Wallwork zelf was er ondubbelzinnig over.(https://imodeler.com/2019/06/1-72-horsa-glider-d-day-operation-deadstick-part-3-of-3/ )
Gelande Horsa, diorama
Kraaklanding van Horsa bij Ranville. Met bijlen werd de glijdeur aan bakboord stukgeslagen voor een snellere uitgang.(Filmstill)
Enige geniesoldaten sleepten al met buizen van de bangalore-torpedo’s voor het eventueel opblazen van rollen prikkeldraad. Feitelijk waren enige secon–den in plaats van de ‘drie tot vijf minuten’ in hun eigen beleving verstreken. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge 2, 90; B.Parr, “What d’ya do in the war, Dad?”, 32; maj.J.Howard in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6:’Everyone had to smash his way out at the front.’))
Verkenner Francis (‘Frank’) Bourlet (stoel 12 stuurboord) zag Denis Ed–wards van de 2e sectie (stoel 22 bakboord) en enige anderen al werktuigelijk op stukken verbogen triplex in het deurgat vooraan beuken met de geweer–kolf. Edwards baande zich woest een weg naar buiten met zijn .303 Lee Enfield-scherpschuttersgeweer in zijn knuisten en wierp zich bij brenschutter Billy Gray plat in het natte gras onder de linker, half geheven vleugel. (Frank Bourlet vertelde voor het Imperial War Museum te Londen dat hij mannen ‘geweld’ zag gebruiken om naar buiten te komen. Dat kan niet bij de achterdeur aan stuurboord zijn geweest of anderszins achterin, want de hele achterzijde van het toestel inclusief die deur bleef ongedeerd volgens een foto die op 7 juni 1944 was genomen, zie S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, fig. 12. D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 42; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 90; Wally Parr, in: http://www. france-ouest.com/dossiershtm/debarquement/96d.htm, 1)
Howards uittentreure geoefende exit drill wierp vruchten af. Korporaal David (‘Cobber’) Caine en diens sectie zouden als eerste aan de achterzijde het toestel verlaten, zoals vooraf was getraind. Ze zouden daar voor dekking moeten zorgen. De verkenningssectie van korporaal Jack (‘Bill’) Bailey zou onmiddellijk volgen. Caine sprong als eerste, maar een soldaat achter hem zakte daar met een voet door de houten vloer van de Horsa waardoor hij, zwaarbepakt, voorlopig voor de rest de uitgang blokkeerde. De grote, stevig gebouwde korporaal Jack (‘Bill’) Bailey verliet zijn zitplaats achterin, duwde de man in de deuropening vóór hem zonder een woord te zeggen opzij, sprong en zeeg op één knie neer die meteen doornat werd. Hij hoorde nu vóórin aan de andere zijde van het toestel, aan stuurboord, hout versplinteren (men was een uitweg aan het hakken). Wally Parr duwde vervolgens de vastzittende man ook ruw opzij en riep naar korporaal Baileys brengun-schutter Gardner:’Kom op, Charlie, vooruit!’. ‘Paddy’ O’Donnell, los geschoten van zijn stoeltje, volgde naar buiten. De één na de ander sprong de deur uit, min of meer over de nog vastzittende man heen, en bijna bovenop de eveneens zwaar bepakte korporaal Bailey die rechtsaf begon te rennen. O’Donnell raakte bij de sprong naar buiten zijn beide voorgangers in de rug. Charlie (‘Gus’) Gardner wankelde, maar sloeg zonder aarzeling rechtsaf. Zo deed ook O’Donnell die water onder zijn legerschoenen hoorde klotsen. In enkele seconden stonden ze vooraan bij het toestel, links naast de afgebroken en uiteen geslagen cockpit.
Piloot Jim Wallwork van zweefvliegtuig Chalk 91 kwam na enige seconden langzaam en kreunend van pijn wat bij zijn positieven, terwijl hij merkte dat hij op zijn buik lag, onder enige ‘zware troep’ vastzat. Bloed droop uit snij–wonden over zijn gezicht, hij kon nauwelijks iets zien. Zijn handen lagen hulpeloos over een stut die dwars over de cockpit had gezeten. ‘Paddy’ O’Donnell uit de verkenningssectie van korporaal Bailey had op dit moment de bakboordvoorzijde van de Horsa bereikt waar hij even zou moeten wach–ten. De secties 7 en 8 uit het 1e Peloton van luitenant Brotheridge waren zich namelijk vooraan bij het toestel juist aan het opstellen in een veel geoefende slagorde. Zij dienden allereerst de put van het anti-tankkanon na te kijken en een eventuelevijandelijke bemanning erin uit te schakelen, voordat zij ook de kanaalbrug zouden oversteken achter sectie 1 van Brotheridge aan. Die aanvals-drill was uiterst belangrijk: men zou anders kunnen worden geraakt door eigen vuur bij de stormaanval. (Deze vaste drill is een reden te meer de veronderstelling dat luitenant Brotheridge zou zijn geraakt door friendly fire op of over de brug, terzijde te schuiven. De veronderstelling is gedaan door ex-brugwachten Helmut Römer en/of Erwin Sauer aan auteur H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014).) Korporaal Bailey en vier man (Parr, Gardner, Bourlet en O’Donnell) zouden hen vanaf het landingsveld onmiddellijk volgen en tot hen behoorde O’Don–nell die aldus een seconde of wat over had. De piloot met de leren crash-helm op richtte zich smekend tot zijn maat:‘Doe m’n gordel los!’ O’Donnell wist de veiligheidriem los te gespen en bemoedigde de piloot:‘Kom op, ik haal je eruit!’ –‘Nee! Maal niet om mij, ga de brug over, ga over die brug!’ De gewonde Jim Wallwork bleef moreel uiterst sterk. O’Donnell verliet de piloot en voegde zich onmiddellijk bij de kleine verkenningssectie. (Naar getuigenis van E.O’Donnell en N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 82)
Luitenant Brotheridge en zijn eerst volgende secties troffen er tot hun ver–bazing hun commandant aan, kaarsrecht staande aan het prikkeldraadhek vóór de hogere brugweg met zijn radiozendoperateur Edward Tappenden aan zijn zijde gereed. Dat had Howard hem snel gelapt, was blijkbaar door het gat tegenover hem naar buiten geklauterd en had dus de kortste weg naar de brug gekozen! Bij Parr echter was de helm over de ogen gezakt en híj stond tot aan zijn knieën in de waterrand van de poel. In paniek worstelde hij met zijn pothelm, maar kreeg hem opgetild. Overal houtstof en aardedeeltjes in de lucht. Het water stonk. Het duurde even vóór hij zich kon oriënteren. Hij nam intuïtief de kortste route naar de brug vanaf zijn positie, linksaf richting neus van het toestel. De neergeslagen stuurboordvleugel, het prikkeldraadhek, wrakstukken van de cockpit en de rest van de waterpoel belemmerden hem doorgang. Daarop sjokte hij weer met natte schoenen en broekspijpen door het water terug en keerde rechtsom, om de staart van de lange Horsa heen. Parr volgde toen met zijn ogen een rij donkere, niet zeer dicht bebladerde hoge populieren noordwaarts:‘Goeie God, daar is dat ver–domde ding!’ (http://www.eo.nl/tijdschriften/page/Geen-oorlogsromantiek-op-D-Day/articles/articl.., 1; http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 7; Jonathan Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there, in: http://ww2talk/forums/topic/45977-pegasus-bridge…, 1; Bailey, O’Donnell en Parr in N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 81-83)
De in Engeland reeds goed bestudeerde rechthoekige grijze bovenbouw van de rolhefbrug was opgedoemd uit het donker. Daarna zag ‘Wally’ Parr vanaf de staart van het toestel Duitse geüniformeerde, behelmde en met een ge–weer bewapende schildwacht bovenop de brug lopen vanaf de westelijke kant die niets scheen te hebben gezien, noch gehoord. Verbazingwekkend! Zijn tong kleefde aan zijn gehemelte, zijn speeksel leek verdwenen, een verstikkend gevoel overviel hem. (W.Parr, in: http://www. france-ouest.com/dossiershtm/debarquement/96d.htm, 1; Jonathan Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there, 1; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 83) Hij begon om te kijken hij naar zijn eigen kleine verkennerssectie. Korporaal Jack (‘Bill’) Bailey en (scherp-)schutter ‘Wally’ Parr waren in Engeland als eerste aanvalssectie aangewe–zen om zich, het liefst nog voordat enig vuur was geopend, snel naar de kleine, laag gelegen bunker (Eng.: pillbox) vooraan de toegang van de brug tegenover de weg te begeven en die met het werpen van hoogexplosieve No.36 Mills-handgranaten door de schietsleuven uit te schakelen als ‘taak nummer één’. (N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 83. Vgl. ‘Tich’ Rayner, in: http://www. bbc.co.uk/dna/ww2/A4069109, 1-2:’The briefing was as follows: No 1-2-3 Gliders land on the Benouville Bridge, No 1 Glider which was the first to land, 3 men to knock out the Pill Box on the East of the bridge’.) Deze tweemanssectie zou ondertussen in de rug worden gedekt door brengunner Charlie Gardner en geweerschutters ‘Paddy’ O’Donnell en Frank Bourlet die zowel de noordoostelijke loopgraaf als de brug naar het westen en de weg naar het oosten toe in de gaten zouden houden. Luitenant Den Brotheridge als leider van sectie 1 diende de put met het kanon dat hij moest passeren op weg naar de brug, juist te negeren. Bailey en Parr mochten zich absoluut om niets en niemand anders dan de bunker langs de weg bekommeren. Daarin verwachtte men immers het ontstekingsmechanisme van de explosieve la–dingen op de brug aan te treffen. Iedereen moest zich in dit gevaarlijke sta–dium aan de uittentreure onder leiding van majoor Howard geoefende aan–vals-drill houden om niet onnodig door eigen vuur te worden getroffen. Die brug moest snel en liefst onbeschadigd in hun handen vallen! (O’Donnell, in N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 82; kpl. Bailey, in: ibidem, 83;‘Tich’ Rayner, in: http://www. bbc.co.uk/dna/ww2/A4069109, 2; Korporaal Bailey:’We ignored everything else left, right and centre and we went straight to the pillbox which was on the other side of the road.’ in: J.Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there, in: http://ww2talk/forums/topic/45977-pegasus-bridge…, 1 en in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 83)
Er viel buiten het wrak van de Horsa geen geluid meer waar te nemen. Majoor Howard had snel rondgeloerd: die bangalore-buizen om prikkel–draadversperringen weg te blazen bleken hier niet nodig: er was genoeg doorgang naar de brug geforceerd door het zweefvliegtuig zelf en het pad lag vrij. Dat scheelde extra geluid maken in de eerste aanvalsfase…
Gespannen manschappen van het peloton begonnen ondertussen op één been in zijn buurt te neer te knielen, zich opstellend in verschillende secties, gezichten op de brug gericht. (Parr, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 82) Eensklaps drong het tot majoor John Howard door dat luitenant Brotheridge hinkend was gearriveerd:‘Ben jij wel okay, Den?’, fluisterde hij. –‘Ja, okay..’, negeerde Brotheridge de pijn. Het viel hem op dat de majoor (vanwege de opgelopen hoofdstoot) zelf met een vertrokken gezicht stond te kijken:‘Alles met ú in orde, sir?’ Howard knikte kort:‘Ja, knallen maar met je eerste sectie!’ (Citaat naar J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 121)
Impressie van de eerste secties van het 1e Peloton (25 Platoon) van Compagnie D bij het verlaten van Horsa Chalk 91. Ze schijnen kalm (sic!) op weg naarde brugweg te gaan. De Duitse bunker vertoont zich met schietsleuven achter de brugweg. Majoor Howard en seiner Tappenden, hier beiden met rode baretten afgebeeld, droegen in werkelijkheid op dat moment helmen, noch bevonden zij zich achter het toestel na uitstappen,maar juist er vóór.(http://www.squadron.com/v/vspfiles/photos/IT1356-2.jpg)
Luitenant Brotheridge ging hinkend, maar nog vlot op weg naar de brugoprit en kwam daarbij vóór zijn brengunner Billy Gray terecht. De luitenant draaide zich om en keek of iedereen uit het toestel was gekomen. Waar is sergeant Ollis? Geen tijd voor. Hij fluisterde:’Able, Able! Kom op, jongs!’. (G.Blond, Invasie, 115; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 92; S.E.Ambrose, D-Day. 6 June, 1944, 19; Billy Gray, in: C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, [49]. Volgens R.Collier, D-Day, 153 was het majoor Howard die dit riep onmiddellijk na de kraaklanding, maar dat riep Howard pas bij de afzetting naar de brugoprit volgens één van zijn mannen.)
Nog uit hun verdoving ontwakende, maar door de jarenlange zware fysieke training weldra redelijk fitte manschappen renden bukkend en zo geruisloos mogelijk achter de pelotonsluitenant aan over een smal paadje naar de bo–menrij linksvóór, richting de hoger gelegen brugoprit. Daar zouden ze enige dekking vinden. (D.Howarth, Het epos van D-Day, 41) De lange, tengere Tom Packwood, brengunner Gray’s tweede man, stopte ineens, draaide zich om en zei tot hem:‘Kom op, Bill, je hoort vóór me te wezen met die bren!’ (Bill Gray, o.a. in: J.Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there, 1; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 83) Het gelande zweefvliegtuig was, ondanks het lawaai van de kraaklanding vanaf de brug nog niet als zodánig opgemerkt. Geen van hén leek nog opgemerkt!
Manschappen van het 1e peloton verlaten Horsa Chalk 91 en passeren het hek op weg naar de brugweg D514. (Diorama).
Brotheridge fluisterde deswegen tot sectieleider korporaal Bailey:‘Laat die gasten vertrekken!’ (N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 83; D.Howarth, Het epos van D-Day, 41;
S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 92; S.E.Ambrose, D-Day. 6 June, 1944, 19; http://www.historynet.com/wwii/bgliderfour/indexl.html, 2; verbatim van Brotheridge (’Get those chaps moving!’) en andere details van de sectie naar Jack Bailey op Disk I in Brinkley en Drez, Voices of Valor) Scherpschutter Denis Edwards hoorde de majoor sissen tot het 1e Peloton:‘Kom op, jongens, hierheen, dit is hem!’(Volgens soldaat Edwards, The Devil’s Own Luck, 42 was het na landing de taak van zijn 1e Peloton van 21 man, samen met majoor Howard en diens radioseiner en de vijf genisten om de brug naar het westen over te steken. Dat klopt absoluut niet met de versies die de majoor zelf ervan heeft gegeven zoals in S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 92: Howard en Tappenden bleven wachten op de oostelijke oever. Bevestiging hiervan ook in P.Lhoutellier, Harry Nobby Clark, in: http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry–clark.html, 3:’Lt.Wood located Major Howard who ordered our platoon to clear the enemy from the pillbox and trenches on the North Eastern bank of the canal.’) Luitenant Brotheridge werd op de voet gevolgd door de vijf geniesoldaten uit zijn toestel onder bevel van de korporaal Watson die, indien het kón, door infanteristen zouden worden gedekt. (Voor kpl. Watson hier zie de GPR-lijst en de lijst in D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 212. Of stonden deze genisten onder bevel van lt. Bence zoals para genie-kapitein J.Lockey suggereert, die zegt Bence te hebben gesproken bij de kanaalbrug waar deze genieluitenant zou hebben meegevochten? Lockey in zijn relaas van ver na de oorlog moet de beide bruggen hebben verwisseld, zie zijn relaas in Bernage, Benamou en Lejuée, in: Historica Nr.34. Normandie 44 (Bayeux, 1993), 33. Geniecommandant Frank Lowman plaatst lt. Bence wel degelijk bij de Ornebrug en als geland zijnde met het 5e Peloton, Glider Chalk 95, zie daarvoor nu http://www. remuseum.org.uk/campaign/rem–campaign–6adiv.htm, 9-10, alsook de foto van het herinneringsbord bij de Ornebrug, in http://www. normandie44lamemoire.com/versionanglaise/fichesvillesus/ranville2.html). Bailey’s verkenningstrio sprintte in gebogen loop vóórop, de wapens omklemmend, de monden kurk–droog van de spanning. (Parr en Bailey o.a. geciteerd in J.Balls Internetverslag, Pegasus Bridge: In the words of those who were there, 1; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 83) Bij het hoger gelegen wegtalud werd kort in het donker rondgespied door de mannen, te lang naar de mening van de bezorgde majoor. Bij de lage bunker direct aan de overzij–de scheen geen enkele beweging te zijn. Bailey had een handgranaat in de vuist gereed, Parr eveneens. De grimmig uitziende infanteristen zouden als eersten de brug moeten oversteken naar de inner defences, de binnenste verdedi–gingsring, Taak nummer 1. Luitenant Brotheridge en de overige secties zouden linksaf volgen, over de brug heen. De genietroepen zouden tezelfdertijd zowel bovenop als via de zijkanten onder de brug moeten zien te komen en in de mitrailleurbunker bij de oprit om explosieven te verwij–deren en electriciteitsdraden door te knippen. Majoor Howard had Römer en Sauer zien aan komen lopen over de brug, zíjn kant uit, maar de Duitsers keken slechts verbijsterd om zich heen. (Op dit moment had schildwacht Römer reeds met Georges Gondrée die boven in het café bij het raam was gaan staan, kort staan praten, cf. G.Blond, De invasie, 11-12; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 121. Wanneer D.Botting e.a. in De invasie, 95 schildwacht Römer op dit moment Engelse stemmen laten horen is dat fantasie, in ieder geval is dat gegeven niet meegedeeld door Römer of Sauer zelf. Bovendien waaide het hard die nacht waardoor, behalve de wind, de populieren in de buurt ook het nodige geluid hebben voortgebracht, cf. H.K. von Keusgen, o.c., 89) John Howard had geluk dat de landingszone twee meter lager lag dan de brugweg en daardoor de schild–wachten, buiten de bomenrij, nog meer zicht ontnam. Beide Duitse jongemannen hadden echter wel degelijk ‘een groot toestel’ (of deel ervan) boven de bomen naar beneden horen én zien komen. (Mededeling van Römer en Sauer, cf. H.K. von Keusgen, o.c., 89. In Pegasus Bridge2, 89-90 geeft S.E.Ambrose nog een vroegere versie van deze episode volgens welke de schildwachten slechts ‘delen van een ‘bommenwerper’ konden hebben horen neerkomen.) Howard had een warm welkom van vijandelijk mitrailleurvuur verwacht. De jonge Duitsers Römer en Sauer hadden besloten op ditzelfde moment na wat zacht heen en weer gepraat over de brug naar de noordoostelijke kanaaloever te lopen voor een eerste, héel voorzichtige inspectie van het ‘bommenwer–perwrak’. (H.Römer, in: M.Bowman, Terugblik op D-Day, 52; cf. W.Fowler, Pegasus Bridge, 4; H.K.von Keusgen, o.c., 93)
Helmut Römer, hier 17 jaar oud, was in juni 1944 al een jaar ouder.(https://www.bbc.com/news/magazine-27730193)
Hoofdstuk 88.
6 juni 1944, D-Day, 00:17-00:25 uur (Britse tijd): Landing van tweede en derde Horsa op landingszone X bij de kanaalbrug en begin van de aanval van het 2e Peloton
Staff Sergeant Oliver Boland, voor de gelegenheid zittend aan stuurboord–zijde in de cockpit, had het kanaal van Caen op tijd keurig naast zich aan bakboord in beeld zien verschijnen. Hij schreeuwde naar de manschappen achter zich:’We kunnen te kort landen! Jullie hoeven alleen maar rechtuit dat jaagpad te volgen, we vliegen er parallel op aan! Ik probeer de kist zoveel mogelijk dóor te trekken!’ De landing ging nu hard. Hij checkte of er geen bomen in de dalingsbaan stonden. Tot de passagiers: ‘We zijn er! Landing nou in een paar seconden!’ (O.Boland, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 85) ‘Brace for impact!’ (‘Zet je schrap voor de klap!’), schreeuwde één der piloten van Horsa Chalk 92 naar achteren. De passagiers haakten de armen ineen en hie–ven de voeten gelijktijdig van de breekbare vloer. Piloot Oliver Boland en zijn navigator-Staf Sergeant Phil Hobbs in Chalk 92 (Niet No.91 zoals abusievelijk vermeld in: P.Lhoutellier, Harry Nobby Clark, in: http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry–clark.html: Les véterans témoignent, 3; maar vgl. http://www. britisharmedforces.org/ns/ns/nat–harry–clark, 4; debriefing-rapport GPR, in: http://www. forums.wildbillguarnere.com/index.php?s=35bfe04d675f2cae6b73fdf0a40731…, 6) zagen bij landing vanuit het zuidoosten Wallworks op de grond gecrashte, maar nog schijnbaar ongebroken toestel met de witte vleugelstrepen steeds groter wordend vóór zich opdoemen. In een flits zag Boland zelfs oranje licht–spoorvuur vóór zich uit. Was dat voor Wallworks toestel bestemd? Aan stuurboordzijde achter merkte hij tegelijkertijd dat Horsa Chalk 93 van Barkway en Boyle óók al de landing inzette. En dan die poel daar beneden vooraan aan stuurboord. Hij zat zowat klem! Boland besloot –tegen veilig–heidsregels en nachttrainingen in- tóch ter waarschuwing zijn landingslicht–en te laten schijnen. Hij wilde de vóór hem gelande Horsa No.1 per se ont–wijken en tegelijkertijd meer landingsruimte scheppen voor Barkways No. 3. Hij had daartoe besloten hevig naar stuurboord bij te sturen en zijn rempara–chute uit te laten werpen. Dan maar een geforceerde landing! Hij viel gelijk één voet met de neus omlaag. Snelheid zo’n twintig tot dertig mijl per uur. Met een dendrende klap kwam de Horsa neer. Boland liet de parachute on–middellijk na touch down door Hobbs middels de knop boven hem loswer–pen. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 92; 178-179; Piloot Oliver Boland, in: http://www. historynet.com/wwii/blgliderfour/indexlhtml, 2; in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 85-86; 277; in: Brinkely en Drez, Voices of Valor, 67-68; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 92; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 120)
00:17 uur (Britse tijd): een greppelrand werd geraakt, de wielen van het onderstel blokkeerden, de romp viel pardoes naar beneden op de ski, strui–ken werden geraakt en de grote zware Horsa zwierde met ongekende kracht een halve slag om, terwijl de cockpit deels versplinterde bij stilstand en de achterkant luid krakend en scheurend afbrak. (Voor het raken van een greppel, zie alleen maj. J.Howard, in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main, 6; voor het afbreken van de achterkant zie ook Boland, in: N.Barber, ibidem) Het toestel stond stil pal vóór de naar rottende planten stinkende waterplas. (Boland, in: N.Barber, 86) Luitenant David Wood werd van de voorste zitplaats af naar buiten, tot vóór het toestel geslingerd. Een canvas emmer vol handgranaten -het bezit van zo’n emmer om zich mee te kunnen wassen was een officiersprivilege- alsook zijn Stengun met de extra scherp geslepen en gevelde bajonet hield hij nog stevig in zijn knuisten. Hij bleef vrijwel ongedeerd, maar kwam plat op zijn gezicht neer in natte modder. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 92; David Wood op Disk I bijgesloten in Brinkley en Drez, Voices of Valor) Het 2e Peloton werd heftig dooreen geschud, sommige soldaten vlogen door de opengebroken dunhouten zijwand naar buiten, maar bleven evenzeer groten–deels bij bewustzijn. Harry Clark lag bovenop enige anderen en twee man weer over hém heen. (N.Barber, Pegasus and Orne Bridges, 86) Co-piloot Phil Hobbs liep (niet te zware) snijwonden aan beide benen op. Een geheel ongeschonden piloot Oliver Boland schreeuwde direct opgelucht naar achteren:‘We zijn er! Mieter op en doe waarvoor je wordt betaald!’ (Boland, in: N.Barber, Pegasus and Orne Bridges, 86). De meeste mannen die zich nog konden redden, verlieten dit toestel op de plek waar het was gebroken, níet via de smalle deuren. Dennis Weaver vermande zich, zocht zijn geweer, vond het en dook door het grote gat de buitenlucht in. (N.Barber, Pegasus and Orne Bridges, 86) De jonge, met modder besmeurde luitenant Wood riep daarop zijn mannen met gedempte stem bijeen (‘Baker, Baker, hier!’) bij de neus van het toestel. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 92; http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry–clark.htm, 3; http://www. britisharmedforces.org/ns/ns/nat–harry–clark.htm, 4) Een paar man ontbrak nog bij de snelle telling der koppen, waarschijnlijk ge–niesoldaten. Luitenant Wood trachtte enige ogenblikken lang een kreunende gewonde los te trekken vanonder gekraakt hout, maar moest de hulp staken. Zijn humane instinct won het van het aan hen duidelijk gegeven militaire be–vel de gewonden tijdelijk aan hun lot over te laten. (Lt. Wood op Disk I bijgesloten in: Brinkley en Drez, Voices of Valor) Piloot Boland begon, als afgesproken, onmiddellijk kisten en banden met munitie uit het wrak te sjouwen. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 92) Van zijn voorgangers, piloten Wallwork en Ainsworth, had hij níets ge–merkt. De aan het gezicht flink gewonde, halfdaze Wallwork was de huive–ringwekkend lawaaierige aankomst van Nr. 2 achter hem echter níet ontgaan. Hij had in zijn gewonde en verdwaasde toestand niets kunnen doen, indien Chalk 92 tegen zijn Chalk 91 zou zijn opgebotst… (Wallwork, in: Britannica online: http://www. search.eb.com/normandy/pri/Q00258.html: Personal History:Jim Wallwork, 2)
Landende Horsa Chalk 9. Op het web gepubliceerd 1:72-diorama van Neil Forster getiteld ’Brace for impact, boys!’.
Horsa Chalk 92 (#2), hier met verwoeste cockpit gefotografeerd op 12 juni 1944. Militairen en lokale Normandiërs zullen dan al heel wat bruikbaars hebben meegenomen. De codesymbolen op de bakboordvleugel staan wel voor LZ (landingzone) ‘X’ bij Bénouville) en mogelijk ‘V for Victory’, het wachtwoord op D-Day voor alle leden van de Britse 6e Luchtlandingsdivisie. Dezelfde tekens staan op Chalk 91.(https://war-documentary.info/pegasus-bridge-benouville/)
Römer en Sauer hadden ondertussen in hun nerveuziteit de hoger gelegen brugweg verlaten en waren vlot afgedaald naar de vlakke, lage bunker. Door dáarachter in dekking te gaan staan konden ze wel zicht op de overzijde van de weg en de brug houden. Het eerste vijandelijke schot van die nacht (een te hoog gericht karabijnschot van Erwin Sauer) was een seconde of wat later bestemd voor de op het pad bij het hek nu zichtbaar staande majoor Howard. Samen met zijn lange radioman, korporaal Edward Tappenden, was Howard direct weer op de grond was gedoken, een meter of tien vanaf het zuidoostelijke wegtalud. (J.Howard lijkt dit schot te hebben opgewaardeerd, in: N.Barber, Pegasus and Orne Bridges, 87; http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6 (‘A burst of machine-gun fire from the inner defences told us that the enemy were beginning to recover from the surprise of the glider landing..’) en in: J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 121 (‘..an automatic machine gun had opened up at Tappenden and me from the trenches across the road and we dived for cover.’ Zowel R.J.Kershaw, D-Day, 64 als S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 92 houden het terecht op ‘a shot by a rifleman’. Het is later bevestigd door Erwin Sauer (die het schot met zijn Mauser-karabijn loste) en Helmut Römer in H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014). Het door de landende piloot Boland geziene lichtspoor wijst op een salvo uit een machinegeweer, maar dat moet van en iets later tijdstip dateren. De aanwezigheid van machinegeweerstellingen bij de kanaalbrug werd ontkend door veteraan-schildwacht Helmut Römer, hoogswaarschijnlijk ten onrechte, zie daarvoor o.m. van Britse zijde: D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 43 die beide stellingen op de westelijke kanaaloever vermeldt; de schets in S.E.Ambrose, o.c., [92] en het Britse inlichtingenrapport weergegeven in ibidem, 71.) Liggende hoorde hij vlak nadien eveneens een zwaar Duits machinegeweer het vuur openen vanaf de zijde van het café aan de overzijde van het kanaal. (Dit was het vuur dat luitenant Brotheridge zou doden. Machinegeweer hier bevestigd door o.m. veteraan D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 43 met n.1en luitenant Smith aan auteur Neil Barber, in: http://neil-barber.co.uk/article.php%3Ftitle%3Dthe-coup-de-main-operation) Luitenant Wood arriveerde in stilte met zijn 2e Peloton hetzelfde prikkel–draadhek bij de brugoprit waar hij Howard nog op zijn buik liggend, localiseerde:‘Alles in orde, sir?’ Zijn commandant siste slechts naar Wood:‘David, taak nummer drie!’. (Niet ‘task No.2’ zoals majoor Howard zich herinnerde in: J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 122; en in N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 87 en ook Harry Clark (in: http://highworthhistoricalsociety.co.uk/lest–we–forget–28.htm, 1. Bij trainingen vóór 3 juni was dat wel het vaste taaknummer geweest, vóórdat de pillbox vanwege het detonatiemechamisme als ‘eerste taak’ moest worden uitgeschakeld. De tweede taak werd het oversteken van de kanaalbrug door lt. Brotheridges 25 Platoon en de derde taak de zuivering van de oostelijke loopgraven allereerst door lt. Woods peloton. Aanwezigheid van Duitse machinegeweren bij de kanaalbrug ontkend door Sauer en Römer, in H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 96, maar minstens één exemplaar met munitieband is bevestigd door lt.Wood. Minstens één ronde constructie (zandzakken?) is daarnaast ook aan de noordwestelijke toegang tot de kanaalbrug op een luchtverkenningsfoto te ontwaren.)
Er werd nauwelijks nagedacht. Luitenant Wood herhaalde slechts zeer kort tot zijn voorste sectie: ‘Nummer drie!’ zoals talloze malen was geoefend in Engeland. Het 2e Peloton, nu bestaande uit een man of achttien dat zich reeds om luitenant Wood had opgesteld, moest zich aan de noordoostelijke zijde van de kanaalbrug bevindende, in een zigzaglijn deels parallel aan het kanaal verlopende schuilloopgraven, eventueel bemande schuttersputten, een open machinegeweernest alsook het anti-tankkanon dat op de zuidoostelijke hoek van de brug recent was opgesteld in een ronde, ingegraven en door de Britten zogenoemde tobruk-stelling, aanvallen. Deze stellingen waren bij hen bekend als ‘the inner defences’. (Naar Maj.J.Howard in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6. En niet als de ‘outer defences’ (i.e. die aan de westelijke zijde van de kanaalbrug) zoals beweerd door ‘Tich’ Rayner, in: http://www. bbc.co.uk/dna/ww2/A4069109, 2) Het nemen van een eenvoudige prikkeldraadversperring was thuis terdege geoefend: één of meer man –beschermd door hun borstbepakking- wierp zich er met de buik op waarna de rest over deze ‘brug’ heen de hindernis snel kon overste–ken. Waren de rollen te hoog en breed dan konden bangalore-torpedobuizen met een explosieve lading worden ingezet. Maar dar majoor Howard liever willen voorkomen door de voorste Horsa in het prikkeldraad te laten landen. Dat nu was geschied als gepland. Wat Wood thans zou aantreffen met zijn thans gedecimeerde peloton aan aantallen Duitse verdedigers wist hij niet. Eventueel aanwezige verdediging aan deze zijde van de brugweg in de loop–graaf op de zuidoostelijke oever diende te worden uitgeschakeld door secties van het 2e Peloton, nadat korporaal Bailey’s verkenningssectie eerst de pill–box had aangevallen. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 92; 102; P.Lhoutellier, Harry Nobby Clark, in: http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry-clark.html, 3; Een volkomen foute vertaling ‘geschutkoepel’ voor deze pillbox in A.Beevor, D-Day, 53) De voorste secties, ca. tien man, stoven over het oeverveld langs de niet dichtbegroeide rij populieren en op de bijna twee meter hoger gelegen brugweg af. Geniesoldaat Cyril Haslett, aangesloten bij het 2e Peloton, was zijn eigen bevelhebber van de Royal Engineers, kapitein Neilson, gevolgd en had zich aangesloten bij diens vijftal genisten, voordat hij linksaf naar de brugoever rende. (http://www.ww2connction.com/archive/the–coup–the–main–party.php, 2)
Inklapbaar zakmes gedragen door alle rangen van de Royal Engineers. Geschenk van brigadegeneraal Frank H. Lowman (CBE, DSO), opperbevelhebber der Royal Engineers aangesloten bij de 6e Luchtlandings-divisie in 1944. Coll. Musée Mémorial Pégasus. (Eigen foto, eind april 2017)
Tangen voor luchtlandingsgeniesoldaten. Coll. Musée Mémorial Pégasus.(Eigen foto, eind april 2017)
John Howard en David Wood wisten dat tussen de beperkte landingszone en het kanaal, maar onder het ruwe terrein van deze oostelijke kanaaloever een uitgestrekt, verbunkerd gangenstelsel bevond, middels enige metalen deuren die openden op het oosten te bereiken vanuit een smalle, maar vrij lange, zigzag-verlopende loopgraaf waarover dekzeilen konden liggen. Op enige plaatsen konden die loopgraven middels een smal plankendek dwars overge–stoken worden. In Duitse termen was dit een Gruppenunterstand, in Engelse een dug-out waar jonge, merendeels Poolse soldaten en Duitse onderofficie–ren en officieren zouden kunnen slapen. Eén toegang ervan bleek achteraf onderin de betonnen put (Duits: Ringstand type Rs65a; Brits: tobruk) van het ingegraven 50 cm. anti-tankkanon te liggen, gevaarlijk in het zicht van de beide wachten op de brug. (Voor een oudere foto van het kanon, zie http://www. google.nl/imgres?imgurl=http://sboos.perso.ch/images/Normandie44/Tod…, 1; http://www.pegasusbridge.fr/History-english.htm, eerste foto van de kanaalbrug. Op laatstgenoemde is tevens de platte betonnen dakbedekking van de Gruppenunterstand nog zichtbaar links naast het kanon. De enige uitgebreide beschrijving van dit ondergrondse bunkerstelsel bevindt zich in N.Hugedé, Le commando du pont Pégase en kan op waarheid berusten, maar evengoed op fantasie, zoals herhaaldelijk geschiedt bij deze auteur.Volgens Hugedé wist John Howard niets van deze ondergrondse verblijven, maar feit is dat het uitschakelen ervan vantevoren in Engeland was geoefend en de toegangen vanaf de weg zichtbaar waren (een contemporaine foto van de kanaalbrug getuigt daarvan!) en dus moeten zijn doorgegeven door verzetsmensen en/of de vantevoren gelande of geparachuteerde Britse geheim agenten. Het gangenstelsel is thans deels onder het kanaal verdwenen na een oeverafgraving en deels afgebroken.)
Woods mannen zagen eerst een helwitte lichtkogel sissend de lucht in klim–men vanaf de noordoostelijke brugoprit, gevolgd door explosies van enkele handgranaten met veel rookontwikkeling vanaf ongeveer dezelfde plaats. (Harry in http://www. britisharmedforces.org/ns/ns/nat harry clark.htm, 4. Voor de kleur van de lichtkogel en de positie van Helmut Römer die hem afvuurde, zie slechts: H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (20-14), 93) Op dat moment rende schildwachten Römer en Sauer al hard van de brug vandaan in noordelijke richting. Dennis Weaver uit het 2e Peloton hoorde, evenals Denis Edwards uit het 1e Peloton vóór hem, majoor Howard naar hen roepen vanaf het begin van het pad naar brugweg:’Hier, jongens, dit is ém!’. (N.Barber, Pegasus and Orne Bridges, 86)
Bailey’s sectie van drie man en de rest van het 1e Peloton van luitenant Brotheridge bevond zich reeds vóór hen uit. In de witte gloed en door de rookwalmen uit fosfor-, Noorse flits- en gewone rookgranaten zag het 2e Peloton die mannen voortstormen over de brug uit alle macht ‘Able! Able!’ schreeuwend. Een brengun dreunde er gestadig, stenguns gaven felle salvo’s af, geweren vuurden erdoorheen en granaten ontploften vlak erna. Handgra–naten werden níet in de loopgraven gebruikt, de rondtollende scherven ervan zouden in het overwegende duister eigen mensen kunnen raken… (Harry Clark in http://www.perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry-clark.htm, 3; R.Collier, D-Day, 153:’Now forty men under Lieutenant Danny (sic) Brotheridge pelted like furies for the vital far (= western )bank (of the canal)’ berust op een vermenging van gegevens. De eerste charge over de brug onder Brotheridge werd uitgevoerd door één peloton van hooguit 22 man; Helmut Römer herinnerde zich:’Voor we het wisten, kwamen er zo’n tien woest uitziende mannen op ons af.’ (in: M.Bowman, Terugblik op D-Day, 52) Ook Colliers bewering dat ‘Forty Bren guns fired from the hip, opened up simultaneously’ (In ibidem) is pure fantasie: per peloton was er standaard slechts één brengun aanwezig!)
Aanval op de kanaalbrug. (Computerbewerkte artwork van Mariusz Kozik als omslag voor Will Fowler, Pegasus Bridge. Bénouville D-Day 1944 (Osprey Publishing. Oxford, 2010)
Aanval op de rolhefbrug naar een still van opnamen voor de geplande film Pegasus Bridge. The Movie van Lance Nielsen. N.b. de beide Duitse schildwachten bevonden zich in werkelijkheid aan de noordoostelijke zijde van de brugtoegang, toen de raid begon, niet aan het westelijk uiteinde zoals hier getoond.
Majoor Howard zag dat de ene helft van Woods peloton de weg over storm–de ‘als een stel jonge honden’ en de andere naar links wegdraaide om weg te duiken in de zigzaggende loopgraaf aan deze zijde van de brug waar tevens het 50 cm. kanon stond opgesteld. Van de westelijke oever klonk al een boel woest geschreeuw en geschiet. Onmiddellijk slingerden zij hun eigen pelo–tonscode de nacht in: ‘Baker! Baker!’(Maj.Howard, in N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 87) Op dat moment verdween de bijna volle maan achter de laag hangende bewolking en werd het donkerder. Een extra groot risico: een nu gewekte Duitser wilde juist haastig landmijnen gaan uitleggen in of bij de noordoos–telijke loopgraaf, aan de overzijde van de brugweg. (http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6; N.Barber, Pegasus and Orme Bridges, 87-88)
Het geplande werk van de geniesoldaten van het 2e Peloton, 249e Veldcom–pagnie Koninklijke Genie verliep ondertussen geheel volgens oefening en ieder man bevond zich binnen twee minuten na landing op zijn van te voren aangewezen plaats hetzij bovenop, hetzij onder de kanaalbrug, op zoek naar Duitse explosievenhouders en cordietsnoeren. Sapper Harry Wheeler, toegevoegd aan 25 Platoon/het 1e Peloton van Compagnie D, had zich, bijgekomen uit de verdoving na de harde kraaklanding van Horsa Chalk 91 en als vierde of vijfde man vlot uitgestapt, over de natte, modderige en daar–door glibberige kanaaloever naar voren gewerkt. Hij verzamelde zich met zijn vier maten onder algemeen bevel van de Schotse kapitein Henry Russell Winlock (‘Jock’) Neilson en diens korporaal Watson.
Captain Henry Russell (‘Jock’ Neilson), commandant 249 Field Company, Royal Engineers.
Enkele genisten uit de als tweede gelande Horsa van lt.Wood hadden zich daarna bij dit wachtende groepje aangesloten. Geniesoldaat Wheeler diende eveneens onmiddellijk en vlak achter luitenant Brotheridge aan als infante-rist de kanaalbrug over te steken om vervolgens terug te keren als louter technische man naar de zuidwestelijke steunbeer. Daar aangekomen, moest hij zich, evenals de anderen, op de tast in het duister verplaatsen, een draad–knipper met geïsoleerde grepen gereed in de hand om cordiet-ontstekings–koorden onschadelijk te maken en verpakkingen met explosieven te verwij–deren. Daar waar de explosievenhouders zouden moeten zitten was door de Duitse Pioniere met lichtgekleurde verf een teken aangebracht. Het scheelde zoeken. Soldaat Harry Wheeler ontdekte in de haast slechts één lange, over–langs bevestigde dikke draad, maar hij had geen idee waarvoor die diende. Nadat hij hem met moeite had doorgeknipt, kreeg hij een enorme electrische schok te verduren, sloeg een deel van dat draad met grote kracht terug en kon Wheeler zich nog juist staande houden op een brugrichel waarbij de draadknipper uit zijn handen was geslagen. Goed dat die knipper was geïso–leerd! Hij schrok zich een ongeluk. Diende deze draad soms voor het hefme–chanisme van de rolhefbrug, roeg hij zich later af. Duidelijk was in ieder ge–val nu dat het géen slagkoord betrof. Overige geniesoldaten hadden achter de eerste strijdende troepen aan inmiddels eveneens bemerkt dat onder de ka–naalbrug bepaalde plekken voor het plaatsen van demolitie-explosieven wel waren aangegeven met verf, maar geen enkele houder bevatte explosief. De cordietkoorden werden voor de zekerheid alsnog doorgesneden. Waar lagen die explosieven? Terwijl de genisten zwetend en zwoegend in stilte hun werk deden, bleek dat geen der talloze vijandelijke kogels die ze onder het werk door hoorden zoeven, gieren en afketsen, specifiek voor hén waren bedoeld. (Het is gebleken op D-Day bij daglicht dat de electrische draad geen invloed op het hefmechanisme van de rolhefbrug heeft gehad: de kanaalbrug is eenmaal bediend geweest door genie-kapitein ‘Jock’ Neilson.) Gecombineerde informatie naar H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 95; geniecommandant F.H. Lowman, in: http://www. remuseum.org.uk/campaign/rem campaign 6adiv.htm, 10; http://www.89fss.com/affiliated/249fdcoy.htm, en genist Harry Wheeler, in N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 92-93; 301, n.14 en in: http://neil-barber.co.uk/article.php%3Ftitle%3Dthe-coup-de-main-operation. Cf. J.Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there, in: http://ww2talk.com/forums/topic/45977-pegasus-bridge-in-the-words-of-those-who-were-there, 3; http://www.ww2connection.com/archive/the–coup–de–main–party.php, 2.)
Detail van schilderij Final Descent van Richard Taylor.(https://www.aces-high.com/news/view/countdown-to-d-day—out-of-the-night— )
De derde Horsa (Chalk 93) vlak vóór landing op landingszone ‘X’ langs het kanaal in Bénouville. Piloot Barkway kon zijn beide voorgangers zien staan. Het gelande en hier gebroken weergegeven toestel was in werkelijkheid deze Chalk 93, níet 92 zoals hier en veel vaker verondersteld. De zichtbare rode lichtkogel werd ook pas afgeschoten ná landing van Nr.3. Het tegenover café Gondrée (linksboven) gelegen kleinere gebouw dat dwars naast de brugweg staat, is het voormalige café Picot.
‘Brace! Brace! Brace!’had het thans ook in de derde, dalende glider ge–klonken. Luitenant Smith was nauwelijks weer gaan zitten en had maar net op tijd zijn gordel vastgegespt. De mannen gaven hun buurman werktuige–lijk een arm om de schok op te vangen en niet dooreen gesmeten te worden en trokken de knieën op. Staff Sergeant Geoff Barkway met de lange, brede kin als piloot aan de stuurknuppel voor het 3e peloton van luitenant ‘Sandy’ Smith had de twee voorgaande toestellen vóór aan het landingsterreintje op tijd zien staan, maar hij kon niet voorkomen dat zijn met bijna 100 km. per uur aanstormende Horsa toch te vroeg de grond raakte, niet ver achter de gebroken Nr.2 die te kort was geland, maar wel op tijd naar rechts was uit–geweken, omdat piloot Oliver Boland de hem volgende Nr. 3 ook de landing al had zien inzetten. Piloot Geoff Barkway zweette uit al zijn poriën. Onver–wacht schoot zijn grote zware toestel weer een eind de lucht in (Vgl. lt. Smith, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 91: ’My glider hit what can only be best described as a snipe bog and then took off again.’) en zeilde over Nr.2 heen wederom richting aarde: een ramp was daarmee voorkomen! (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 178-179; http://www.historynet.com/wwii/blgliderfour/indexl.html, 2. Deze versie lijkt thans enigszins te worden ondergraven in N.Barber, ibidem, 276-279, Appendix 2, par.2.) Barkway liet vlak boven de grond de rem–parachute uitwerpen door navigator-Staff Sergeant Peter Boyle. Het werkte, de snelheid nam af. Maar het linkerwiel brak af, een hard gekras van het on–derstel volgde. Knarsend en krakend schoof het toestel scheef en kort hobbe–lend over de grond. De metalen skid veroorzaakte eveneens een vonkenregen van onder de romp vandaan. Nog vóór de finale stop brak het zweefvliegtuig met hevig gekraak van hout in twee, drie stukken en de reeds gedesintegreer–de cockpit lag nu naar stuurboord hellend met het uiteengebroken bedie–ningspaneel in de waterplas. (Een ‘slop swamp’ noemde lt.Smith het water in Brinkley en Drez, Voices of Valor, 68) Het rechterwiel was afgebroken en rolde tot naast de gebroken romp. (Fotografische close-up van het wrak in het Musée Mémorial Pégasus. In het tijdschrift Eagle van april 1997 meende Peter Boyle (dan 93 jaar oud) onterecht dat ‘slechts de voorzijde’ van zijn toestel was beschadigd. Ken Ford in D-Day 1944 (3): Sword Beach and the British Airborne Landings (Osprey Publishing. Oxford, 2011) toont op een plaat abusievelijk vier i.p.v. drie gelande Horsa’s bij de kanaalbrug.) 00:18 uur (Britse tijd): crashlan–ding van Chalk 93 die in delen gekraakt tussen Nrs.1 en 2 was geraakt. (Het feit dat piloot Barkway met nr.3 tussen beide andere was geland, al of niet over Nr. 2 heen zeilend en tot vlak naast de plas, heeft decennialang na de oorlog tot misverstanden over de landingsvolgorde geleid. B.v. In Historica Nr.34, Normandie 1944: Pegasus Bridge. 6e Airborne. Jour J à Bénouville-Ranville (Éditions Heimdal. Bayeux, 1993), 23; 27 vermelden auteurs Bernage, Benamou en Lejuée tweemaal foutief het gebroken toestel als ‘No.2’. Duidelijk is te zien dat de gebroken romp van Chalk 93 boven de waterpoel hangt waardoor soldaat Greenhalgh aan bakboordzijde (vermeld door piloot Barkway) waar de vleugel neerhangt, bij landing kon verdrinken.)
Horsa Chalk 93 (nr. 3) van piloten Barkway en Boyle in tweëen gebroken vlak achter Chalk 91 met de gedesintegreerde cockpit van piloten Wallwork en Ainsworth, gezien van de brugweg (D514) te Bénouville, juli 1944 . (Bewerkt fotodetail naar: W.G. Ramsey (ed.), D-Day. Then and Now)
Rechtsonder: vleugeldeel van gelande Horsa Chalk 92, nr.2 van piloot Oliver Boland; midden: Horsa Chalk 93, nr.3 van piloot Geoffrey Barkway, gebroken; vooraan: Horsa Chalk 91, nr.1 van piloot Jim Wallwork. Landingszone ‘X’gezien naar het noordwesten, juli 1944.
RAF-luchtverkenningsfoto van de kanaalbrug (linksonder)en landingszone ‘X’ bij Bénouville, begin juni 1944. De Horsa links is Chalk 91, de middelste Chalk 93 (gebroken) en die rechtsboven is Chalk 92. Boven Chalk 93 is de waterplas hier als een lichtgrijze plek te zien. De donkere meanderende lijn aan de kanaaloever is de zuidoostelijke Duitse loopgraaf.
Close-up vanaf de oostzijde van het in drie delen gebroken wrak van Horsa Chalk 93 van piloten Barkway en Boyle met de gedesintegreerde cockpit deels in de waterplas nabij de kanaalbrug waarvan links naast de boom de bovenbouw is te zien. Juli 1944. (http://d-dayrevisited.co.uk/images/gallery/pegasus-bridge/pegasus3.jpg)
Landingszone ‘X’ bij Bénouville, huidige staat. De helling rechts met bovenop het lichte pad is de oever van het kanaal aan de oostelijke zijde. Aan de linker zijde is het (bruine) riet te zien dat ongeveer de rand van de waterpoel weergeeft die de zes piloten der drie Horsa-zweefvliegtuigen van Compagnie D óok moesten ontwijken. De witte stenen rechts van het midden zijn de huidige, inmiddels aangepaste markers die de landingsplaatsen der drie Horsa’s weergeven. Lang had men verondersteld dat de tweede marker van voren de landingsplaats van de tweede Horsa, Chalk 92 met luitenants Woods peloton, was, maar ten onrechte. Duidelijk is te zien hoe beperkt en gevaarlijk gelegen deze landingsplaats in feite was tussen waterpoel, kanaaldijk en wegdijk (vooraan, juist in beeld). Tel daarbij het nachtelijk duister met lage bewolking en volle maan tijdens de operationele landing!(Eigen foto, eind april 2017)
De waterpoel, een restant van een oude bedding van een zijtak van de rivier de Orne naast landingszone ‘X’ bij Bénouville, gezien vanaf de dijkweg D514. Rechts een witte marker die een nachtelijke landingsplaats van een Horsa aangeeft.(Eigen foto, eind april 2017)
Navigator Peter Boyle had vol de remmen bediend, maar lag vóór hij het besefte in stinkend, duister water te spartelen, terwijl zijn zware schoenen steeds wegzakten in de weke modder en ‘iets’ onder water hem terug bleef trekken. Hij had geen idee wáár hij was, behalve dan in gebroken delen van een zweefvliegtuig, ’iets’ deed pijn…’Oh, God!’, dacht hij in doodsnood. Pi–loot Barkways veiligheidsharnas was van zijn stoel losgebroken, hijzelf was tegen cockpitonderdelen geramd en hij liep, behalve een nat pak en enige kneuzingen waaronder een heel pijnlijke aan een pols, een zware hersen–schudding op. Hij kon nog denken: ‘Hier zit niet veel toekomst in!’ en werk–te zich duizelig, wanhopig en met bonkende hoofdpijn alsnog met enige snelheid uit het water. Het was aardedonker. Toen schoot een helder witte lichtkogel de lucht in vanaf de noordoostelijke brugzijde. (Voor de laatste zie H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 93. Voor de landing zie ook C.Ryan, De langste dag28 (Houten, 1994), 109, maar in een verkeerde versie van het verhaal.) Barkway strompelde eerst terug, het nu bijgelichte wrak van zijn Horsa in. ’Ik moet een brancard hebben’, dacht hij daas. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 179; http://www.pathfindergroup.com/lest–we–forget/staff–sergeant–geoff–barkway; P.Boyle en G.Barkway in: Neil Barber, The Pegasus and Orne Bridges, uittreksel ook in: http://www.ww2connection.com/archive/the–coup–the–main–party.php. De chronologische volgorde van handelingen die Barkway ver na de oorlog heeft laten noteren, heb ik enigszins proberen aan te passen aan de min of meer gelijktijdige krijgsomstandigheden op en bij de kanaalbrug.)
Hij zag tot zijn verbazing een soldaat bewegingsloos, voorover liggend en uitgespreid over het wielonderstel aan stuurboord liggen, met het hoofd onder het zwarte water. (http://www.pathfindergroup.com.lest–we–forget/staff–sergeant–geoff–barkway ) Het was de 29-jarige korporaal Fred Greenhalgh, de brenschutter, die was uit zijn opgebroken compartiment geslingerd. Zijn wapen was verdwenen in het donkere, stinkende moeraswater aan het noordelijke einde van de landingszone, evenals zijn hoofd en bovenlichaam. Zijn benen zaten vast tussen brokstukken, zijn onderlichaam lag over het wielonderstel geklapt, terwijl de loodzware vleugeltip hem onder water bleef drukken. Mede ook onder het volle gewicht van zijn eigen bepakking, stierf de waarschijnlijk bewusteloze korporaal Greenhalgh een tragische, eenzame verdrinkings–dood. Eén middelzwaar wapen ging aldus verloren. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 93; W.G.Ramsey (red.), D-Day. Then and Now, vol.1, 256 (top), 258-9; C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, [121]; W.Fowler, Pegasus Bridge, 39; D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 234, Chapter 4, n.1; Harry Clark, in: http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry-clark.html, 3 (onderaan); Brinkley en Drez, Voices of Valor, 69 (zonder naam); James H.Wallwork, in: Supplement to Aeroplane Monthly (May 1994), 20:’There was only one casualty on landing. The Bren gunner in No 2 (lees: No 3) was thrown out and drowned in the pond.’; Duncan Rogers en Sarah Rhiannon Williams (red.), On the Bloody Road to Berlin. Frontline Accounts for North-West Europe and the Eastern Front, 1944-45 (Helion & Coy Ltd. Solihull, West-Midlands, 2005), 47; http://www. plagesdu6juin1944.com/pages/sword/la-6th-airborne.html. Lance Corporal Fred Greenhalgh (legernummer 3449663) ligt begraven op La Délivrande War Cemetery, Plot 5, Row C, Grave 4; cf. Commonwealth War Graves Commission, in: http://www. cwgc.org/search/certificate.aspx?: casualty 2339809; http://www. greenhalgh-web.co.uk, 1. Voor foto’s van zijn veldgraf bij de kanaalbrug en eregraf zie W.G.Ramsey (red.), D-Day. Then and Now, vol. I, 259; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 271 (veldgraf) met het bijschrift: ‘(…) Fred Greenhalgh, who was killed during the landing of Glider 94 (lees: 93)’ vermeldt. Zijn verroeste Brengun werd in de jaren zestig opgedregd uit de poel en wordt heden tentoongesteld in het Musée Mémorial Pégasus bij Bénouville. Er is geen reden aan de herkomst te twijfelen zoals Neil Barber doet in The Pegasus and Orne Bridges, 279: 1) er is na D-Day niet meer door infanterie gevochten om of bij deze landingsplaats 2) nergens wordt melding gemaakt van enig verlies van een brengun bij Compagnie D, op deze na. Fred Greenhalgh wordt merkwaardigerwijze opgevoerd als Private Fred Diggs in R.J.Drez, Forgotten Fate of D-Day’s Glider Four, in: http://www. historynet.com/d-day-6th-airborne-divisions-glider-four-encountered-an-unexpected-turn-of- events.htm en http://www. historynet.com/wwii/blgliderfour/indexl.html, 2 waarschijnlijk in verwarring met Cpl.Higgs uit dit peloton die echter niet verdronk. Dat Fred Greenhalgh het enige dodelijke slachtoffer van Compagnie D bij landing en door verdrinking was, werd aan de auteur herbevestigd door piloot Wallwork per e-mail in december 2004.)
De 20-jarige korporaal Stan Evans met het lange, zwartgemaakte gezicht en de verbeten kleine mond landde tot aan zijn middel in de modder, draaide zich klotsend los en rende met een verzwaarde gevechtsjas en khaki broek door naar de brug. Zijn taak als sectieleider zou het zijn om het café Gondrée te verdedigen alsmede de ruimten eromheen. (http://www.pegasusarchive.org/normandy/stan–evans.htm, 1 waar echter foutief wordt meegedeeld over sgt. Evans: ’He was in the second of three gliders to hit the ground’.)
Kapitein John Vaughan, de medische officier, had vooraan, juist achter de afschotting van de cockpit gezeten, was plots wild door de afschotting én gekraakte cockpit heengevlogen waarbij hij beiden hard had geraakt, en bleef er bijna een half uur bewusteloos vóór liggen. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 93; 107; http://www. pathfindergroup.com/lest–we–forget/staff–sergeant–geoff–barkway)
Luitenant Smith was als een kogel ruggelings en verdwaasd buiten de stukgeslagen cockpit terecht gekomen in de natte modder naast één van zijn flegmatieke sectieaanvoerders, Lance-Corporal (korporaal 1) Madge. Smith kroelde met zijn armen in de rondte tot Madge hem onverstoorbaar vroeg:‘Nou, waar wachten we op, sir?’ Witte ogen in een roetzwart gezicht staarden de lange luitenant met de spitse kin en gebogen, scherpe neus vanonder de gecamoufleerde pothelm aan. ‘Sandy’ Smith gromde, één knie deed verschrikkelijk pijn, evenals een snijwond aan zijn hoofd. (Lt Smith in: http://www.ww2connection,com/archive/the–coup–the–main–party.php, uittreksels naar o.a. N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 93; http://www. pathfindergroup.com/lest–we–forget/staff–sergeant–geoff–barkway:’Lt Smith cut his head’; http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…, 9. Smiths pols werd pas later gewond ten gevolge van een Duitse steelgranaat, niet bij landing zoals soldaat Harry Clark meende, in: http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry–clark.html, 3; ook majoor Howard herinnerde zich dat luitenant Smith zich bij hem meldde met een arm steunend in zijn gevechtsjas: dat zal eerder ná de brugaanval zijn geweest, zie J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries. Elders herinnerde majoor Howard zich dat Smith inderdaad alleen hinkte na landing. Evenzo foutief A.Beevor, D-Day, 53:’Er arriveerde nog een peloton (Woods peloton wordt hier vergeten!) onder aanvoering van luitenant Sandy Smith, hoewel hij tijdens de landing zijn arm lelijk gebroken had.’) Een schamel half dozijn manschappen tuimelde min of meer heelhuids door gebroken rompdelen naar buiten, de rest was te gewond of kon zich niet loswrikken uit het wrak van de Horsa.Van de kanaalbrug klonk oorlogslawaai. De luitenant trachtte vergeefs zijn eigen wapen te vinden in de duisternis, maar trof in plaats daarvan een andere, achtergelaten stengun aan en rende daarmee strompelend samen met zijn korporaal richting kanaalbrug. (Lt. Smith, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, ook als uittreksel in: http://www.ww2connection.com/archive/the–coup–the–main–party.php) Uitvoeren van ‘Taak nummer vier’ ofwel de ingesleten stappen der herhaalde trainingen volgen: de brug over na Brotheridge en op de westelijke oever de boel helpen ‘opschonen’ –‘to sort it out’ luidde het in jargon- en die zijde vervolgens verdedigen. In feite was zijn peloton bestemd geweest als een reservesectie: overal waar nog hulp nodig was, zou hij zijn mannen mogen inzetten. Hij zou het schoonvegen door beide andere pelotons moeten coördineren, indien nog nodig. (J.Howard, in: http://lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6; Raymond ‘Tich’ Rayner, in: http://www. bbc.co.uk/dna/ww2/A4069109, 2) Maar liefst een twintigtal soldaten uit zijn 3e Peloton (14 Platoon) van 28 man moest luitenant Richard (‘Sandy’) Smith in het Horsa-wrak achterlaten en zijn strijd moest nog beginnen… (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 93; C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 50; http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry-clark.html, 3. Volgens lt. Smith zelf ging hij met een man of zes op pad na landing, als vermeld in Brinkley en Drez, Voices of Valor, 69; ‘a few casualties upon landing’ volgens de piloot in: http://www. mikecampbell.net/the campblog oct01 oct15 2004.htm, 50 lijkt mij een misnomer. John Howard herinnert zich in zijn memoires dat hij lt.Smith bij de kanaalbrug ‘Number Three task’ liet uitvoeren, maar dat moet een vergissing zijn, zie J.Howard en P.Howard-Bates, The Pegasus Papers; http://www.ww2connection.com/archive/the-coup-the-main-party.php, 2)
Piloot Geoffrey Barkway, in de romp dolende, hoorde inmiddels, ondanks zijn snerpende hoofd– en polspijn, iemand in het duistere water buiten te keer gaan en luid om hulp roepen. De door zijn uitrusting nog verzwaarde Peter Boyle bleek onder water vast te haken achter wrakstukken. Barkway vond zijn spartelende navigator, rukte hem los en wist hem met veel moeite op de kant te hijsen. Boyle was –op lichte pijn na- verder ongedeerd. Gehol–pen door de nog zwevende witte lichtkogel, liep de navigator vervolgens terug, om het wrak heen op zoek naar vervoerde PIATs en tassen handgran–aten, zoals was bevolen. Ook hij zag plots in het halfduister een lichaam liggen, gebogen over het wielonderstel en legde er even een hand op om te zien of de hem onbekende chap nog leefde. Toen werd hij de strijdgeluiden gewaar en bedacht dat zijn taak absoluut voorrang moest hebben: ‘breng een antitank-PIAT naar de overzijde van de kanaalbrug’. Staff Sergeant Peter Boyle begon de tassen en kisten langs het smalle pad naar de helling van de brugoprit te dragen. (Boyle, in N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, ook in: http://www.ww2connection.com/archives/the–coup–de–main–party.php.) Eén alerte Britse soldaat bij het wrak van Horsa Chalk 93 riep intussen de achtergebleven eerste piloot Geoffrey Barkway in het halfduister voor alle zekerheid het die avond voor álle D-Day-troepen afgesproken wachtwoord toe:‘V!’. Barkway hoorde hem, maar wist door opgelopen shock en dreunende hoofdpijn vanwege een zware hersenschudding het levensreddende antwoord niet meer… De ner–veuze soldaat vuurde vrijwel onmiddellijk. De onfortuinlijke Horsa-piloot werd door een kogel in de onderarm geraakt. ‘For Victory, for Victory!’,wist de zeer pijnlijk getroffen Barkway plotsklaps weer, waarop de afschuwelijke fout werd bemerkt. De betrokken soldaat vertrok fluks achter diens luitenant aan naar de kanaalbrug. De wanhopige en nu zwaargewonde Horsa-piloot bleef eenzaam en onverzorgd achter. Hij riep luid om zijn makker Peter Boyle, die de roep even later kon horen vanaf de brughelling en haastig te–rugkeerde om hulp te bieden. De pols leek er bijna afgeschoten! Barkway raakte het bewustzijn kwijt. (G.Barkway, in: M.Arthur, Vergeten stemmen van de Tweede Wereldoorlog, 393: ‘Ík voelde een klap op mijn pols en daarmee was het afgelopen. Het volgende wat ik herinner was dat ik in een huis lag, op de grond met mijn arm in een mitella op mijn borst.’; http://www. pathfindergroup.com/lest–we–forget/staff–sergeant–geoff–barkway en mondelinge mededelingen van Geoffrey Barkway in TV-documentaire D-Day, Man and Machines van National Geographic Channel, 6 juni 2004. De kans dat het een Duitse kogel zou hebben betroffen (b.v. uit het machinegeweer uit de loopgraaf dat eerder op maj.Howard en kpl. Tappenden had gevuurd), is zo goed als uit te sluiten, niet zozeer vanwege de afstand vanaf die loopgraven, als wel vanwege de daar juist voorafgegane ‘opschoning’.) Vóór het uitgebreide gevecht had majoor Howard aldus te kampen met heel wat uitgeschakelde manschappen, ondanks het feit dat de drie Horsa’s wonderbaarlijk vlakbij de kanaalbrug waren geland in het halfdonker, zoals tientallen malen en succesvol was geoefend. Het was zo goed als volle maan met weinig, maar laaghangende donkere bewolking. (Voor de maanstand zie b.v.: https://edition.cnn.com/2019/06/06/world/moon-d-day-trnd-scn/index.html (waarin een astronoom i.v.m. D-day de vroeg opgekomen volle maan benadrukt) alsook in: https://skyandtelescope.org/astronomy-news/astronomy-d-day-sun-moon-tides: ‘Een bijna volle maan rees anderhalf uur vóór zonsondergang op 5 juni [1944] haar hoogste punt bereikend op 6 juni om 01:19 ’s nachts, net toen de Amerikaanse luchtlandings-aanval [op de Cotentin met parachutisten] begon. Hellend maanlicht verlichtte de grond beneden voor de troepen van de 82ste en 101ste Luchtlandings[-divisies], toen zij uit de hemel begonnen te vallen tussen 01:15 en 01:30 ‘s nachts, terreinmarkeerders volgend die ongeveer een uur eerder waren afgesprongen. Deze tijden zijn uitgedrukt in Britse Dubbele Zomertijd (twee uren vroeger dan Greenwich Mean Time), zoals door de geallieerde landingsstrijdkrachten werd gebruikt.’ Piloot Wallwork herinnerde zich dus terecht een ‘bijna volle maan’: het was feitelijk één dag vóór volle maan. Auteurs Brinkely en Drez in Voices of Valor vermelden recent meermaals misleidend een ‘half-moon’ voor deze nacht. John Howard deelde evenzo mee: ‘You could see a half-moon’ betreffende het moment van vertrek die nacht in Engeland, in: D.Brinkley en R.J.Drez, Voices of Valor, 62. In het laatste geval zitten zij fout: de metereologen spreken van een (bijna) volle maan voor 6 juni 1944; vgl. ook een ooggetuige als Heinz Hickmann, in: R.J.Kershaw, D-Day, 66 : ‘volle maan’.) Op de terugweg speurden de Halifax-bemanningen van formatieleider Derek Duder daarom naarstig op de grond naar de door hen gesleepte zes Horsa’s die nu moesten zijn geland. En die stonden op één na daar waar zij behóorden te staan: vlak vóór de kanaalbrug en iets verder vanaf de Ornebrug. Wat een staaltje navi–gatie- en vliegkunst! Met grote trots werd dit feit thuis genoteerd voor zowel hun ei–gen debriefing-officier als die van het Zweefvliegtuigenregiment. (Landingsresultaten gemeld onderaan de pagina’s met beladingslijsten van het Zweefvliegtuigenregiment waarvan copieën zijn verkregen bij het Musée Mémorial Pégasus en daar inmiddels ook zijn na te slaan in de tentoonstellingsruimte.) Horsa Chalk 93 lag tussen de 91 en de 92 in, alle zweeftoe–stellen slechts enkele meters van elkaar verwijderd. (Vgl. A.Mckee, De slag om Normandie, 38:’Kort voor middernacht suisden bij Bénouville twee gliders –sleepvliegtuigen-omlaag naar de zo uiterst belangrijke bruggen…’. McKee geeft niet aan welke tijdsberekening hij aanhoudt, het aantal Horsa’s klopt niet en er staat een storende vertaalfout, alles in één zin. De precieze situering van de toestellen op LZ ‘X’ werd majoor Howard en de zweefpiloten echter pas decennia ná de strijd duidelijk, toen de herdenkings-markers reeds waren geplaatst. Deze moesten alsnog worden aangepast (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 178-179). Luchtmaarschalk Leigh-Mallory noemde vlak na de oorlog deze gedurfde crashlandingen der Horsa’s:’The finest piece of airmanship thus far in this war.’, b.v. in: R.Collier, D-Day, 153; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge, 90, noot.)
Om 00:19 uur (Britse tijd) kwam de lange, donkerbesnorde brigadegeneraal Poett van de 5e Parachutistenbrigade veilig, maar eenzaam neer in een kom bij Ranville die onder hoog graan stond. Snel ontdeed hij zich van zijn para–chuteharnas. Er werd ter plaatse niet op hem, noch op iemand anders gescho–ten. Een goed teken! Hij bleek echter zowel zijn voorheen zo veelbelovende herkenningspunt, de losstaande kerktoren van het dorp Ranville, alsook zijn meegesprongen radioman kwijt te zijn…
De kerk van Ranville met kenmerkende apart staande toren welke een nachtelijk baken zou moeten zijn geweest voor Britse parachutisten in de nacht vóór D-day. Detail van vooroorlogse ansichtkaart.(Bewerkt naar: https://www.villesducalvados.free.fr)
Howard zou hem dus niet per zender kunnen bereiken, noch hij Howard! Waar zijn de negen anderen van de stick? Welnu, welke richting uit? Meer zuidwestelijk bij Caen ontploften intussen bommen en was het gekleurde lichtschijnsel van afweervuur waarneembaar.
Luitenant David Wood en ongeveer de helft van zijn 2e Peloton (= 24 Pla–toon) zonder de geniesoldaten waren dwars over de hogere brugweg voort–gestormd, vurend vanuit de heup. Korporaal Jack Bailey en Wally Parr had–den inmiddels het lage bunkertje bij de oprit al aangepakt, hetgeen een oor–verdovende explosie tot gevolg had, maar van die zijde ook verward Duits tegenvuur van een zware mitrailleur had ontlokt. (J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 122 (over Woods peloton); D.Botting e.a., De invasie, 95; Jack Bailey mondeling, op Disk I in: Brinkley en Drez, Voices of Valor) Het 2e Peloton was ook onder vuur van een automa–tisch wapen uit de loopgraaf aan hun linker front gekomen, toen het de brug–weg was begonnen over te steken onder de luide kreten:’Baker, Baker!!’. (Harry Clark, in: http://www. Oxford and Bucks, Biographies Menu, 1; majoor Howard over 2e Peloton, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 87:’And the skirmishing started immediately. (…) his call of ‘Baker, Baker, Baker!’) De Duitse Unterofficier Riet die in die loopgraaf aanwezig was geweest, kan op dat moment als enige van het Duitse brugpeleton een mitrailleur hebben af-gevuurd. (Voor Riets aanwezigheid hier, zie slechts H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 95. Deze hr. Riet overleefde in ieder geval en kwam -tot grote verbazing van Helmut Römer, Erwin Sauer en de Pool Janusch Marschilinski- terecht in hetzelfde POW-Camp in Medicine Hat, Alberta, Canada waar zij elkaar weer ontmoetten. Römer mocht er diens schoenen poetsen en verdiende er wat dollars mee, cf. von Keusgen, ibidem, 223) Korporaal Charles (‘Claude’) Godbold en Harry (‘Nobby’) Clark die voorop renden, wierpen hun Noorse flitsgranaten in de tamelijk brede loopgraaf die zeer luid afgingen, niet direct slachtoffers zouden maken, maar bij eventueel aanwezi–ge wakkere vijanden enig tegenvuur nauwelijks mogelijk hebben zouden moeten maken. Direct erna werd overal in de geul wild rondgevuurd. Eén andere, alerte Duitse verdediger was tóch begonnen een kist op scherp staan–de schotelvormige Teller–landmijnen deze loopgraaf in te sjouwen, maar werd terstond neergemaaid. Hij bleef – en voorlopig onverzorgd- zwaargewond liggen, naast zijn kist. (Majoor John Howard, in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6:’It was afterwards found that these trenches were to have been mined and booby-trapped by the use of live Teller-mines. The man responsible for laying these mines was wounded in the early stages alongside his box of primed mines.’; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 122. Römers en Sauers naoorlogse beweringen in H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 96 als zou bij de kanaalbrug tijdens de Britse raid helemaal geen actieve Duitse verdediging aanwezig zijn geweest is aldus weerlegbaar.)
Geallieerd instructieblad voor Duitse Teller mine 35 (https://www.thefewgoodmen.com/thefgmforum/threads/tellermine-35-anti-tank-mine.29911 )
Duitse houten kist voor vervoer van enige Teller-mijnen ‘35’. Er waren overigens verschillende typen Teller-mijnen en de kist kon ook van metaal zijn.(https://www.ebay.com/itm/STENCIL-SET-FOR-WW2-GERMAN-TELLER-MINE-35-WOODEN-BOX-4-T-Mi-.., )
Clark en Godbold zagen in het halfdonker twee vijanden naar de kanaalzijde rennen. De pelotons hadden alle hun zwijgzaamheid laten varen en brulden voortdurend hun identificatiecodes: ‘Able, Able!’, ‘Baker, Baker, Baker!’ of minder neutrale termen: ‘Klootzakken!’. De naar explosieven zoekende ge–nie riep daar doorheen: ‘Sappers, Sappers!’. Majoor Howard kon hun oor–logskreten van een afstand horen boven alle schoten uit. Hij zag rode, gele en groene lichtspoorkogels hun banen trekken aan de overzijde van de brug–weg. Hij was zelf danig onder de indruk van het buitensporige vuurgeweld van zijn 2e peloton. (J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 122. Ook Helmut Römer en Erwin Sauer benadrukten dat hevige, chaotische Britse vuur nog lang na de oorlog!) Het brullen van de Britten verwarde de weinige slaperige verdedigers nog meer. Enkele vijandige sol-daten –als het geen gewekte, ongewapende Italiaanse dwangarbeiders waren– vluchtten in het nu roodachtig opgelichte duister langs de oostelijke kanaal–oever weg en verborgen zich in struiken. (http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry-clark.htm, 3) Men liet ze, als ze niet werden geraakt, gaan. Gevangenen werden door de Britten in dit stadium van de strijd níet gemaakt. Fosfor- en handgra–naten ontploften in de loopgraaf en aansluitende, ondergrondse manschaps–verblijven waarvan stalen toegangsdeuren waren opengerukt, waarna er nog–maals in werd gevuurd met de sten- en brengun. Een slachting zou moeten zijn aangericht, indien er inderdaad beslapen bedden achter die deuren ston–den. Gedegen onderzoek van de betonnen dug-outs had tijdens de coup-de-main echter niet plaats. Voorlopig was men tevreden als vijandelijke wapens zwegen. Het werd grove opruiming met weinig overlevingskansen voor ver–dedigers die zich eventueel ondergronds bevonden vóóraan in nauwe gangen en kamers. Gloeiende scherven ricochetteerden er alle kanten op, de vijand zou ernstig gewond raken, menselijk vlees zou onder de plakkerige fosfor–rozetten ernstig verbranden, longen worden samengeperst.
Een meter of vijftig noordoostelijk voorbij de weg en verbonden aan de zig–zag verlopende loopgraaf, trof luitenant Wood een onbeschadigd MG 34-machinegeweer aan met een ‘complete’ band munitie in een open stelling: een welkome aanvulling op de Britse lichte wapens. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 102; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 88. De afwezigheid van machinegeweren bij de kanaalbrug die Helmut Römer (en met hem auteur von Keusgen) claimt moet dus met een korrel zout worden genomen.) Soldaat Harry Clark schatte dat hun actie een minuut of zes, zeven had geduurd, voordat hij defensieve positie had ingenomen in de veroverde noordoostelijke loopgraaf. (http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry-clark.html, 3)
Aan de overzijde van de brugweg –de zuidoostelijke zijde- werd door een naar links afgebogen sectie van David Wood ook het bijna honderd meter lange, uitgebreide ondergrondse betonnen gangenstelsel grenzend aan de open, meanderende loopgraaf snel doorlópen. Twee met gordijntjes be–hangen kleine onverlichte vertrekken aan het einde van de laatste gang wer–den vluchtig ingekeken, ze leken leeg. Eén laatste, ditmaal verlichte bunker–ruimte bleek overhaast te zijn verlaten. Het zou een officiersvertrek kunnen zijn geweest. Toen kwam één afsplitsende gang onderin de onbemande put van het anti-tankkanon uit op de bovengrondse oever. ‘Baker! Baker!’, werd voor de zekerheid bij het omhoogklimmen geroepen. (Voor de sectie van dit peloton in deze locatie vgl. N.Hugedé, Le Commando du pont Pégase. Hugedé’s veel uitgebreidere relaas van het handelen van Woods peloton wordt echter niet voorzien van een bron en kan alleen daarom al verzonnen zijn. Vooral het grote aantal slapende Duitse soldaten dat ter plekke in stilte zou zijn gedood op ‘commandowijze’ volgens hem, wordt nergens anders bevestigd. Eerder doen betrouwbaarder verslagen van ooggetuigen geloven dat de meeste vijandelijke soldaten -als die al present waren, er sliep ook een groepje Italiaanse arbeiders– op de vlucht sloegen, dat een enkele Duitse militair buiten werd gedood en de meeste bunkers op het moment van de Britse charges trouwens leeg waren, vgl. daarvoor b.v. G.Blond, Invasie, 116:’De enigen die werkelijk vochten waren onderofficieren, de anderen vluchtten’; D.Botting e.a., De invasie, 95; M.Bowman, Terugblik op D-Day, 52 en ook soldaat Frank Bourlet van het 1e Peloton die echter de andere, noordoostelijke loopgraaf doorliep, in de IWM-Internetpublicatie D-Day Resource H: Pegasus Bridge, Account 2:’There was a large dug out (lees: dugout) built – I went down one end of the dug out and O’Donell (lees: O’Donnell) went down the other and low (lees: lo) and behold we caught them in bed. There was approximately 8 workers (…) and 3 Germans, we rounded them up (..)’. Vgl. Sergeant Stanley Evans van het 3e Peloton in: http://www.pegasusarchive.org/normandy/stan–evans.htm, 1:’Some of them (Duitsers) were still in bed when we turned up.’)
Luitenant Wood zette gedecideerd twee man van zijn 2e Peloton ter eventu–ele bediening aan het Duitse machinegeweer (de bediening ervan hadden ze, dankzij Howards initatief, in Engeland geleerd), twee anderen ter bewaking bij het deze nacht onbemand gebleven Duitse anti-tankkanon in de tobruk en de rest moest de inmiddels leeggeveegde loopgraven bemannen. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 102) Woods wireless operator (‘radioman’)-koerier tevens batman (‘verzorger’), soldaat ‘Chubby’ Chatfield, maakte de luitenant erop opmerk–zaam dat hij nu volgens afspraak de majoor moest verwittigen. (Namen, functies en positie van Pte. Chatfield zijn bevestigd door een familielid op een Internetforum; Lt. Wood zelf verwijst naar hem ongenoemd als ‘his runner’ in C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 52) Daarom begon luite–nant Wood bovenlangs de zigzaggende loopgraaf terug te lopen naar majoor Howard die nog wachtte in de greppel bij de brugafzetting aan het zuidooste–lijke wegtalud, om verslag uit te brengen van zijn zege. Seiner Chatfield en pelotonssergeant Leather liepen met hem op. (Harry Clark, in: http://www. Oxford and Bucks, Biographies Menu, Private Harry W. Clark, 2) Stoer en trots langs zijn mannen stappend, riep de jonge David Wood:‘Goed werk, jongens, uitstekend gedaan!’. Nauw-elijks uitgesproken, trof een luide vuurstoot uit een Duits, naar het typische geluid te oordelen ‘Schmeisser’-machinepistool hard zijn linker dijbeen met drie rondes 9 mm.-kogels. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 102; Col.Wood, in: http://highworthhistoricalsociety.co.uk/lest–we–forget–27, 1) Wood ging direct verlamd, hevig bloedend en kreunend onderuit. Ook zijn beide begeleiders werden door dat–zelfde salvo van automatisch vuur gewond, maar dat ontging de neergestorte Wood. Soldaat Harry (‘Nobby’) Clark hoorde datzelfde salvo rechts van zijn positie vandaan komen, draaide zich met zijn maten om en stelde zich in op een tegenaanval. Zat er soms een Duitser in dat niet-afgebroken, tweedelige en lage huis op de noordoostelijke oever, een stuk achter de bunker? Er kwam verder geen vuur meer vandaan. (Dat huis is te goed zien op luchtverkenningsfoto’s van 6-15 juni 1944. Harry Clark, in http://www. Oxford and Bucks, Biographies Menu, Private Harry W. Clark, 2:’Shortly afterwards we heard a burst of LMG (Light Machine Gun) fire to the right of our position and prepared ourselves for the inevitable counter-attack.’.) Een Duitse onderofficier had het hoofdkwartier van het 2e Peloton in één keer te pakken gekregen: lagere rangen droegen in de Wehrmacht normaal geen machinepistolen, noch bedienden zij een mi–trailleur. Een beredeneerde suggestie kan slechts Unterofficier Riet aanwij–zen. Riet moet na dit incident direct de benen hebben genomen in noordoos–telijke richting, langs het jaagpad van het kanaal. (Unteroffizier Riet van het (halve) peloton dat dienst had bij de kanaalbrug, was gevlucht, overleefde de oorlog en kwam als krijgsgevangene terecht in hetzelfde Canadese kamp te Medicine Hat, Alberta als zijn kameraden Helmut Römer, Erwin Sauer en Janusch Marschilinski, waarvoor zie: H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 12 en 223.) Luitenant Wood had getracht overeind te komen, …onmogelijk. Het dijbeen bloedde hevig. Hulpeloos op de grond liggend en zich tevens realiserend dat er minstens één gewapende ‘Hun’ aanwezig was die hem mogelijk een ‘genadeschot’ zou komen geven, riep hij angstig en luid om een orderly. Een grotere ‘te–genaanval’ bleef echter uit, ook de laatste Duitse schutter hield zich verder stil. Pelotonshospik Jesse Cheesley sloop daarom iets later naar de getroffen luitenant toe, gevolgd door hospik Radford, en zette een morfine–injectie. Samen spalkten zij het been door er zolang een Lee Enfield-geweer stijf tegenaan te binden. Uit de beenzak van Woods bruine gevechtsbroek werd –op verzoek van de luitenant zelf– een flacon Schotse whisky opgevist. Om de pijn te dempen, om de zege te vieren. (Lt.Wood, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 101; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 102-103; C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 52; Brinkley en Drez, Voices of Valor, 68-69. De gewonde sergeant moet pelotonssergeant Leather zijn geweest volgens de GPR-lijst en D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 213 en is bevestigd door een familielid van de sergeant op een Internetforum en in W.Fowler, Pegasus Bridge, 51:’..with Lt Wood and Sgt Leather both casualties’; David Wood in: http://highworthhistoricalsociety.co.uk/lest-we-forget-27; Harry Clark in: ibidem, -28, 1. Dat Woods linkerbeen werd geraakt kan men vaststellen aan de hand van de naoorlogse foto waarop Georges Gondrée, majoor John Howard en rechts lt. Wood met gestrekt linkerbeen aan een tafeltje bij de kanaalbrug proosten, gepubliceerd in b.v.: https://d-dayinfo.org/nl/blog/cafe-gondree/; WW II Battlefields: Chapter III: D-Day area Normandy, France Part IV Pegasus Bridge Ouistreham-You Tube, in: http://www.youtube.com/watch?v=b–yM6Ltyg4E, 1; https://www.warhistoryonline.com/world-war-ii/daring-operation-take-pegasus-bridge.html; https://m.facebook.com/pg/museepegasusbridge/photos/?mt_nav=1&tab=album&album_id=167194206697559 )
Cpl. Charles Godbold op een compagniesfoto, december 1943.
Korporaal Charles (‘Claude’) Godbold meldde vervolgens zowel het posi–tieve resultaat van de aanval van het 2e Peloton als dit drietal onfortuinlijke casualties ervan aan majoor Howard in de greppel. (N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 101 noemt wel de runner, niet zijn naam.) Die droeg hem kortweg op:’Nou, korpo–raal, neem jij zelf het bevel over van 24 Platoon!’. Howard wist dat de se–nior-korporaal Godbold zelfs in India had gediend en had vol vertrouwen in de man in wie hij voorheen reeds ‘een sergeant’ had bemerkt. (J.Howard, in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 6; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 101; J.Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there, 2 naar Bill Gray:’Both the Platoon Commander and the Platoon Sergeant of 24 Platoon were wounded in the initial assault, subsequent command falling on Corporal Godbold.’ ) Godbold liep terug door de loopgraaf en riep Harry Clark bij zich. Die kreeg de zaak uitgelegd: ‘Harry, ik heb wat slecht nieuws voor je.–‘Wat is dat?’ ‘Nou, jij bent mijn ‘runner’ (koerier) en je moet de 38. (veld–radio)-set dragen!’. Die had tot nu toe de net gewonde seiner Chatfield op het lijf gedragen. Met het zendapparaat was door alle Compagne D-leden geoefend. Maar ‘Nobby’ Clark protesteerde: zo’n radioset bezat een lange antenne die overal bovenuit bleef steken en zo de aandacht van Duitse schut–ters op hém zou kunnen vestigen: ‘Flikker hem in dat klote kanaal, ik wil hem niet!’ Het protest werd overruled door zijn korporaal. Het was ca. 00:25 uur Britse tijd. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 102; C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 52; Clark, in: http://www. perso.wanadoo.fr/stephane.delogu/harry-clark.html, 3; Harry Clark, in: http://www. Oxford and Bucks, Biographies Menu, Private Harry W.Clark, 2)
Hoofdstuk 89.
Gewonde Horsa-piloten bij de kanaalbrug.
Hospik Private Leslie Chamberlain uit het 1e Peloton die minuten na zijn landing gekreun hoorde vanuit de buurt van de gekraakte cockpit van de eerste Horsa, liep erop af. Hij trof er piloot Jim Wallwork aan die nog onder cockpit-materiaal vastzat en merkte tevens dat diens veiligheidsgordel reeds was losgemaakt. (Door soldaat ‘Paddy’ O’Donnell, zie: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 82) De piloot wist zich met hulp van de hospik te los te wrikken. Het bloed droop van zijn gezicht. Wallwork stelde toch de hospik gerust die weer zijns weegs ging, op zoek naar andere gewonden. (In piloot Wallworks verslagen wordt noch Paddy O’Donnell, noch de naam van de hospik genoemd, maar voor deze functie van gewoon soldaat Les Chamberlain, zie de namenlijst van het 1e Peloton (nr. 11) in B.Parr, “What d’ya do in the war, dad?”, 23 opgemaakt naar gegevens van Denis Edwards) Toen hoorde Jim Wallwork copiloot John Ainsworth klagelijk roepen, vond hem ergens links naast hem en merkte dat zijn collega onder een deel van de stukgeslagen cockpit klem zat en er beroerd uitzag. Een stuk metaal was zichtbaar door zijn maag gegaan. Ainsworth zat góed vast. De copiloot schreeuwde het uit van de pijn. Zijn pilotenoutfit ter hoogte van de buikstreek was doordrenkt met bloed, een enkel was gebroken, zijn beide knieën zwaar gekneusd. John Ainsworth was desondanks óók bezorgd om de toestand van maat Wallwork die hevig uit zijn gezicht leek te bloeden:‘Ben jij in orde, Jim? Jimmy, ben jij okay?!’ Okay was het woord niet: Wallwork merkte dat hij slechts met één oog, het linker, kon zien. Was hij het andere kwijt? (Cf. Jim Wallwork in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 303, Ch.8 met n.3 (b):’I thought all night I had only one good eye left. With a black eye-patch, would I look like (filmster) Erroll Flynn?’) Het zat in ieder geval onder druipend bloed. Zijn knie en hoofd deden erg pijn. Hij zei er niets van: ‘Kun je kruipen, John?’ –‘Nee.’ ‘Ik ga het optillen, probeer deron–der vandaan te komen!’ Jim Wallwork hief, halfblind door het bloed uit zijn zware hoofdwond maar met alle kracht die hij op kon brengen, een deel van het gekraakte cockpitstaketsel omhoog, al leek het hem toe dat hij de ‘de hele verdomde kist’ optilde. Het lukte Wallwork pas zijn gewonde vriend te bevrijden, toen ook de teruggeroepen hospik Les Chamberlain mee ging sjorren. De verpleger nam John Ainsworth vervolgens mee naar de noord–oostelijke greppel aan de overzijde van de weg tussen de bruggen die als Casualty Collection Post (CCP) zou moeten dienen. Ook de bewustloze en aan de pols door een kogel zwaar gewonde piloot Geoffrey Barkway werd daarheen gedragen. (Voor de eerste term voor deze greppel op de oostelijke oever (positie 102747 op de stafkaarten) zie J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 120; 124; voor laatste term, zie het rapport van 225 Parachute Field Ambulance, in: http://www. pegasusarchive.org/normandy/war–225pfa.htm, 3. S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 102-103; Jim Wallwork, in: Britannica online, http://www. search.eb.com/normandy/pri/Q00258.html: Jim Wallwork, 1; James H.Wallwork in: Supplement to Aeroplane Monthly (May 1994), 20-21; vgl. D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 42 die bevestigt dat niemand behalve de hospikken zich over eventuele gewonden mocht bekommeren na landing)
Hoofdstuk 90.
Britse aanval op de bunker aan de noordoostzijde van de kanaalbrug en op westelijke kanaaloever
Luitenant Brotheridge dodelijk gewond
Franse burgers bij kanaalbrug gesneuveld.
Behalve het ruisen van populieren en het zoeven van windvlagen werd even na 00:20 uur (Britse tijd) na de luidruchtige kraaklanding van de eerste Hor–sa, Chalk 91, bij de duistere brugoprit geen enkel verontrustend geluid vernomen. Korporaal Jack Bailey van de verkenningssectie van het 1e Pe–loton stoof op kort bevel van luitenant Brotheridge: ‘Korporaal Bailey, laat die gasten vertrekken!’ samen met Wally Parr de brugweg dwars over, ieder met een 36 Mills Mk.II-handgranaat in de hand.
Corporal Jack (Bill’) Bailey (l.) en maat Private Walter (‘Wally’) Parr, kort na de oorlog.
Mills Mk.II-handgranaat, 1942
De overige verkenners, Charlie Gardner met een brengun op de heup, Frank Bourlet en Paddy O’Donnell met een geweer zaten –op één knie rustend– te wachten op het pad bij majoor Howard en richtten ter eerste dekking hun wapens noord, oost en west over de weg naar de brugoprit. De beide Duitse wachtposten waren al naar de oostelijke oever gaan lopen, maar maakten zich voorzichtigheidshalver nog níet los van rolhefbrug. Integendeel, zij ver-dwenen ineens noordoostelijk achter de brugweg, tot achter de lager gelegen bunker. Er had even later van die zijde slechts één geweerschot geklonken. Meer niet. Bailey en Parr hurkten niet lang daarna ieder kort onder één der schietsleuven die zich aan de voor –en achterzijde in de lage bunkermuur be–vonden. Toen trok korporaal Bailey met droge mond de veiligheidspin uit de reeds voor de vlucht op scherp gestelde handgranaat en mikte hem door de zuidelijke schietsleuf van de bunker die iets boven het wegdek uitstak. De gespannen Parr deed hetzelfde bij de andere sleuf, maar, tegen de bevelen in, schréeuwde hij erbij: ’Haal daar de graten maar uit, klootzakken!!’(Kpl. Bailey, in: Jonathan Ball, Pegasus Bridge: In the Words of Those Who Were There, 1 en in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 83. Vertaling onder voorbehoud. Het citaat luidt naar Bailey:’Pick the bones out of that, you bastards!’, maar het vergelijkbare Engelse idioom a bone to pick betekent: ‘een appeltje schillen met.’) Beide Britten do–ken wachtend op de klappen automatisch in elkaar. De twee enorme, bijna gelijktijdige explosies der granaten, ieder met een ontsteking van vier se–conden, veroorzaakten in de betonnen ruimte gloeiende, rondtollende metalen scherven en scherpe wolken van puindeeltjes, stof en kruitdamp. (Bailey, in o.a. J.Ball, Pegasus Bridge: In the Words of Those Who Were There, 1; S.E.Ambrose, D-Day. 6 June, 1944, 19; Voor het vooruit werpen van een ‘fosforbom’ richting deze bunker, zie D.Howarth, The Dawn of D-Day, 6th June, 1944 (1959), 36, waarschijnlijk gevolgd door J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 121. Dit wordt echter noch door kpl. Bailey, noch door soldaat Parr zelf aangehaald. Voor deze actie zie ook S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 94. Frank Bourlet, in: D-Day Resource H: Pegasus Bridge, Account 2 (IWM-Internetpublicatie:’the pill box was very, very simple, we the rest of the section kept back, Jack [Bailey] & Pa[rr] went on ahead of us, that’s Cpl Bailey, he put the grenade actually into the slot of the pillbox’; Raymond ‘Titch’ Rayner, in: http://www. bbc.co.uk/dna/ww2/A4069109, 4) Vanuit de bunker bleef het stil. (Er opende geen machinegeweer het vuur vanuit die bunker, zoals fantasievol gesteld door D.Howarth, ibidem, 36. Bij latere inspectie bleek er namelijk niemand in aanwezig te zijn geweest. P.Carells (Invasion. Sie kommen!/They’re Coming!’) vermelding van een soldaat ‘Wilhelm Furtner’ in deze bunker is fantasie. Furtner komt ook niet voor in de Duitse personeelslijst gepubliceerd in H.K.von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 12. De Duitse pelotonscommandant sliep op dit moment in de betonnen Gruppenunterstand achter deze bunker, zoals bericht door brugwacht Helmut Römer.) ‘Taak nummer één’ was volbracht door de ver–kenningssectie. Wat hadden ze er tegenop gezien en was het eigenlijk ge–makkelijk gegaan! Lance Corporal Tom Packwood, assistent van brengun–ner Billy Gray, hoorde de op dit moment opgesprongen pelotonscomman–dant Den Brotheridge schreeuwen tegen het dozijn gespannen wachtende mannen van het 1e Peloton:‘Kom op, 25!’ (Packwood, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 83) Korporaal Bailey voegde zich dadelijk bij de inmiddels vóór de bunker langs gestormde groep van luitenant Den Brotheridge om hem te volgen over de kanaalbrug, ‘Able, Able!!’, roepend voor A-detail, de code voor D 25, nu zijn 1e Peloton. (Zijn pelotonsidentificatie tijdens de vroe–gere trainingen was Dog (D) geweest, voordat Brotheridges peleton was verkozen voor deze eerste brugcharge; vgl. J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 101)
Filmstill uit de verwachte Britse speelfilm met werktitel Pegasus Bridge, the Movie.
Voorheen was afgesproken dat Bailey’s sectie zich onmiddellijk na Taak 1 bij het café Gondrée diende te vervoegen waar luitenant Brotheridge zijn pelotonscommandopost zou moeten vestigen. (Bailey, in D.Brinkley en R.J.Drez, Voices of Valor, Disk I; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 94; C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 48; Frank Bourlet, in Internetverslag D-Day Resource H: Pegasus Bridge, Account 2; vgl. Wally Parr, in: http://www. eo.nl/tijdschriften/page/Geen–oorlogsromantiek–op–D–Day/articles/articl…, 2:’Aan de overkant wilde ik café Gondrée binnengaan in de veronderstelling dat luitenant Danny Brotheridge daar verbleef.’) Vervolgens staken geweerschutter Frank Bourlet die korporaal Bailey en Parr direct in de rug had gedekt, en brengunschutter Charlie (‘Gus’) Gardner en geweerschutter Paddy O’Donnell van de verkenningssectie die beiden eerst de brugweg hadden moeten dekken, die weg dwars over, sprongen luid ‘Able! Able!’ schreeuwend het stuk loopgraaf achter de bunker in en, ieder beginnend aan één uiteinde ervan, rukten aan enige deuren van manschaps–verblijven en waar deze zich lieten openen vuurden zij woest naar binnen. (Voor het in de rug dekken van Bailey en Parr hier, zie Bailey, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 83)
Luitenant David Wood en één aanvalssectie van het 2e Peloton klauterden op hetzelfde moment tegen het natte, gladde wegtalud omhoog, ‘Baker! Baker!’ roepend, om in het donker geen vuur van hun verhitte kameraden te trekken. Tijd om na te denken had niemand, het ging recht de weg over. De heldere, bijna volle maan was op dit moment juist verdwenen achter bewolking. (Lance Corporal Arthur Roberts, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 87-88. De roep ‘Baker’ is bevestigd door lt. Wood zelf op CD bijgesloten in R.Holmes, D-Day. Zo ook P.Carell, Invasion. They’re Coming!, 24; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 95. Majoor Howard geeft hier vreemd genoeg als Woods identificatiecode ‘Charlie’ die de luitenant slechts tijdens trainingen had gebruikt, omdat hij toen nog een 3e peloton leidde, zie daarvoor J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 101 (training:’Charlie = Wood’s’) en p.122 (operatie) :’Almost simultaneously I heard the familiar babble of ‘Charlie, Charlie, Charlie’ from David Wood’s platoon and Wood himself came panting up to me out of the darkness. He and his platoon were ready for action and I quickly gave the order for them to carry out task No.2 (…)’ ’. Howard gebruikte de term ‘Baker’ soms ook zonder specifieke toewijzing:’Apart from the firing going on, a great deal of noise emanated from platoons shouting codenames to identify friends in the dark and there was an unholy babble of “Able-Able-Able”, “Baker-Baker-Baker-Baker”, “Charlie-Charlie-Charlie” and “Sapper-Sapper-Sapper” coming from all directions.’, zie W.Fowler, Pegasus Bridge, 38. De bejaarde kolonel Wood gaf in een recent interview zijn identificatiecode ook eenmaal op als (het Amerikaanse!) ‘Bravo’ dat hij nog in zijn hoofd moet hebben gehad vanwege zijn lange naoorlogse militaire carrière!)
Nog vóórdat aldus enkele tientallen mannen uit de drie zweefvliegtuigen de eventuele weerstand van nerveuze of slaperige jonge Polen en Duitsers in Wehrmacht-dienst en Duitse onderofficieren op de oostelijke oever hadden gebroken, waren een dozijn of meer manschappen van het 1e Peloton ( (S.E.Ambrose, D-Day. 6 June, 1944, 19 houdt het ten onrechte op ‘twenty-one British paratroopers’ verschijnend op de brug. Vgl. Helmut Römer, in M.Bowman, Terugblik op D-Day, 52:’(…) kwamen er zo’n tien woest uitziende mannen op ons af.’) onder wie de 19-jarige brenschutter ‘Bill’ Gray, geleid door de half–hinkende luitenant Den Brotheridge, in de richting van de verhoogde weg naar Bénouville en de hefbrug gestormd, aanvankelijk zonder enig geluid.
Maar zij waren wél opgemerkt. Nog voordat Bailey en Parr de bunker met granaten zouden aanpakken, waren Helmut Römer en Erwin Sauer, beiden zeer nerveus, van het brugdek afgelopen, noordoostelijke loopgraaf in, tot achter de lage, platte bunker. Dáar was enige dekking! Soldaat Sauer had ten eerste twee gehelmde mannen (majoor Howard en diens radioseiner Tappenden) bespeurd bij het koeienhek aan de overzijde van de weg. Hij gaf over het platte dak van de lage bunker heen één karabijnschot af in hun rich–ting. Het schot viel veel te hoog. Hij zag beide onbekende mannen onmid–dellijk naar de grond duiken. Doodnerveus was Sauer nu, hij trok Römer aan de uniformjas: zij moesten hier weg! De Duitse tieners Römer en Sauer zagen zich erna binnen seconden geconfronteerd met een tiental opdravende mannen. Goeddeels zwartgemaakte gezichten, wapperende camouflagestro–ken op de helmen, ruime camouflagejacks, geweren met geveld bajonet in de aanslag, een machinepistool op de heup, rook- en scherfgranaten in de han–den. De schimmige figuren schoten dan wel helemaal niet, brachten geen enkel stemgeluid voort, maar het aanstormende geheel zag er -door de duisternis nog versterkt- zéer onheilspellend uit. De hevig verschrikte Helmut Römer die deze vreemde troep mannen nu met het ‘neergestorte vliegtuigwrak’ associeerde, riep tot maat Erwin Sauer:‘Achtung, Erwin, Fallschirmjäger!’. (De term Fallschirmjäger werd door de Duitsers gebruikt voor zowel operationele parachutisten en bemanningsleden van een vliegtuig die in nood afdaalden per parachute (Fallschirm) alsook oneigenlijk voor soldaten die landden per zweefvliegtuig, zie daarvoor Airborne Operations. A German Appraisal CMH Pub 104-13, in: http://www. army.mil/cmh-pg/books/wwii/104-13/104-13.htm, 13) Römer trok ang–stig achteruit stappend intuïtief een groot lichtkogelpistool (Leuchtpistole of Signalpistole) uit de holster, hief de rechterarm op en haalde de trekker over. De Duitse wachten bij de brug over de rivier de Orne moesten gewaar–schuwd, evenals het minder dan een dozijn maten dat nu in de omgeving lag te slapen, zoals de jonge wacht ter dege was ingeprent. Toen zette Römer het op een lopen. Met een luid gesis steeg de helle, witte lichtbal langs de brug–bovenbouw omhoog en zette die in een fraaie, maar door Römer zelf nauwe–lijks waargenomen gloed. Een moedige daad, dat moest zelfs majoor How–ard de Duitse wacht nageven. (H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 93-94; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2 (1988), 177; M.Bowman, Terugblik op D-Day, 52; Stephen Evans, The German Soldier Liberated by D-Day (BBC artikel). Het was níet Römers maat Sauer (‘the other sentry’) die de lichtkogel zou hebben afgevuurd en daarbij zijn doodgeschoten zoals herhaaldelijk fout beschreven in: C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, [49]; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 94; S.E.Ambrose, D-Day. 6 June, 1944, 20 of R.J.Kershaw, D-Day, 64. Het lichtseinpistool (Duits: Leuchtpistole, cf. S.E.Ambrose, D-Day. 6 June, 1944, 20) wordt in Engelse teksten een Very of Verey pistol genoemd; cf. C.Ryan, De langste dag, 97 = 28e dr. (1994), 109; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge, 94; R.Collier, D-Day, 153; R.J.Kershaw, D-Day, 64.)
Duits seinpistool LP42 met 26,7 mm. kaliber.Coll. Musée de la Bataille, Bayeux, Normandië. (Eigen foto, eind april 2017)
Duitse verpakking voor 26,7 mm.-kaliber lichtpatronen.Coll. Musée de la Bataille, Bayeux, Normandië.(Eigen foto, eind april 2017)
Duits Walther-seinpistool van aluminium allooi. Coll. Musée de la Bataille, Bayeux, Normandië.(Eigen foto, eind april 2017)
Römer en Sauernamen nu de benen, verder de zigzaggende loopgraaf in, bij de kanaalbrug vandaan. Een woest wanordelijk schieten achter hen ving aan. De Poolse soldaat Janusch Marschilinski –even tevoren rond 00:10 al gewekt in het manschappenverblijf door Römers roepen om zijn verwachte aflos– had zich juist half aangekleed. Nu kwam hij doodsbenauwd die Gruppen–unterstand uit en begon met het tweetal jonge schildwachten mee te rennen noordwaarts, door die loopgraaf heen. (H.Römer, in M.Bowman, Terugblik op D-Day, 52. Dat de beide Duitse wachtposten tijdens de landing van Horsa Chalk 91 nog bij het westelijk bruguiteinde hadden gestaan vlak vóór de aanval begon is bevestigd door getuigenis van het echtpaar Gondrée. Hun posities tijdens aanvang van de raid aan de noordoostelijke toegang van de kanaalbrug en daarna achter de bunker staat op gezag van de beide Duitse veteranen vermeld in H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 89-96.)
Luitenant Den Brotheridge ging ondertussen vlot, maar hinkend voort. Hij handelde koel en zeer daadkrachtig voorop, maar kende bijvoorbaat de gevaren. Of hij werd als eerste op de brug getroffen door Duitse kogels óf hij zou samen mét de ondermijnde brug de lucht in vliegen. De luitenant droeg een stengun die hij met de rechterhand vanaf de heup bediende, terwijl hij in de linker een ontzekerde, op scherp gestelde handgranaat gereed hield. Op zijn borst sloeg een aan een koord bengelend Colt .45-pistool wild heen en weer. (Dit wapen heb ik afgeleid uit een getuigenis van commando Philip Pritchard in R. Neillands en R. de Normann, D-Day 1944. Voices from Normandy, 112, aannemende dat het lijk van een Britse luchtlandingsofficier dat Pritchard aantrof, alleen dat van luitenant Den Brotheridge kan zijn geweest.) De van spijkerzolen voorziene soldatenlaarzen van deze eerste groep Britten dreunden op de oostelijke oever. Bij de bunker aan de noordoostelijke kant van de brug deden zich bijna tegelijkertijd beide kort opeenvolgende explosies voor en bliezen rookwalmen uit de schietgaten.
Schildwacht Helmut Römers lichtkogel verscheen boven de kanaalbrug. Volgens auteur Helmut Konrad von Keusgen die Römer had geïnterviewd, was die lichtkogel van wit licht, niet rood, zie: Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 93 en was hij afgeschoten vanaf de oostelijke brugoprit.(Detail van graphic art in afgebeeld in Will Fowler, Pegasus Bridge (2010), 36)
De taak van Brengunner ‘Billy’ Gray was om met de pelotonscommandant mee aan de noordelijke of rechterkant van het brugdek de charge te leiden. (Naar Gray in C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, [49]; J.Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there, 1; Gray, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 83) Gray draafde achter de half–hinkende luitenant Den Brotheridge, hijzelf salvo’s met de brengun vurend, Brotheridge vanaf de heup met zijn stengun. Gray had een Duitse geünifor–meerde soldaat aan het begin van de brugoprit achteruit zien deinzen en richtte salvo’s in diens richting. In de snelheid van zijn draf en door zijn eigen adrenaline-rush was hij er vast van overtuigd geraakt dat zijn daverend mitrailleurvuur de wacht met het seinpistool dodelijk had getroffen. Maar Helmut Römer die de lichtkogel zojuist had afgevuurd, was onmiddellijk naar beneden gespróngen, de zigzag verlopende noordoostelijke loopgraaf in. De nabije schoten hadden ook Feldwebel Gregor Ackermann, de pe–lotonscommandant, gewekt. Slaperig kwam hij ongekleed en ongewapend vanachter de lage bunker uit een manschap–penruimte stappen: ‘Was ist denn hier los?’, meende Römer hem nog te hebben horen roepen. Daarop werd Ackermann getroffen door automa–tisch vuur. (Mogelijk van o.m. Billy Gray.) Hij stortte dodelijk getroffen, schokkend neer. (Enige bron hiervoor is: H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 94)
De bange Helmut Römer, Erwin Sauer en een inmiddels opgedoken jonge Pool, Janusch Marschilinski die nog nauwelijks was aangekleed, renden samen door de hele noordoostelijke loopgraaf heen tot aan de met prik–keldraad afgezette perimeter ervan. Römer meende nog hun Unteroffizier Riet te hebben herkend die eveneens noordelijk, maar op zichzelf weg–vluchtte. Zij kropen omhoog over de lichte draadversperring. Römer bleef er met zijn broek in haken, viel voorover en scheurde hem. Adrenaline dwong hem zich woest los te rukken. Verder! Ze draafden nog enige hon–derden meters voort over het jaagpad langs het kanaal. Toen dook het drietal ter rechterzijde -nog iets voorbij het tegenoverliggende Le Port- een bos dichte, vlierstruiken in, onder natte laaghangende takken door. Achter hen werd de wilde Britse schietpartij onverminderd voortgezet. Een onor–delijk krijgsgebrul klonk er doorheen: ‘Able!, Able!, Baker! Baker! Able! Klootzakken!’. Zware schoenen dreunden ook op het weergalmende me–talen brugdek. Wapens knetterden en dreunden. Kogels ricochetteerden met metalige ping!-geluiden. Het gevluchte drietal bleef ongedeerd. Un–teroffizier Riet bleef hen verder uit het zicht. (Het drietal zou Unteroffizier Riet pas terugzien in het krijgsgevangenkamp te Medicine Hat in Alberta, Canada, zie: H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Merville Batterie (2014), 93-94; 222. Zie voorts: D.Botting e.a., De invasie, 95; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2 (1988), Appendix, 177-178; De Duitser Helmut Romer, in : M.Bowman, Terugblik op D-Day, 52-53 ; Wally Parr, in: http://www. france-ouest.com/dossiershtm/debarquement/96d.htm, 2:’Helmut Romer prend ses jambes à son cou et s’enfuit. On le retrouvera dans une grange de Bénouville, beaucoup plus tard. Et Wally le rencontrera en Allemagne quelques années après, content qu’ils soient l’un et l’autre toujours en vie.’ Het is daarom uiterst merkwaardig dat Billy Gray’s veel herhaalde versie van ‘het doden van de schildwachten op de kanaalbrug’ niet alsnog is bijgesteld door overlevende kameraden of latere auteurs. Studies die de verouderde, absoluut foutieve versie geven zijn o.a. C.Ryan, De langste dag, 97; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2 (1988), 94; R.Collier, D-Day, 153; R.J.Kershaw, D-Day, 64; N.Hugedé, Le commando du pont Pégase; W.Fowler, Pegasus Bridge en het artikel The Bénouville and Ranville Bridges, in: http://www. pegasusarchive.org/normandy/depth–bridges.htm; Jonathan Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there (2013), in: http://ww2talk.com/forums/topic/45977-pegasus-bridge-in-the-words-of-those-who-we…, 1 e.a.. De jarenlang volgehouden vergissing van William (‘Billy’) Gray als zou hij een schildwacht hebben gedood, staat vermeld in C.Ryan, De langste dag28 (Houten, 1994), 109; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 94-95; Jonathan Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there (2013), 1; N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 83; C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, [49]; http://www.telegraph.co.uk/news/main.jhtml?xml=/news/2004/06/07/ndday407.xml, 3:’We came across a sentry. He went down. Didn’t have a chance to fire back.’ (tenzij hiermee niet een dienstdoende ‘sentry’, maar in feite de sneuvelende wachtcommandant, een ‘sergeant’, werd bedoeld die nog is gezien en herkend door de aan de oostelijke oever weggevluchte Helmut Römer); ook D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 42-43 en Ken Ford, D-Day 1944(3): Sword Beach and the British Airborne Landings (Oxford, 2011), 33. N.Hugedé, Le commando du pont Pégase, 63-64 geeft (wederom) een geheel eigen én onjuiste versie van de charge. De historische waarheid omtrent het ‘doden van de Duitse brugwacht’ is intussen onomstotelijk aan het licht gekomen: 1) wachtpost Helmut Römer getuigde dat hij zélf zijn seinpistool heeft afgevuurd en hij overleefde de oorlog, c.q. werd níet doodgeschoten. 2) Ook zijn maat, Erwin Sauer, overleefde de oorlog. 3) Bij vergelijking van één van ‘Billy’ Grays versies van het doden van zijn eerste Duitser bij het begin van de charge (‘Ik zag een Duitser rechts van mij en schoot hem neer’) en die van een noordoostelijk langs het kanaal weggevluchte Helmut Römer (die ‘zijn Feldwebel = sergeant’ uit de ‘pillbox’ (deze in de Daily Telegraph in juni 2004 gebezigde term kan o.m. om chronologische redenen nooit de mitrailleurbunker (door militaire Britten altijd ‘pillbox’ genoemd) naast de kanaalbrug betekenen, omdat daarvóór twee handgranaten in die bunker waren geworpen) zag komen en neergeschoten worden) blijkt dat Gray de twee Duitsers mogelijk heeft verward. Voor Helmut Römers belangrijke getuigenis zie ook: http://ww2talk.com/forums/topic/12105-pegasus-was-helmut-romer-captured-or-killed, 1-2. Ik reconstrueer: Billy Gray zag 1) een dienstdoende Duitse wachtsoldaat (Römer) op het westelijke einde van de kanaalbrug een lichtkogel afschieten en vuurde op hem, maar 2) direct daarna uit de noordoostelijke, rechter verbunkerde loopgraaf (waarschijnlijk foutief aangeduid door Römer als ‘pillbox’) een Duitser (de sergeant) ‘rechts van hem’ opduiken die daarbij inderdaad sneuvelde zoals Gray én Römer getuigden. Vgl. ook Bill Gray’s getuigenis:’We dashed towards it (de kanaalbrug) and I saw the German sentry (Helmut Römer) with what looked like a Verey light pistol in his hand. I fired and he went down (Römer sprong in werkelijkheid de geul in) , but at the same time he pulled the trigger of the Verey pistol and the bright light went up. I still kept firing going over the bridge and at the other side there was another German, he went down.’, in: o.a. Jonathan Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there, 1, welke recente auteur evenals Neil Barber geen enkele kritische aantekening erbij maakt.) De Duitsers waren getuigen geweest van het typisch woeste gedrag van uitgetrainde, op- geschroefde jonge militairen die voor de eerste maal de strijd ingingen. (Zoals kolonel David Wood het gedrag van Compagnie D ver na de oorlog verklaarde; brengunner Billy Gray, in b.v. J.Ball, Pegasus Bridge: In the words of those who were there, 1: ‘I still kept firing going over the bridge’ en Wally Parr:’Wij vuurden als gekken.’, in: http://www. eo.nl/tijdschriften/page/Geen–oorlogsromantiek–op–D–Day/articles/articl…, 1) vgl. ook veteraan Erwin Sauer in: H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 94:’(…) sie haben nur wie verrückt mit ihren Machinenpistolen geschossen’. ) Toen ook soldaat Parr en zijn bescheiden, maar volhardende maat Charlie (‘Gus’) Gardner die een brengun hanteerde, de helling naar de kanaalbrug op wilden rennen, stonden zij abrupt kort op de weg stil om een blik te werpen op het prachtige schouwspel van de in de lucht zwevende witte lichtkogel. Achter hen dook ongeveer één helft van luitenants Woods 2e Peloton al op om de noordoostelijke loopgraaf te zuiveren:’Baker! Baker! Baker!’. De andere helft was naar de loopgraaf op de kanaaloever naast de landingszone achter het anti-tankkanon afgedraaid. Harry ‘Nobby’ Clark van het 2e Pelo–ton wierp direct enige extra fosforbom–men en handgranaten door de sleuven van de bunker, voor de zekerheid. Toen sprong ook hij de erachter liggende noordoostelijke loopgraaf in, schietend op alles wat maar schéén te bewe–gen:’Baker! Baker!!’. (Clark, in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 87) Geholpen door het witte schijnsel, zag Wally Parr ondertussen in het halfduister aan zijn rechterkant door de railing heen en vanuit een ooghoek, dat één der metalen deuren in de ondergrondse gebetonneerde Gruppenunterstand achter de bun–ker naast de brug alsnóg voorzichtig werd geopend én gelijk weer werd dichtgetrokken. Hoewel het hun voorgeschreven taak was op dit moment de westelijke oever mee te helpen ‘opschonen’, riep Parr zijn maat te hulp. Bei–den renden de breedte van de brugweg wederom over:’Able! Able!’. Ging daar beneden iemand naar binnen of wilde hij juist naar buiten komen? Parr haalde nogmaals een No.36-handgranaat uit de borstzak, stak zijn wijsvinger door de ring, trok de ontstekingspin eruit en hield de beugel neergedrukt. Hij sprong in de gebetonneerde schuilplaats af, wierp de –stom genoeg!- níet af–gesloten, van boven afgeronde metalen deur open, smeet de granaat naar binnen en de metalen deur weer dicht. Zodra de handgranaat met een holle explosie was afgegaan, hield hij de deur wijd open, zodat Charlie Gardner er met zijn brengun in kon ‘sproeien’. De ontploffing van de Mills-handgranaat zou in de benauwde betonnen ruimte een hogedrukgolf voortbrengen die in–wendige organen van eventueel slapende en slaperige mannen zou kapot–scheuren, ledematen van lichamen rukken en vlees met gekartelde, rondtol–lende metalen scherven openrijten. Op naar de tweede dug-out in de geul om die behandeling te herhalen: deur open, handgranaat werpen, deur dicht, ex–plosie, deur open, brengunvuur erin. Snel terug, weer voorbij de eerste van boven afgeronde metalen deur, omhoog achter de uit de schietgaten naroken–de, iets hoger gelegen, lage bunker langs, dan rechtsaf de kanaalbrug over waar reeds de indringende reuk van cordietwalmen en rookgranaten hem te–gemoet dreven. (W.Parr, in: R.J.Kershaw, D-Day, 66) Parr zag in zijn draf nabij de loop–graaf een grote Duitse soldaat liggen, slechts gekleed in een grijze broek en een wit hemd. Het moet de gewekte Feldwebel Gregor Ackermann zijn ge–weest die direct onder Brits automatisch vuur (van Bailey?) was gesneu–veld, toen hij zijn Gruppenunterstand had verlaten om te vragen wat er aan de hand was. De vandaar weggevluchte Helmut Römer had even tevoren dit incident nog juist meegekregen. De over–levende jonge Duitse brugwachten zelf waren uit die noordoostelijke loopgraaf verdwenen. Parr en Charlie (‘Gus’) Gardner van het 1e Peloton leidden de actie in de manschappenverblijven aan de rechterzijde over de brug op de kanaaloever. Het militaire werk verliep zoals uittentreuren was getraind. Vaart erin houden. Snel inspecteren en beslissen. Vuur geven. Overdonderen en ….geen gevangenen maken! (Parr, in: http://www. franceouest.com/dossiershtm/debarquement/96d.htm, 1; de 16-jarige Duitse gevangene die Parr in deze bron noemt, werd pas na afloop van de stormaanval aangetroffen en dan nog op de zuidoostelijke oever in een gang achter het 50 cm.-kanon. Een latere inspectie bewees overigens dat de kleine westelijke Gruppenunterstand op dat moment geheel onbemand was geweest.)
De eerste sectie van het 2e Peloton van de 21-jarige luitenant David Wood, zelf achtergebleven aan de wegzijde van het landingsterrein, was al vooruit gestormd, nadat Wood slechts had bevolen: ‘Number two task!’. (N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 87) Achter de leidende Parr en Gardner langs draafde die sectie nu de bijna honderd meter zigzag-verlopende loopgraaf door:‘Baker! Baker! Baker!! ‘Able! Able!’, brulde Gardner van het 1e Peloton terug. Lance Corporal Arthur Roberts uit de eerste sectie van Wood had geen tijd om na te denken. Hij merkte dat het maanlicht was vertrokken, het was donkerder geworden in de Duitse loopgraaf. Er konden mijnen liggen! Hij smeet ei-vor–mige, zwart-bakelieten flitsgranaten van Noorse makelij vóór zich uit: géén scherfhandgranaten waarvan de metalen fragmenten eigen maten zouden kunnen raken. Oorverdovende klappen en helle flitsen volgden. In het don–ker veel verderop zag hij enige Duitse verdedigers hard wegrennen richting zee, als vage schimmen. (N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 87-88)
Wally Parr stokte onverwacht. Was dat een menselijke stem die vanachter die eerste, reeds gepasseerde deur had geklonken? Geen risico’s. Ditmaal nam hij een No.77-fosforgranaat ter hand: kap eraf, met de hand schudden, kleefband afrukken, werpen en laten springen in een schuilplaats die al min–stens eenmaal was getroffen. Jonge vijanden in halfslapende toestand die misschien al waren geraakt door moordende granaatscherven en brengun–vuur, zouden in ieder geval op gruwelijke wijze worden verbrand door uit–eenbarstende en neergolvende, gloeiendhete fosforrozetten. Haren zouden verbranden. Gesmolten klodders fosforgelei die bleven kleven op de huid, zouden opvlammen. Door het vuur weggezogen zuurstof zou worden ver–vangen door dikke wolken van bijtende bittere rook die eventueel vanwege de eerste ontploffing ingeklapte longen nog meer zou samenpersen. Geen overlevingskans voor enige Duitse garnizoenssoldaat of Italiaanse arbeider. Leek het toch. (Wally Parr in: C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 50; R.J.Kershaw, D-Day, 66) Overigens had maar één kogel de fosforgranaat van Parr hoeven raken of hij had zélf in een laaiende toorts veranderd… (Voor een voorbeeld van zo’n ongelukkige treffer en het resultaat, zie b.v. in A.Beevor, D-Day, 252)
Brigadegeneraal Nigel Poett hoorde, nog temidden van hoog rijpend graan lopend en de torenspits van Ranville zoekend, plotseling het voor een Brit onmiskenbare geluid van vurende sten– en brenguns en ontploffingen uit noordwestelijke richting. Die kant op! Dát moet Howards bridge party zijn! Hij zou onderweg in het donker maar één collega-parachutist van de in totaal 59 gedropten tegenkomen….
Britse charge over de kanaalbrug. De Duitse soldaat vooraan links bevond zich in werkelijkheid al achter de bunker op de noordoostelijke kanaaloever en niet westelijk op de brug, zoals hier. Preview screenshot van Britse film van Lance Nielsen met de werktitel Pegasus Bridge betreffende de coup de main. In 2017 zou hij moeten zijn uitgekomen, maar financiële perikelen dwongen tot uitstel. In 2021 draaide de film nog niet.(http://www.oxfordshireguardian.co.uk/oxfordshire-war-hero-to-be-honoured-in-2017-movie/, 1-7)
Over de rolhefbrug. Still (bewerkt) uit Britse speelfilmopnames van enige tijd vóór 2017.
Charge bij de rolhefbrug van het 1e Peloton van Compagnie D uit de film The Longest Day. Daarin wordt Den Brothe–ridge níet bij naam vermeld. De aanwezigheid van Duitse mitrailleurnesten bij de kanaalbrug is hier terecht aanvaard.
De woeste, leidende charge van Brotheridge over de kanaalbrug had intussen gericht vuur van een zware Spandau-mitrailleur ontlokt van de westelijke oe–ver, over het brugdek. Twee ervan stonden opgesteld nabij de westelijke op–gang van de brug in open stellingen, rondom afgeschermd met opgestapelde zandzakken. De rechter vuurde. (Aanwezigheid van Duitse mitrailleurs ontkend door Helmut Römer in H.K.von Keusgen, 96, noot. Bevestigd in o.m. S.E.Ambrose, Pegasus Bridge; Denis Edwards, The Devil’s Own Luck, 43 en luitenant Smith aan auteur Neil Barber, in o.m.: http://neil-barber.co.uk/article.php%3Ftitle%3Dthe-coup-de-main-operation)
Duitse mitrailleurschutter
Lichtspoorkogels begonnen alle kanten op te vliegen, geweerschoten klonken, kogels ricochetteerden tegen de metalen brugdelen. De scherpe, bittere lucht van cordiet drong neuzen binnen, benam de adem. Monden van de zwetende aanvallers werden nog droger. Rookbommen gingen af. ‘Billy’ Gray had ter rechterzijde achter zijn pelotonscommandant aangerend en het einde van de kanaalbrug bereikt. Zijn rokende brenmitrailleur op de heup, voortdurend hortende stoten vuur afgevend over de brugrailing. De terugslagen trilden in zijn lichaam. Eén Duitser bleef onnauwkeurig, maar zwaar mitrailleurvuur afgeven uit één van beide verdiepte zandzakkenstel–lingen. Brotheridge trok doorrennend een handgranaat uit zijn borstzak, wierp die naar de rechter mitrailleurschutter, direct daarna voelde hij een harde inslag in zijn keel. Billy Gray vuurde rechts en links in de richting van beide mitrailleurstellingen. Brotheridges handgranaat explodeerde in de rechter stelling, het Duitse machinegeweer viel prompt uit. Ruggelings sloeg de luitenant tegen het wegdek. Helse, brandende pijn in de keel volg–de. Hij begreep het niet. Hij begreep het niet én heeft tegelijkertijd tot op dit moment geweten wat hij zich in zijn positie op de hals zou kúnnen ha–len. (D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 43 met n.1; S.E.Ambrose, D-Day. 6 June, 1944, 21; J.Howard en P. Bates, The Pegasus Diaries, Dit is de eerste bron voor de aanwezigheid van Duitse mitrailleurstellingen bij de rolhefbrug. De aanwezigheid ervan werd lang na de oorlog met kracht ontkend door veteraan-schildwachten Römer en Sauer, zodat volgens hen de situatie zo was dat Brotheridge zou zijn geraakt door friendly fire wat daarna dan hevig ontkend zou moeten zijn geworden door majoor Howard, zie: H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014), 96. Maar de kogel voor Brotherige kwam -aanwijsbaar volgens enige ooggetuigen– van voren in de hals en níet van van achteren, en de luitenant rende als pelotonsaanvoerder tijdens de brugcharge voorop. Ergo, de kogel kwam absoluut uit een Duits wapen (machinegeweer?) dat tegenover de luitenant was gesitueerd. De meeste Engelstalige literatuur vermeldt dat lt. Brotheridge werd geraakt in the neck wat verwarrenderwijs zowel ‘nek’ als ‘keel, hals’