en nazi-Duitsland militair. Kritisch mocht hij zich graag betonen veilig in de eigen kring en ter rechtvaardiging in naoorlogse verhoren. Stond niet terecht in Neurenberg.(https://en.wikipedia.org/wiki/G%C3%BCnther_Blumentritt)
Op D-Day bevond de gelauwerde en gefrusteerde generaal Erwin Rommel van Legergroep B zich om precies díe reden in Duitsland. Te veel tanks en gemechaniseerde kanonnen stonden wat hem betrof nog veel te ver weg van de Normandische stranden. Adolf Hitler was hiervoor grotendeels ver–antwoordelijk geweest, omdat hij Rommel geen vrij spel in de verdedi–gingsstrategie had durven geven. Zodoende mocht sinds maart 1944 slechts de 21e Pantserdivisie door Rommel vanuit Rennes in Bretagne naar Nor–mandië worden overgezet, maar lagen de eenheden daarvan nog kilome–ters van elkaar verwijderd. Tussen de Kanaalkust en de stad Caen bedroeg de in rechte lijn te overbruggen afstand altijd nog een kilometer of vijftien. En daarbóven zouden geallieerde vliegtuigen massaal de grond gaan afstro-pen. Rommel wist het, had er ervaring genoeg mee gehad in Noord-Afrika, kreeg nochtans geen Duitse medestanders van gewicht in Normandië.
Hoofdstuk 25.
Maart 1944: training van Compagnie D gaat verder
Begin maart 1944 was in Engeland luitenant David Wood van Compagnie D ternauwernood ontkomen aan een ongeluk met een scherpe handgranaat tij–dens een oefening geworpen door een soldaat van diens 24 Platoon. Majoor Howard die zijn gedachten al nauwelijks van zijn vrouw Joy kon afhouden die op het punt stond te bevallen, hoorde het bericht boos en tegelijkertijd opgelucht aan. Training van Compagnie D gingen verder: revolver schieten, scherpschieten. Kapitein Brian Priday bedacht plotseling dat de lichtge–kleurde, multipurpose toggle ropes (klosjestouwen) die de manschappen om hun middel zouden meedragen in de strijd, mogelijk vijandelijke scherp–schutters zouden kunnen aantrekken en was ze alvast donkergroen gaan schilderen. (J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 81-82)
Klosjestouw (toggle rope) met een vaste lus aan het ene, een vast houten klosje aan het andere uiteinde. Door ze aan elkaar te knopen kon zo een rivier worden overgestoken of een touwladder worden gefabriceerd. Met één stuk kon snel een gevaarlijke wond worden afgebonden, een man worden opgehesen, etc.(https://www.quora.com/Why-did-some-WW2-soldiers-wear-ropes-around-their-torso )
British airborne-uitrusting met aangeknoopt klosjestouw (tog–gle rope) rechts. Het afgebeelde vuurwapen is de semi-automatische stengun en de handgranaat (onder, links) een M 36 of Mills. Nr. 2 is een naaldbajonet die op de stengun kan worden geklikt. (https://www.saak.nl/battlefield%20tour/2015%20amherst/amherst.htm.)
8 maart 1944: Compagnie D bezocht door generaal Montgomery
De 6e Luchtlandingsdivisie te Bulford zou op 8 maart officieel bezocht wor–den door generaal Bernard Law Montgomery (‘Monty’), de held van Ala–mein (in noordwestelijk Egypte), de kleine generaal met het te grote ego, scherpe gezicht en de merkwaardig nasaal-snerpende stem. De divisie maak–te immers deel uit van diens 21ste Legergroep. ‘Monty’ zou daarbij ook Compagnie D ‘Ox and Bucks’ aandoen. Zodoende stond majoor John How–ard die Montgomery nooit had ontmoet, al drie en een half uur opgepoetst en wel te wachten bij Dumbell Copse, Wiltshire. Het was een prachtige, wat frisse dag. Een trotse Howard leidde ‘Monty’ die voor deze gelegenheid en uit eerbied een rode baret van een in Italië gesneuvelde Britse luchtlandings–generaal droeg, vervolgens rond langs de grote zwarte Horsa–zweefvliegtui–gen en legde hem in het kort zijn zware infanterietrainingsprogramma en het oefenen in het landen met de Horsa’s uit. Over enige Overlord-bestemming, Frankrijk of Normandië, laat staan over ‘een nachtelijke aanval op twee stra-tegische bruggen’ werd bij deze gelegenheid aan de majoor helemaal niets meegedeeld. Montgomery bagatelliseerde overigens geenszins het gevaar dat Howards mannen sowieso zouden moeten trotseren en sprak ten afscheid rustig, maar oprecht bezorgd:’Laat zoveel kerels als u kan terugkomen, ma–joor.’ Howard had het de generaal plichtmatig beloofd. Montgomery heeft er altijd om bekend te staan zoveel mogelijk manschappen te willen sparen in de strijd. De kleine generaal gaf daarna een speech tot de troepen die goed werd ontvangen. Het Britse zelfvertrouwen straalde eraf. (http://www.search.eb.com/normandy/pri/Q00313.html: Britannica online: Normandy 1944: Personal History: John Howard, 2; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 82; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 84 geeft als datum voor Montgomery’s bezoek verwarrenderwijs 3 juni 1944 op, maar dat wordt niet door majoor Howard bevestigd die zegt Montgomery na 8 maart 1944 tot bij zijn DSO-onderscheiding op 6 juli in Normandië níet meer te hebben ontmoet. Op 3 juni kwam daarentegen brigadegeneraal Hugh Kindersley bij Howard langs. Voor een foto van Montgomery die de Royal Ulster Rifles (6th ABD) ook inspecteert op deze 8e maart, zie History of RUR in WWII, in: http://www.sites.google.com.site/pvthyde/historypage2; voor Montgomery op dezelfde datum bij het 8e Parachutistenbataljon zie http://www. beta.iwm.org.uk/collections/search?…search-api-views (IWM-fotocollecties, nr.1)
Dumbell Copse, Wiltshire (rode cirkelpijl) nabij Amesbury en Bulford (Camp), Zuid-Engeland(https://getoutside.ordnancesurvey.co.uk/local/dumbell-copse-wiltshire)Landschap bij Dumbell Copse, Wiltshire, Zuid-Engeland.Recente foto.(https://getoutside.ordnancesurvey.co.uk/local/dumbell-copse-wiltshire)
Generaal Montgomery (met zwarte tankbaret, rechtsboven) bezoekt Britse luchtlandingstroepen op 8 maart 1944 bij Dumbell Copse even buiten Bulford Camp, Wiltshire, Zuid-Engeland. Hier staat 249 (Airborne) Field Company der Royal Engineers (genie) aangetreden van welke eenheid 30 man mee zou gaan met Compagnie D ‘Ox and Bucks’ naar twee bruggen in Normandië.
Voorjaar 1944. Montgomery spreekt troepen van de Britse 6th Airborne Division toe. De meeste luchtlandingsmilitairen dragen in de netjes over hun pothelmen camouflagestroken van textiel.
Airborne militairen in training met een Horsa-zweefvliegtuig: exit drill met snel op te zetten brenmitrailleur (midden). Het bijschrift bij deze pin (…’on D-Day’) is absoluut onjuist: Op of vanaf D-Day, 6 juni 1944, zou de Horsa zwartwitte ‘invasiestrepen’ hebben gekregen. De militairen zouden zowel Denison schmocks in camouflagekleuren als gevechtsjas hebben gedragen en zeer waarschijnlijk ook camouflagestroken in netjes over hun pothelmen. Zouden zij ’s nachts zijn geland dan waren tevens handen en gezichten zwartgenaakt.(https://www.pinterest.co.uk/pin/45507473732053114m/)
Hoofdstuk 26.
Maart 1944: Hitler stuurt meer divisies naar Westeuropese kust
Het nazi-Duitsland van Adolf Hitler verkeert dit voorjaar in vooral militaire crisis. Zijn veldmaarschalken (von Rundstedt, Rommel, von Kluge, von Manstein, von Kleist, Freiherr von Weichs, Busch en Model) die aan de di–verse fronten voor hem in strijd verwikkeld zijn, blijken echter nog steeds te kiezen voor loyale ondersteuning van hun eens als ‘onfeilbaar’ geachte Füh–rer en ‘grote’ veldheer. De Duitse generaal Walther von Seydlitz-Kurzbach was namelijk overgelopen naar de Russen. ‘Snood verraad aan de heilige zaak’ vonden die maarschalken dat. Van 19 maart 1944 stamt een brief van hen gericht aan Hitler. De bejaarde Generalfeldmarschall Gerd von Rund–stedt van OB-West had het schrijven voorgelezen op het hoofdkwartier van de Führer:’Mijn Führer! (veldmaarschalken nemen eerst afstand van verrader von Seydliz-Kurzbach, dan:) Wij beloven U in dit uur, mijn Führer, nu toch zeker in diepste verbondenheid en nimmer wankelende trouw achter U, mijn Führer, en uw zaak te staan. Meer dan ooit zal het onze opgave zijn Uw van hoge idealen vervulde gedachtengoed in het leger te verankeren, zodat iedere soldaat van het leger een des te fanatieker strijder voor de nati–onaalsocialistische toekomst van ons volk wordt. Wij weten dat een slechts in het nationaalsocialisme opgevoed leger de zware beproevingen zal weer-staan die ons heden nog van de overwinning afhouden. Neemt U , mijn Füh-rer, deze bekentenis van uw generaal-veldmaarschalken van het leger als een getuigenis van onze onveranderlijke trouw aan.’ (Naar: Henrik Ebelre (Hg.), Briefe an Hitler. Ein Volk schreibt seinem Führer. Unbekannte Dokumente aus Moskauer Archiven –zum ersten mal veröffentlicht (Gustav Lübbe Verlag in der Verlagsgruppe Lübbe. Bergisch Gladbach, 2007), 417-420 met n.371) Indien het waar is wat de hoge officieren hier beweren, zouden von Rund–stedt en Rommel dus Duitse troepen onder hun bevel die aan o.m. de Franse westkust lagen, tot ‘des te fanatieker strijders voor het nazisme’ proberen te maken. Dit was dus -eens te meer- géen gewone oorlog, maar één van een racistische, antisemitische en gewelddadige ideologie doordrongen strijd die werd gevoerd door militairen die dat gezamenlijk ondersteunden. Zij betoonden zich dus Wanneer de volgende dag, op 20 maart 1944, de zegevierende Russische maarschalk Zjoekow de rivier de Dnestr oversteekt en zich gereed maakt om Roemenië binnen te trekken en generaal Konjew op Tsjechoslowakije afstevent, had Führer en opperbevelhebber Adolf Hitler,halve al zijn veldmaarschalken die hem met hun ondertekening onwankelbare trouw hadden moeten belo–ven, zijn opperbevelhebbers van het westelijk front, veldmaarschalk von Rundstedt van de westelijke Heeresgruppen, admiraal Krancke van de Kriegsmarine en de grote, forse veldmaarschalk Hugo Sperrle van de Luft–waffe bijeengeroepen op de ‘Berghof’ te Berchtesgaden. Sperrles Luftflotte 3 in Frankrijk stelde op dat moment weinig meer voor en zou in juni 1944 nog slechts zo’n 170 jachtvliegtuigen bevatten. (I.Kershaw, Hitler 1936-1945: Nemesis, 628 (V); A.Cave Brown, A Bodyguard of Lies, 425; G.Perrault, Het geheim van D-Day (Prisma 1233), 7; https://www.wikiwand.com/en/Hugo_Sperrle. ) De Führer besloot het overleg aldus: ‘De 45 divisies die zich op het ogenblik in Europa bevinden, ontbreken ons in Rus–land. We moeten ze daarheen overbrengen, zodra de beslissende overwin–ning in het westen is behaald, om op die manier een volledige ommekeer van de situatie te krijgen. De uitslag van deze oorlog en het lot van het Reich hangen af van elke strijder aan het westelijke front dat krijgstoneel nr.1 is. Iedere officier en iedere soldaat moet er zich dus van bewust zijn dat alles afhangt van zijn persoonlijke inspanning!’ (Cf. G.Perrault, Het geheim van D-day (Prisma 1233), 7; A.Cave Brown, A Bodyguard of Lies, 425-426; I.Kershaw, Hitler 1936-1945: Nemesis, 615 (II)-616; 625 waar Kershaw echter refereert aan ‘veertig divisies’.)
Hitler’s buitenverblijf en hoofdkwartier de Berghof bij Berchtesgaden.(https://www.hitler-archive.com/index.php?c=All, nr. 162)
Veldmaarschalk Gerd von Rundstedt (1875-1953), opperbevelhebber der Legergroepen in het westen, hoofdkwartier te Parijs.(https://stringfixer.com)
Admiraal Theodor Krancke (1893-1973) was opperbevelhebber der Kriegsmarine-groep West met hoofdkwartier in Parijs. Hij commandeerde, behalve alle Duitse marineschepen in Frankrijk, tevens de verschillende Duitse marine-eenheden ter land alsmede nog de marine-kust- én luchtafweerbatterijen opgesteld langs de Frans-Atlantische kust.(https://ww2gravestone.com/people/krancke-theodore/)
Generalfeldmarschall Hugo Sperrle(1885-1953), commandant van Luftflotte West in Frankrijk. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Hugo_Sperrle)
Terwijl Hitler dus in maart 1944 aan de verliezende hand is in het onmete–lijke Sovjet-Rusland en zijn generaals op de hoogte zijn van een komend Russisch zomeroffensief langs het hele oostelijke front, weigert hij op dit ogenblik Duitse divisies te verplaatsen naar zijn oostfront uit voorzorg voor de verwachte all-out geallieerde aanval op de Westeuropese kust. Tegelij-kertijd weigerde hij de immer trouwe, maar militair-kritische veldmaar–schalk von Manstein de strategische vrije hand in Rusland, namelijk voor een gewenste Duitse terugtrekking op en verdediging van kortere frontlijnen. Die veldmaarschalk moest –zoals voorheen collega Rommel in Noord-Afrika- gewoon gehoorzamen en… standhouden. (I.Kershaw, Hitler, 1936-1945: Nemesis, 617-618. Op 30 maart werd von Manstein door Hitler ontslagen, cf. N.von Below, At Hitler’s Side, 191-192) De opperbevelhebber van het westelijke front, von Rundstedt, kreeg het wel voor elkaar het aantal van dertig divisies dat hij aanvankelijk had aantroffen in Frankrijk, België en Nederland, bijna te verdubbelen, d. w. z. hij be–schikte in 1944 op papier over één kwart van de Duitse grondstrijdkrachten: 58 divisies, waarvan tien gepantserd. (G.Blond, Invasie. 6 juni 1944, 107. Laatst genoemde aantal Duitse divisies naar H.G.Guderian, From Normandy to the Ruhr, 20. R.Neillands en R. de Normann, D-Day 1944. Voices from Normandy, 29 ronden het af op ‘zestig’ Duitse divisies. Hitler prees, niet ten onrechte, vooral de kwaliteit van de Waffen–SS-divisies die hij naar het westen had gezonden, zie I.Kershaw, Hitler 1936-1945: Nemesis, 625)
Voorjaar 1944: Normandisch verzet deels opgerold
De Duitse Abwehr (militaire contraspionage) en Sicherheitsdienst (SD) had–den hard en gründlich gewerkt dit voorjaar van 1944. Tientallen Normandi–sche verzetslieden waren opgepakt. (D.Parry, D-Day: 6.6.44. The Dramatic Story of the World’s Greatest Invasion (BBC Books. London, 2004), 43) Aangezien velen van laatstgenoemden hei–melijk lid waren van twee onafhankelijk van elkaar opererende réseaux, had dat de slachting onder hen nog vergroot. In januari 1944 had één der leden van de kleine verzetsgroep van timmerman Bernard Duval uit Caen belangrijke papieren gestolen uit het kantoor van de Rassemblement natio-nal populaire (RNP), gelegen aan Rue Ecuyère 14-bis in het stadscentrum. Voorheen was dat een bonneteriezaak van een verdreven Joodse eigenaar. RNP was een Franse in februari 1941 in Parijs door Marcel Déat opgerichte beweging. Déat was lid van de Vichy-regering van Pétain. Hij werd gevolgd door een groep voormalige, al of niet militante linkse socialisten of commu–nisten, die merendeels antisemitisch waren, Vichy én de Duitse bezettende macht steunden. In Caen was zij deswegen goedgekeurd door de militaire Feldkommandantur en de Sicherheitsdienst. Men voerde een eigen logotype: een fakkel in een vuist met vlammen in de Franse driekleur waarachter een hoefijzer en daarnaast een runensymbool.
‘De Rassemblement national populaire hergebruikt lokalen van Joden op de vlucht.’ De antisemitische toon is gezet en het portret van veldmaarschalk Pétain opgehangen boven de staf van de RNP: Jean Fontenoy, Eugène Deloncle, Marcel Déat, Jean Goy en Jean Van Ormelingen (alias Jean Vanor). Foto uit Le Matin, no. 20831, voorpagina d.d. 10 april 1941.(https://fr.wikipedia.org/wiki/Rassemblement_national_populaire#/media/Fichier:Rassemblement_national_populaire_1941.jpg)
Officieel logotype van de Rassemblement national populaire. Het bevat een runenachtig teken dat niet tot bekende futhark-reeksbehoort. (https://fr.wikipedia.org/wiki/Rassemblement_national_populaire)
Emblemen van de Rassemblement National Populaire, een met de Duistsers samenwerkende beweging in Frankrijk, vanaf februari 1941 tot augustus 1944.(http://sgmcaen.free.fr/collabaration/rnp.htm)
‘Sluit je aan!’, RNP-wervingsposter.(https://twitter.com/jeromegodefroy/status/972859296227655686)
‘In heroïsche tijden een heroïsche jeugd.’ De Franse jeugd werd vanaf 1941 verleid door de RNP mee te strijden ‘voor de nationale en socialistische revolutie’, lees: het nationaal-socialisme. Met een heroïsche, gekaapte Franse Marianne (‘gelijkheid, vrijheid, broederschap’) op de achtergrond en een gekaapt niet erg Frans noords runeteken op het vaandel.
In het departement Calvados met acht RNP-secties waren zo’n 330 Nor–mandiërs lid ervan. RNP-leden als Henry Thuiller, sectiehoofd van Dives-Cabourg of Louis Laplanche, idem van Trouville, werkten, gevaarlijk genoeg voor verzetslieden, nauw samen met de Sicherheitsdienst van Caen. (Voor de RNP, zie b.v.: http://sgmcaen.free.fr/collabaration/rnp.htm; vgl ook: https://nos.nl/artikel/2221817-front-national-wijzigt-beladen-naam-in-rassemblement-national) Die Sicherheitsdienst reageerde na de diefstal uit het RNP-bureau prompt met een golf van arrestaties, dikwijls na infiltratie. Bernard Duval werd op 10 maart 1944 opgepakt. Ondanks verscherpt verhoor, gaf hij niets prijs. De katholieke jongeman werd opgesloten in cel 27 van de hem van zijn werk bekende gevangenis van Caen. Daar werd hem kortaf meegedeeld dat hij zou worden geëxecu–teerd, reden waarom een Duitse aalmoezenier van de Wehrmacht hem bijvoorbaat de laatste Heilige Communie kwam brengen. (http://www.calvados.gouv.fr/bernard-duval-un-adolescent-sous-l-occupation-a8349.html)
Adolescent Bernard Duval, verzetsman uit Caen.(http://www.calvados.gouv.fr/bernard-duval-un-adolescent-sous-l-occupation-a4582.html)
Schilder-verzetsman René Duchez en zijn vrouw Odette kregen thuis in Caen onverwacht een inval van de beruchte Sicherheitsdienst te verduren. Razendsnel improviseerde de koelbloedige huisschilder de rol van ‘een door haar man gedupeerde schildersklant’ tegenover zijn ad hoc eveneens druk gesticule–rende echtgenote en… verliet het huis. Een goede gok. De Duitsers bleken het uiterlijk van deze verzetsman niet te kennen. Zo ontsprong D–chez als ‘zijn eigen klant’ weliswaar de dans, maar zijn vrouw werd uit nazi-wraak voor zijn ontbreken in Sippenhaft (‘opsluiting van familieleden’) naar het helse kamp Mauthausen afgevoerd en … zou overleven. Een maand later moet commandant Girard van réseau ‘Centurie’ op uitdrukkelijk bevel van Londen zijn clandestiene werk geheel opgeven en onderduiken. Hetzelfde doet de dappere René Duchez in juni 1944: hij sluit zich aan bij strijdende maquisards op het platteland. (G.Perrault, Het geheim van D-day (Prisma 1233), 75-77; 213) Desondanks ging het lokale verzetswerk door. De Franse soldaat Serge Goguel was na de inval van de Duitsers in 1940 krijgsgevang–en gemaakt en in 1943 vrijgelaten. Hij keerde terug naar Caen en door be–middeling van ‘een vroedvrouw van de kraaminrichting van Bénouville’ (met wie hij directrice Léa Vion van réseau ‘Centurie’ bedoelde) kwam hij terecht bij een inlichtingen vergarende verzetsgroep onder bevel van kapitein Le Coutour die bestond uit dertien Fransen: tien beroepsonderofficieren en drie burgers.
Serge Goguel (derde van links), verzetsman in de Calvados, samen met collega’s Léonard Gilles (tweede van links), Re-né Duchez (handen in zakken), Georges Poilane (gewondaan arm) en strijdster Louise Boitard (uiterst rechts) op de foto in bevrijd Bayeux, Normandië op 14 juli 1944.(https://www.calvados.gouv.fr/serge-goguel-a9059.html)
Verschillende waarnemers aan de Atlantische kusten merken in déze oor–logsperiode op dat -in tegenstelling tot hun propagandaleuzen-de Duitsers ‘hoogst nerveus’ aan het worden zijn en regelmatig met troepen aan het schuiven gaan. ‘In het Westen is alles gespitst op de invasie, die naar veler oordeel nu toch aanstaande is al kan men bij elk teeken, dat er op schijnt te wijzen, weer redeneeren, dat het evengoed zenuwenoorlog kan zijn’, zo noteerde voorzichtig dr. F.A.de Graaf in Rotterdam. (F.A.de Graaf, Op leven en dood (Rotterdam, 1946), 221)
De Britse koning George VI (met platte pet) inspecteert de 6e Luchtlandingsdivisie, 16 maart 1944. De aangetreden manschappen behoren níet tot Compagnie D ‘Ox and Bucks’. De foto is recent ingekleurd.(www.reddit.com/r/wwiipics/comments/9za15a/king-george-vi… )
Hoofdstuk 27.
Eind maart 1944: Nachtelijk landen van Horsa-zweefvliegtuigen van het Glider Pilot Regiment (Operatie = Oefening Deadstick) ten bate van onbekende bruggenstrijd (Oefeningen Bizz) door 6e Luchtlandingsbrigade onder welke Compagnie D
De staf van de 6e Luchtlandingsdivisie waaronder Compagnie D ‘Ox and Bucks’ van majoor John Howard ressorteerde, begon zich vanaf midden maart nauwkeuriger voor te bereiden op haar specifieke taken voor D-Day. Daar waar het in eerste instantie de nachtelijke inzet van zweefvliegtuigen van het Zweefvliegersregiment en daarnaast van onderdelen van de 6e Luchtlandingsbrigade van brigadegeneraal Hugh Kindersley zou betreffen, sprak de Nieuwzeelandse Flight Lieutenant en gespecialiseerd vliegtrainer Tommy Grant gecodeerd van Exercise (‘Oefening’) óf Operation ‘Dead–stick’. (Zo terecht in: N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 22; 27, 31-32. Vgl. (anoniem), S/Sgt Jim Wallwork DFM, Pilot of the First Glider to Land at Pegasus Bridge, Recounts his Personal Story, in: http://www. paradata.org.ukk/article/17908/related/11249, 1: ‘From that point on, the operation was “on” although no-one mentioned it to us. And Deadstick, the codename for the glider pilot training, started.’ Ook in het Operations Report Book van 1944 van vliegveld Tarrant Rushton spreekt men van ‘oefening’, niet van operatie: ‘May 7th, 1944: 21:30 hrs Exercise Dead Stick II. 4 aircraft from No.298 Squadron and 2 of No. 644 Squadron released gliders loaded with ballast over DZ. Sheet 122, co-ordinates 618692 by moonlight. Weather fair to fine.’ (http://daveg4otu.tripod.com/dorset/tar.htm) Dat bewijst afdoende dat Operation/Exercise Deadstick slechts training behelsde en geen codenaam voor een daadwerkelijke operatie/missie op D-Day was, zoals herhaaldelijk in betreffende literatuur of op Internet wordt gesteld. Vgl. b.v. op Youtube: William A. Moore, Operation Deadstick: The Airborne Assault on Pegasus Bridge-June 6th, 1944 (Henty Crew Films) of: kovertkitteh54, Pegasus Bridge Revisited-Operation Deadstick. Specifieker, de operationele landing van Compagnie D ‘Ox and Bucks’ bij de Ornebruggen in de nacht van 5/6 junin 1944 vóór de massale D-Day-landingen werd officieel nooit (Operatie) Deadstick genoemd.) Op 23 maart 1944 werd majoor Howard zodoende in dat kader ontboden op het hoofdkwartier van generaalmajoor Richard Gale voor een briefing over de planning van een eerste uitgebreide, divisiebrede oefening (Exercize Bizz II met o.a. 14 Halifax-Horsa-combinaties) waarbij Compagnie D ‘Ox and Bucks’ zou worden betrokken. Die diende te landen in zweefvliegtuigen bij drie bruggen. Één was geselecteerd nabij Radcot/Faringdon in West–Ox–fordshire liggende over de Thames en de overige twee iets ten zuiden van Lechlade-on-Thames in Gloucestershire: 1. de Town Bridge (bijgenaamd Halfpenny/Ha’penny Bridge) en 2. de St.John’s Bridge en sluizen. Over eventuele doelen ‘op het Continent‘ werd hierbij weer níets meegedeeld aan de infanteristen, noch aan de zweefvliegtuigpiloten. (Een logboek van Tarrant Rushton geeft echter als begindatum voor Bizz I: 20 maart 1944: 13:30 uur (nadruk op coöperatie tussen de Britse RAF No.38 Group en USAAF Troop Carrier Command) en 25 Maart voor Bizz II, zie http://daveg4otu.tripod.com/dorset/tar.htm. Voor Bizz II vanaf 25 maart zie ook N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 5) Daar het oefenterrein bij Lechlade voor de grote Horsa’s niet ge–schikt was gebleken, had men besloten tijdelijk over te stappen op vracht–wagens om de manschappen naar hun oefenbestemming te vervoeren. John Howard bemerkte tijdens deze zitting voor het eerst dat men ‘iets speciaals’ voor zijn compagnie op het oog scheen te hebben. Sterker, een hogere officier liet zich tegen hem ontvallen dat ‘het wel een klus voor een Victoria Cross–onderscheiding zou kunnen zijn.’ Pas de volgende dag deelde John Howard dit intrigerende, maar vaag gehouden ‘bruggennieuws’ aan zijn manschappen mee. (J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 86. In de literatuur over Compagnie D is er regelmatig verwarring over codenamen van oefeningen (bekend als exercises én operations!) in Engeland en daadwerkelijke operationele acties en bestemmingen in Normandië. Aldus meent W.Fowler, Pegasus Bridge, 12; 59 dat de deknaam Operation Deadstick werd gegeven aan de operationele, nachtelijke coup de main bij Bénouville en Ranville. In feite werd operatie Deadstick al vanaf maart ingezet, als een bijeenhorende reeks specifieke oefeningen (ieder weer met een aparte codenaam) die o.a. het veroveren van bruggen en bepaalde gespecialiseerde zweefvliegtuiglandingen omvatte. De uit te voeren coup de main bij de twee bruggen als zodanig had nimmer een aparte operationele codenaam, maar viel onder de D-Day-luchtlandingsoperatie genaamd Tonga.)
De historische stenen brug (ca. 1200 A.D.) van Radcot/Faringdon over de rivier de Thames die de plaatsen Faringdon en Carterton in Oxfordshire met elkaar verbindt en gezien vanuit het Swan Hotel in Radcot.(Naar: https://www.tripadvisor.com/LocationPhotoDirectLink-g504083-d5901983-i111311886-The_Swan_Hotel_Radcot-Faringdon_Oxfordshire_England.html)
Bij Lechlade, Gloucestershire bevinden zich twee bruggen over twee historische wegen over de Thames ten zuiden van de plaats. Rechts: St.John’s Bridge en Lock (‘sluis’) en links de Town Bridge of Ha’penny Bridge (hier in Gotische belettering). Uiteraard waren deze beiden gekozen vanwege de gelijkaardige ligging van de beide bruggen bij Bé–nouville en (Bas-de-)Ranville, dep. Calvados in Normandië, hoewel dit nooit aan majoor Howard en Compagnie D werd meegedeeld. Safety first.(Kaart naar: https://thames.me.uk/s02270.htm)
Town Bridge /Halfpenny Bridge over de Thames bij Lechlade, huidige situatie.(Google maps)
De Town Bridge of Halfpenny (Ha’penny) Bridge over de rivier de Thames net ten zuiden van Lechlade (-on-Thames) in Gloucestershire. Gebouwd uit Cotswold-stenen in de laat-18 eeuwse Georgische Periode. Rechts is een aan de noordzijde voor deze periode gebruikelijk tolhuis (ca. 1792) aangesloten. Het geheel is gerestaureerd en verstevigd.(http://www.engineering-timelines.com/scripts/engineeringItem.asp?id=460)
De St.John’s Bridge aan de A417 over de Thames bij Lechlade, Gloucestershire nabij de sluis.(https://www.flickr.com/photos/duncan/51285524869)
De historische St.John’s Bridge en sluis in de Thames bij Lechlade (-on-Thames), Gloucestershire. Foto van 16 juni 2001. Coll. Historic England Archive.
Sluis in de rivier de Thames bij St.John’s Bridge in Lechlade (-on-Thames). Foto uit maart 2007. (https://commons.wikimedia.org/wiki/File:River_Thames_lock_at_St_John%27s_Bridge,_Lechlade_-_geograph.org.uk_-_470118.jpg)
Bruggenstrijd in de Calvados, Normandië zou het worden voor Compagnie D, ‘Ox and Bucks’ van majoor John Howard. Mede vandaar deze speciale RAF-luchtverkenningsfoto gedateerd 24 maart 1944. Middenrechts ligt de rolhefbrug over het Kanaal-van-Caen-naar-zee. Blik naar het noorden, naar Ouistreham aan de kust van het Engelse Kanaal. Links: St.Aubin d’Arquenay. De weg over de kanaalbrug is de D514 die naar Bas de Ranville en weer noordelijk naar de kust bij Cabourg leidt. Het dorpje rechts van het midden is Le Port. Het zou door Britse parachutisten hevig moeten worden verdedigd op de nacht vóór en op D-Day. De open velden linksboven zouden de toekomstige Britse landingszone ‘W’ (Operatie Mallard) voor Horsa– en Hamilcarzweefvliegtuigen op D-Day in de avond worden. Het grote gebouw rechtsonder is het Château de Bénouville, dan kraamkliniek onder leiding van directrice en verzetsvrouw Léa Vion.(https://www.canadashistory.ca/explore/military-war/eyes-in-the-sky)
24 maart 1944: RAF-luchtverkenningsfoto van de kanaalbrug en het gemeentehuis aan de voormalige vorkkruising (r.) bij Bénouville met blik naar het zuidoosten. Hij is geschoten vóór de door de Duitsers bevolen afbraak van de panden aan de oostelijke zijde van de kanaal (linksboven). Omdat op de oorspronkelijke fotoafdruk aangetekend staat: Pegasus Bridge moet dit een notitie zijn die dateert van van ná 26 juni 1944. In maart had deze brug die erenaam (!) nog níet ontvangen.(https://pegasus-bridge.co.uk/historic-benouville-landmark-demolished en BattlefieldHistorian.Com BHC007143, in: .(https://www.pinterest.fr/pin/650629477386718462/)
Divisiegeneraal Richard ‘Windy’ Gale had voor nachtelijke training van de vier pelotons van Compagnie D bepaalde Engelse bruggen uitgekozen die ‘veroverd’ dienden te worden. Van 25 maart tot en met 27 maart 1944 vond dan een belangrijke driedaagse oefening van de 6e Luchtlandingsdi-visie plaats bij drie kleine bruggen die moesten worden ‘ingenomen’ en ‘verdedigd’ in het kader van Exercize Bizz II. (De data voor deze veldoefening werden door majoor Howard zelf genoteerd in J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 86-87. S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 58 vermeldt voor deze ongenoemde ‘major three day exercise’ geen precieze data, maar plaatst de oefening wel vóór 18 april.) Gale, Kindersley en Poett keken toe. Kolonel Chatterton van het Glider Pilots Regiment ontbreekt in de rij, want er waren immers geen zweefvliegers bij betrokken. Vrachtwagens vervingen voor de gelegenheid bij de bruggen ‘gelande’ zweeftoestellen. Tot in deze trainingsfase zijn de uitverkozen zweefvliegers en hun infanteristen-passagiers dus niet één keer samen wezen oefenen.
Dertig genietroepen toegevoegd aan Compagnie D
Maar tijdens Bizz II maakte majoor Howard en zijn Compagnie D wél voor het eerst kennis met nieuwe medewerkers die zich blijvend bij hem zouden voegen: dertig geniesoldaten (Sappers), de kern van het 2e Peloton der 249e (Airborne) Field Company Royal Engineers onder bevel van de Schotse kapi–tein H.R.K. (‘Jock’) Neilson en diens plaatsvervanger, luitenant ‘Jack’ Bence die eerder een eigen peloton had geleid. Het 249e nu was als luchtlandings–eenheid aangesloten bij 6th Airborne Division op 17 juni 1943. Deze 249th Field Company der genisten stond als geheel onder bevel van Major Sandy Rutherford en was zodanig in een ‘duplicatie’-systeem georganiseerd dat de drie pelotons ervan bij luchtvervoer altijd waren opgedeeld tussen twee zweefvliegtuigen. In het geval één toestel zijn doel niet zou kunnen berei–ken, zou de andere helft der genisten toch álle gestelde taken kunnen vol–brengen. Dit systeem had majoor John Howard voor de zekerheid eveneens toegepast voor zijn pelotons. (Voor de beiden van in totaal drie pelotonscommandanten 249 Field Coy RE, zie nog: https://www.nzsappers.org.nz/wp-content/uploads/2018/11/1949-June.pdf, p.111 van gepubliceerde tekst; voor de namen der genie-commandanten van 249 en de data der heir vermelde luchtlandingsoefeningen, zie ook: https://ww2talk.com/index.php?threads/249th-airborne-field-company-re-on-d-day-and-battle-of-normandy.58276/ )
Captain H.R.K. ‘Jock’ Neilson, 249 Airborne Field Company Royal Engineers
Lieutenant ‘Jack’ Bence, 249 Airborne Field Company Royal Engineers. Coll. Musée Mémorial Pégasus.(http://www.calvados.gouv.fr/bernard-duval-un-adolescent-sous-l-occupation-a4582.html)
De aansluiting geschiedde pas, nadat deze geniesoldaten op hun thuisbasis bij Bungay Mettisham Caste in Suffolk (waar zij nog hadden behoord tot de 54th (East Anglian) Infantry Division) hun grote weerstand tegen zweef–vliegtuigen hadden opgegeven. De genieeenheid werd verder getraind bij Bulford in het Wyke Regis–Bridging Camp. Majoor Howard was opgelucht te zien dat de nieuwkomers zich goed bleken te mengen met zijn eigen man–schappen. De 19-jarige Sapper Harry Wheeler merkte dat majoor Howard de genie terdege zelf had geselecteerd. Harry’s eigen taken bestonden o.m. uit het uitleggen aan de infanteristen van de ‘Ox and Bucks’ hoe de banga–lore–torpedo’s werkten en hoe de mannen explosieven moesten gebruiken. Die ineen te schuiven bangalore–buizen waren handig om met name prik-keldraadversperringen, landmijnen en booby-traps mee op te blazen. (Voor een Amerikaans instructiefilmpje over de toepssing van bangalore-torpedo’s, zie: https://www.youtube.com/watch?v=piOsTjd9Lic) Toen majoor Howard aan de jonge Wheeler daarover eens met enige bezorgdheid had ge–vraagd:‘Weet je wel wat je doet?’, had de jonge genist geriposteerd:’Nou, zo niet, sir, dan weet ik er niet veel vanaf!’. Harry Wheeler mocht blijven vanwege zijn nodige, specialiseerde technische kennis uiteraard en… mede vanwege zijn gevatheid? (John Howard kon over het algemeen gevatheid wel waarderen blijkt uit de bronnen. Interview van David Connop Price met Wheeler in de Henley Standard d.d. 10 maart 2006, herafgedrukt in: Remembering D-Day – A salute to Harry Wheeler and all the veterans, in: https://www.connop.com/blog/)
Bangalore-torpedo’s in verpakking, moderne reconstructie. (https://www.quora.com/How-was-a-Bangalore-Torpedo-used-on-D-Day-in-World-War-II)
Amerikaanse militairen krijgen instructie over de bangalore-torpedo ter voorbereiding op D-Day. Coll. Alamy, Image ID:C340TH.(https://www.alamy.com/stock-photo-us-gi-soldiers-prepare-bangalore-torpedoes-while-training-for-d-day-36353201.html)
Deze geniesoldaten waren als technici onder meer geoefend in het aan–leggen en verwijderen van prikkeldraadversperringen en vernietigingsex–plosieven, het onschadelijk maken van geplaatste landmijnen en niet-ontplofte bommen, de aanleg van electrische verbindingen, het onder–houden van de watervoorraad, het opbouwen van verstevigde stellingen, het slaan van bruggen en het gereedmaken van de meegevoerde opvouw–bare canvasboten voor een eventuele oversteek over kanaal en rivier, in–dien bruggen opgeblazen zouden zijn of open zouden staan. (Een uniek exemplaar van een dergelijke opvouwbare canvas boot bevindt zich thans in het Bevrijdingsmuseum te Groesbeek bij Nijmegen). Daarnaast kregen deze uitgezochte sappers alsnog onder bevel van majoor Howard een gedegen infanterietraining erbij. Harry Wheeler vond déze be–velhebber vanf het begin ‘a real stickler (‘doordrammer’) for discipline.’ Omgekeerd zorgde de vooruitziende John Howard ervoor –stel dat álle der–tig genisten om wat voor reden ook bij de bruggen hun werk niet zouden kunnen verrichten?- dat zijn infanterie ook zélf leerde explosieven op te sporen en onschadelijk te maken en boten in elkaar kon zetten. (Frank Lowman, 249 Field Company RE (Airborne), 591 (Antrim) Parachute Squadron RE and the bridges over the Caen Canal and River Orne, in: http://www. remuseum.org.uk/campaign/rem campaign 6adiv.htm, 9-11; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 98, maar de geniecompagnie aldaar foutief benoemd als 249 Airlanding Brigade; ; foutief gespeld als H.R.K. Neilsson door N.Hugedé, Le commando du pont Pégase, 26; voor genie-kapitein H.R.K. (‘Jock’) Neilson en zijn compagnie zie ook C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 52; 121; S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 59; 197, index, maar foutief als Captain R.K Neilson; W.Fowler, Pegasus Bridge, [13]; 22; 42; D.Brinkley en R.J.Drez, Voices of Valor, 62; Harry Clark geciteerd in: Army Rumour Service>>Forums>>Current Affairs, News and Analysis, in: http://www. arrse.co.uk/cpgn2/Forums/viewtopic/printertopic=1/t=39777/start=0/post…,5 (daar gespeld Clarke); http://www. search.eb.com/normandy/pri/Q00313.html: Britannica online: Normandy 1944-Personal History: John Howard, 1; H.Clark, in http://www. britisharmedforces.org/ns/ns/nat harry clark.htm, 2; D.Brinkley en R.J.Drez, Voices of Valor, 62. Voor genietaken eventueel uit te voeren door Compagnie D zelf, zie ook W.Fowler, Pegasus Bridge, 15) Sterker, iedere lading manschappen uit om het even welk nauwkeurig ge–noeg geland zweefvliegtuig werd er door John Howard op voorbereid om welke taak ook van welk peloton ook te volbrengen die minimaal nodig was ter verovering van de bruggen. Zijn krijgsplan moest dus heel flexibel blij–ven: er konden zweefvliegtuigen op de verkeerde plaats of op het verkeer–de tijdstip landen of… in het geheel níet vanwege kabelbreuk of vuur van geallieerd of vijandelijk luchtdoelgeschut. (Majoor Howard, in: http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 5)
De nachtelijke oefen-‘landing’ van Compagnie D en de toegevoegde genie–troepen werd ’s avonds om 23:00 uur in Gloucestershire ingezet. Geschoten werd in dít geval met losse flodders. Overal in de omgeving werden Britse en Canadese parachutisten van de 6e Luchtlandingsdivisie gedropt en parachutisten zouden de bruggen ‘verdedigen’. Compagnie D was, dankzij majoor Howard, allang volkomen gewend geraakt aan opereren in duisternis. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 50) De ‘bewaakte’ bruggen werden hier in betrekkelijk korte tijd en doortastend door hen ingenomen, voordat ze konden worden ‘opgeblazen’. Omdat de autoriteiten de ‘tegenaanval’ met opzet vrij lang lieten duren, werden zelfs voorraden voor de ‘aanvallers’ uit vliegtuigen gedropt. Majoor John Howards compagnie werd flink uitgetest, maar behield zijn ingenomen ‘verdedigingsstellingen’ tot zij werd afgelost. Deze procedure werd herhaald, en actief patrouillelopen kwam erbij.
Majoor Howard had zich eigen gemaakt bij serieuze militaire oefeningen ieder persoon die niet tot zijn ‘aanvallers’ behoorde, afgezien van de scheidsrechters, door zijn mannen te laten beschouwen als ‘verdacht’ en dus als ‘vijand’. Op militaire rang werd niet gelet, zeker niet in het donker. Zo werd tijdens Bizz II een hongerige Britse luchtmachtofficier die tijdens de observatie eieren met spek stond te verorberen, onverwacht gearresteerd en heftig ‘ondervraagd’ door leden van de compagnie. Dat ging generaal Gale iets te ver en geschrokken greep hij in. Geslapen werd er tussendoor heel weinig en de soldaten alleen in veldtentjes. Doodmoe keerde de troep op de 27e ’s avonds terug naar het kamp te Bulford. De pelotonscommandanten moesten, naar majoor Howards strikte bevel, eerst hun mannen nazien en voeden. Howard richtte er zich die avond grinnikend tot de lange kapitein Brian Priday:‘Zag je die RAF-knakker, Brian, die we oppakten voor ondervraging, toen we die bruggen genomen hadden?’ –‘Ja, John. Toen we onze zaklampen op hem richtten, ontdekten we pas al dat geklutste ei…’ ‘Windy Gale was er als de kippen bij om zijn hachie (Eng.: bacon) te redden!’–‘Ja, misschien redde-n-ie zo ons hachie ook wel!’ (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 58; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 86-87) De hele dag van 28 maart werd door alle compagniesleden besteed aan het leren omgaan met de vermaledijde anti-tank-PIAT. Majoor Howard zelf ging een week op verlof met het gevoel dat het wel eens zijn laatste kon zijn vóór ‘de grote actie’. Daarom liet hij voor zijn vrouws zelfverdediging –net als in 1940- een Duits Luger-pistool achter waar Joy zelf als de dood voor was en meteen hoog wegstopte in een keukenkastje… (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 60; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 88)
Duits Parabellum– of Luger–pistool geproduceerd vanaf 1908 tot 1942 door Deutsche Waffen– und Munitionsfabriken (DWM) in Erfurt en ook door Mauser in Oberndorf am Neckar. Het lichte wapen werd een gewilde krijgsbuit voor geallieerde soldaten.(https://nl.wikipedia.org/wiki/Luger_P08)
Hoofdstuk 28.
April 1944: D-Day-planning voor 6e Luchtlandingsdivisie ver-fijnd
Inlichtingen uit Normandië onontbeerlijk
Op Goede Vrijdag 7 april 1944 hield generaal Montgomery uren toespraken in St.Paul’s School voor oudere generaals, admiraals en luchtmaarschalken n.a.v. aanstaande gezamenlijke oefeningen voor Operatie Overlord. Hij hield hen voor hoe híj dacht dat de energieke veldmaarschalk Rommel op een grote geallieerde kustaanval zou willen reageren. Zo snel mogelijk met zijn Panzer naar de bedreigde stranden! (Dat wilde Rommel inderdaad.) ‘Maar naar wat wij weten van de bevelsstructuur worden de (Duitse) gepantserde divisies rechtsstreeks onder von Rundstedt gehouden en zou vertraging kunnen worden veroorzaakt, voordat ze worden vrijgegeven aan Rommel. Dit feit kan ons helpen, en onenigheid tussen hen beiden ontstaan.’ (C.d’Este, Decision in Normandy, 76 + n.1) En zo geschiedde. Maar in feite was de situatie aan Wehrmacht-zijde nog erger. Grote ruzies over de inzet van tanks aan de kust tussen Rommel en diens opperbevelhebber Hitler die álles in eigen hand wilde houden, ook diens tankreserves in Normandië; ruzie tussen Rommel en de beide tankgeneraals Geyr von Schweppenburg van Panzer Gruppe West en Fritz Bayerlein van de Panzer Lehr Division. Uiteindelijk beval Hitler/OKW nog vóór D-Day tot een halfslachtig compromis aangaande de inzet van Duitse tanks. Door elkaar tegen te werken en geen eenduidige bevelssituatie te eisen zouden al deze Duitse militaire bevelhebbers bijdragen aan de chaos die op en na D-Day bij de Wehrmacht toch al ontstond.
Majoor Howard moest vanaf zaterdag 8 april 1944 eveneens voorbereidingen gaan treffen voor grote oefeningen, namelijk in Lincolnshire waaraan alle onderdelen van de 6e Luchtlandingsdivisie zouden deelnemen. Compagnie D moest zich melden in het dorp Bardney waar ze hartelijk werd onthaald door lokale burgers die ook hun kantine zouden beheren. Tussen de veldoefeningen door zou kort verlof worden gegeven. En tijdens die ingegane verlofdagen kwam onverwacht, maar opwindend nieuws binnen: alle verloven werden ingetrokken. Het scheen menens te worden! Om die reden liepen de manschappen, op één na, op tijd binnen van verlof waarop Howard uitermate trots was, omdat het de uitstekende korpsgeest weerspiegelde. De uitgaande post moest vanaf dat tijdstip worden gecensureerd door de pelotonscommandanten. Die vonden dat een vervelende en tijdrovende klus. (J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 88-89)
Midden april 1944 werd een speciaal planningshoofdkwartier van de 6e Luchtlandingsbrigade, onderdeel van 6e Luchtlandingsdivisie, ingericht in het statige Brigmerston House bij het dorp Milston, op nog geen kilometer afstand van Bulford en bij het vliegveld Netheravon, even ten zuiden van het grote divisiehoofdkwartier van generaal Gale op de Salisbury Plain in het graafschap Wiltshire, niet ver ook van het prehistorische Stonehenge-monument. Het ontving de officiële codenaam Broadmoor, maar werd alge–meen bekend als the Mad House ofwel ‘het Gekkenhuis’. Niet alleen lag er een psychiatrische inrichting in de buurt, de hectische militaire bedrijvigheid in en rond dit afgelegen en dus goed te bewaken landhuis veroorzaakte voor–al de bijnaam. Het complex, inclusief een oude boerderij waar de staf inlichtingen werd neergezet, was omgeven door rollen prikkeldraadver–sperring en speciale schildwachten (J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 92-94; Raymond ‘Tich’ Rayner, in: http://www. bbc.co.uk/dna/ww2/A4069109, 1; W.Fowler, Pegasus Bridge, 10; Stuart Tootal, The Manner of Men. 9 Para’s Heroic D-Day Mission (John Murray Publishers. London, 2013))
Het nieuwe hoofdkwartier van de 6e Luchtlandingsdivisie werd bij Milston (linksonder) aan de rivier de Avon gevestigd, niet ver westelijk van Bulford. De weg naar het stadje Salisbury loopt rechts van het midden, onder.(https://www.british-history.ac.uk/vch/wilts/vol15/pp136-143)
Talrijke luchtverkenningsfoto’s van het gehele Normandische aanvalsgebied waren er beschikbaar. (Stafkaart van het gebied van de 6e Airborne Division met het outline plan in kleur afgebeeld in Historica 34. Normandie 44 (Bayeux, 1993, [24]-[25]) Vince Walker, inlichtingenof–ficier voor het 12e Parachutistenbataljon ‘Devons’, vond er de hoeveelheid informatie die beschikbaar kwam uit luchtverkenningsfoto’s en via lokale Franse verzetslieden ‘verbazingwekkend’. (http://www. bbc.co.uk/dna/getwriting/A2304794, 1) Mede op grond hiervan werd een groot panoramisch zandtafelmodel van het bruggengebied gemaakt op voorstel van majoor Lacoste, de divisie-GSO2 (‘algemeen stafofficier, afdeling Inlichtingen’). Het model werd geconstru–eerd te Broadmoor door twee Koninklijke Genietekenaars die werden bijgestaan door een technisch korporaal van het Dienstenkorps van het Britse Koninklijke Leger. Het bestond uit grote zandbakken die het Orne– en kanaalgebied moesten voorstellen en waarin zo nauwkeurig mogelijk alle hoogteverschillen, sloten, greppels, vegetatie, hekken, gebouwen en water–wegen op schaal werden weergegeven en tot in kleine details. Luchtverken–ningsfoto’s van een terrein speelden hierbij vaak een grote rol. (Generaal Gale in: W.G.Ramsey, D-Day. Then and Now, vol.I; majoor Howard in J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 94:’(…) the finest model I have ever seen.’; cf. https://oldtopographer.net/tag/sand-tables/ )
Een vrouw van een Britse militaire hulpdienst werkt tijdens de Tweede Wereldoorlog details bij op een zandtafelmodel in kleur aan de hand van een gedetailleerde luchtverkenningsfoto. (https://oldtopographer.net/tag/sand-tables/)
Voorbeeld van een militair zandtafelmodel uit WO II vervaardigd door de Britse genie. Op de achtergrond een buitgemaakte Kriegsmarine-vlag. Gezien het helmtype van de militair links was dit model mogelijk bestemd geweest voor gewone infanterie.
Amerikaanse legerofficieren en onderofficieren bestuderen een terreinmodel van Utah Beach op de Cotentin in Normandië vóór D-Day, juni 1944.(https://oldtopographer.net/tag/sand-tables/ )
Aanvankelijk kwam de beste informatie over de constructie van de kanaal–brug bij Bénouville echter van een copie van een vooroorlogse Franse an–sichtkaart die werd ingestuurd na een oproep door de Britse overheid aan het publiek om inlichtingen en beeldmateriaal over bezet Europa. (Frank Lowman, in: http://www. remuseum.org.uk/campaign/rem campaign 6adiv.htm, 9. Voor ingezamelde vooroorlogse ansichtkaarten van b.v. Ouistreham zie de afbeeldingen in D.Parry, D-Day:6.6.44, 17 bovenaan)
Bénouville: Franse ansichtkaart uit 1935 met geopende rolhefbrug over het kanaal en het huis van brugwachter Auguste Niepceron op de oever, gezien naar het noordoosten. Dit huis werd gesloopt in april 1944 door de Organisation Todt om meer schootsveld te verkrijgen. Opdrachtgever was veldmaarschalk Erwin Rommel geweest. De kelder bleef bewaard, kreeg een extra dek van beton en werd omgebouwd tot een lage, juist boven de weg uitstekende bunker ten bate van het nieuwgevormde Widerstandsnest 13.(Bewerkt naar; https://www.dday-overlord.com/mediatheque/photos/calvados/benouville)
Franse ansichtkaart van vóór 1934 met ingekleurde foto van \het (lang verdwenen) stoomtramstationnetje te Bénouville, Calvados op de westelijke kanaaloever tegenover de toenmalige horizontaal draaibare brug. Dit houten vakwerkgebouw en de stenen watertoren er rechts naast bestond nog in de oorlogsjaren. Het station diende te worden aangevallen en gezuiverd van Duitsers door Billy Gray uit Compagnie D ‘Óx and Bucks’ in de nacht van 5/6 juni 1944. Het uiterlijk kon aan de hand van een dergelijke naar de 6e Luchtlandingsdivisie opgestuurde kaart vóór de strijd worden bestudeerd en weergegeven op een zandtafelmodel. Overigens dacht sodlaat Billy Gray met een ‘soort bushalte’ van doen hebben…(https://www.pinterest.cl/pin/758997343439696098/)
Kanaal van Caen-naar-de-zee bij Bénouville met links het stoomtramspoor. Opname op carte postale van vóór 1934.(https://www.cparama.com/forum/benouville-t21043.html)
Vroeg-20e eeuwse ansichtkaart met dorpsgezicht van Bénouville in de Calvados. Coll. NotreFamille.com.(Foto naar: https://www.communes.com/ville-benouville-14)
Diende de geplande aanval op de beide bruggen over het kanaal van Caen en de rivier de Orne vanuit de lucht nu met parachutisten of met zweefvlieg–tuigen (gliders) te geschieden? Een vliegtuiglading gelande parachutisten (stick) beslaat een aanzienlijk gebied. Onder operationele omstandigheden kon worden verwacht dat twintig man meer dan een kilometer zouden beslaan, afhankelijk van de windkracht. De concentrering van zo’n stick in het donker en op onbekend terrein zou dus tijd vergen. Onmiddellijke ver–rassing was echter de essentie van de oplossing van het bruggenprobleem. Richard Gale wilde de eerste Duitse weifelingen aangaande het precieze doel van de luchtlandingen en door wie en wanneer precies tijdens een aanval de brugexplosieven moesten worden gedetoneerd, benutten. Hij had daarom voor de actie een duur van vijf minuten voor ogen. Als drie zweefvliegtuigen pal op het doel zouden kunnen worden geland ‘als een bliksemschicht bij heldere hemel’, werd de concentrering van volgens hem 75 licht bewapende infanteristen meteen bereikt. Gale rekende blijkbaar met 25 man infanterie per peloton per zweefvliegtuig. En wat even belangrijk is: in tegenstelling tot transportvliegtuigen naderen zweeftoestellen natuurlijk in alle stilte hun doel. Om deze redenen besloot de divisiebevel–hebber tot twee aanvalsgroe–pen, elk in drie zweefvliegtuigen voor elk van de twee bruggen. Extra ge–dropte parachutisten zouden moeten meehelpen het behoud van de bruggen en van het omringende terrein te garanderen, nadat de stormaanvallen erop waren uitgevoerd door de elite-infanteristen die met zweefvliegtuigen zou–den worden aangevoerd. (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 64; R.N.Gale, in: W.G.Ramsey (ed.), D-Day. Then and Now, vol. 1, 220-221; D.Edwards, The Devil´s Own Luck, 30-31; Cl.Smith, The History of the Glider Pilot Regiment, 95; D.Brinkley en R.J.Drez, Voices of Valor, 61-62; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 94) Vanwege de noodzaak van complete verrassing moest dit samenvallen met droppingen van parachutisten-terreinmarkeerders van de 22e Zelfstandige Parachutistencompagnie en niet erop volgen. Die parachutistencompagnie moest tijd hebben om hulpstukken uit te pakken en seinmateriaal op te zetten en vervolgens, niet later dan een half uur na de aankomst ervan en die van de stormtroepen (de zogenaamde coup de main-parties) in de zweefvliegtuigen, zouden de twee grote parachutistenbrigades, de 5e en de 3e, kunnen worden ingevlogen. (B.L.Montgomery, El Alamein tot the River Sangro. Normandy to the Baltic, 199; R.N.Gale, in: W.G.Ramsey (ed.), D-Day. Then and Now, vol.1; Turner, Invasie ’44, 145; Historica nr.34 Normandie 44 (Bayeux, 1993), 6)
De Britse 5e Parachutistenbrigade (Merkwaardigerwijze als ‘de Duitse 5de Brigade (..) bij Bénouville’ vermeld in A.McKee, De slag om Normandië, 38) onder brigadegeneraal Nigel Poett kreeg van generaal Gale tot taak de bruggen over kanaal en rivier, indien nog nodig, te veroveren en in ieder geval in handen te houden:‘Om dit te bereiken dient u risico’s te accepteren’. De 5e Brigade nu moest daartoe per parachute landen in de graanvelden ten noorden van Ranville en een afgesloten bruggenhoofd veiligstellen, zowel ten westen van het kanaal bij Bénouville als ten oosten van de Orne bij Ranville. De eerder met zweef–vliegtuigen gelande aanvalsgroepen zouden vanaf dat moment onder bevel van brigadegeneraal Poett worden geplaatst. (R.N.Gale in W.G.Ramsey (ed.), D-Day. Then and Now, vol. 1, 215-216 met foto van Poett; Historica 34. Normandie 44 (Bayeux, 1993), 3-11; J.Howard en P.Howard Bates, The Pegasus Diaries, 94) Generaal-majoor Gale gaf vervolgens brigade–generaal Hugh Kindersley van de 6e Luchtlandingsbrigade opdracht de meest geschikte troep voor de verrassingsaanval op de bruggen te selecteren. Kindersley had de keus uit de in totaal twaalf compagnieën van zowel het 2e ‘Ox and Bucks’, het 12e Devonshires als de Royal Ulster Rifles. Het werd de steeds alle regimentssportwedstrijden winnende Compagnie D ‘Ox and Bucks’ van de vierkante majoor John Howard:‘Ik vind dat al mijn mensen verrekt goeie leiders zijn’, antwoordde Kindersley aan generaal Gale, ‘maar ik geloof dat Johnny Howard dit bepaald goed zou doen.’ (S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 57-58; D.Edwards, The Devil’s Own Luck, 22)
De 3e Parachutistenbrigade gecommandeerd door brigadegeneraal James Hill kreeg de volgende taken toebedeeld: het in de nacht vóór D-Day in bezit nemen van de hogere richel van Sallenelles tot Troarn, het vernietigen van het stenen bruggetje over het riviertje de Divette vlak ten oosten van het dorp Varaville (In Varaville zat een sterk Duits garnizoen. Door deze brug over de Divette op te blazen verviel de noodzaak van vernietiging van de twee daarachter aan de zelfde weg (de huidige D27) liggende bruggen over ten eerste de Dives en vervolgens die over het Grand Canal nabij Périers-en-Auge), destructie van de spoorbrug en de wegbrug over de rivier de Dives bij Bures (door het 8e Parachutistenbataljon) en van de wegbrug over de Dives bij Robehomme (door het 1e Canadese Parachutistenbataljon), alsook het uitschakelen van enkele 150 mm.-kanonnen (Die in werkelijkheid verouderde Tsjechische typen van minder kaliber zouden blijken te zijn!) in door prikkeldraad, mijnen en mitrailleurs omringde verbunkerde geschutsstellingen achter de kust bij Merville (door het 9e Bataljon parachutisten en zweefvliegtuiginfanteristen) (Voor de taken van de luchtlandingsdivisie zie generaal Gale, in: W.G.Ramsey (red.), D-Day. Then and Now, vol. 1, 214-249; C.Shilleto, Pegasus Bridge & Merville Battery, 26. N.b. De vierde Horsa van majoor John Howards Compagnie D landde ten oosten van een wegbrug over de rivier de Dives even ten westen van Périers-en-Auge en van een tweede brug over het Grande Canal/Dives-kanaal daarachter. Deze beide bruggen stonden niet op het vernietigingsprogramma van Canadese parachutisten en daardoor ook kon die Dives-brug kort worden ingenomen door het 4e Peloton, nadat zij verkeerd waren geland in de nacht van 5/6 juni 1944. De meest uitgebreide en corrigerende beschrijving van de batterij van Merville en de aanval erop door de Britten vindt men in H.K. von Keusgen, Pegasus-Brücke und Batterie Merville (2014) ) Het kleine Britse bruggenhoofd bij oostelijk Ranville zou pas op 6 juni ’s mid–dags worden versterkt door de aankomst van de 6e Luchtlandings–brigade onder commando van brigadegeneraal Kindersley op de westelijke kanaaloever. De kuststrook achter Ouistreham diende na de H-Hour-landing vanuit zee op Sword Beach (sectoren Queen en Roger) te worden ingeno–men door het Britse Commando 6 en Franse commando’s van de 1e Speciale Dienstbrigade onder leiding van de lange, Schotse aristocratisch-statige en charismatische brigadegeneraal Simon (‘Shimi’) Fraser the Lord Lovat die daarna om 13:00 ‘s middags (Britse tijd) via de kanaal- en Ornebruggen con–tact zou moeten maken met de Britse parachutisten en zweefvliegtuigin–fanteristen bij Ranville en Escoville.
Over de aldus vrijgemaakte weg over Le Port zou op H + 5 (5 uren na landing uit zee) één bataljon van het 2e Regiment Warwickshires van de 8e Infanteriebrigade van de 3e Infanteriedivisie vanaf Sword Beach naderen en door het dorp Bénouville heen optrekken naar de stad Caen. Het voorberei–dende werk van Compagnie D zou er dan op moeten zitten. (Voor het operationele plan en de bevelen van de 6e luchtlandingsdivisie en het ‘Ox and Bucks’-regiment voor D-Day zie ook http://www.lightbobs.com/1944-pegasus-bridge-coup-de-main.html, 2-5)
Kaart met beoogde landingszones (lichtgroen) voor de Britse 6e Luchtlandingsdivisie. De waterlijnen links verbeelden v.l.n.r. het Kanaal van Caen en de rivier de Orne. Rechtsonder kronkelt de rivier de Dives, bij Varaville de Divette, een zijriviertje van de Dives. Lichtblauwe gebieden zijn onder water gezet door de Duitsers die sluizen hebben geopend.
Hoofdstuk 29.
Half april 1944: Méer bruggentraining;
Compagnie D dient achter de Duitse linies te opereren
Majoor en tijdelijk luitenant-kolonel Michael Wace (‘Mike’) Roberts die majoor Howard vanaf het begin had ondersteund bij de verzwaarde infanterietrainingen van diens troep, liet hem op 15 april 1944 in de middag plotseling bij zich roepen. (Voor volledige naam, legernummer (38529), rangen en militaire carrièreschets van lt.kol. M.W. Roberts, zie: https://picclick.co.uk/WW2-era-KOYLI-photo-Lt.MW-Roberts-later-174628183659.html; https://www.pegasusarchive.org/varsity/michael roberts.htm en https://discovery.nationalarchives.gov.uk/details/r/90394750 )
Officieren en manschappen van het 2e Bataljon, King’s Own Yorkshire Light Infantry dat was gestationeerd in India (cf. de korte broeken en militair vooraan zittend uiterst rechts) vanaf de late jaren’30 tot en met de vroege jaren 1940. In het midden zittend vooraan bevindt zich Michael Wace (‘Mike’) Roberts (met snorretje), toen nog luitenant en adjudant, van maart 1936 tot en met maart 1939. Terug in Engeland zou hij als Lieutenant-Colonel gaan dienen in de 6th Airborne Division onder bevel van generaal Richard Gale. Na Operatie Varsity (maart 1945) werd hij onderscheiden met de DSO. (https://picclick/co.uk/WW2-era-KOYLI-photo-Lt-MW-Roberts-later… ).
Lieutenant Mike Roberts in India, Ca. 1939. Detail van vorige foto.
Die morgen op het hoofdkwartier had Howard een debriefing gehad over de bruggenoefening Bizz II van eind maart waarbij generaal-majoor Gale de majoor had gecomplimenteerd met het enthousiaste en razendsnelle optreden van zijn bridge prangers (‘bruggendwingers’) en daarbij de term verve had gebruikt die Howard zou blijven onthouden. (J.Howard en P.Bates, The Pegasus Diaries, 89 en N.Barber, The Pegasus and Orne Bridges, 12 noemen 15 april als juiste datum. S.E.Ambrose, Pegasus Bridge2, 58 geeft de datum van de debriefing onjuist als 18 april 1944; http://www. search.eb.com/normandy/pri/Q00313.html: Britannica online:Normandy 1944-Personal History: John Howard, 1; W.Fowler, Pegasus Bridge, 12 ziet hier van data af.)
Eigenlijk verwachtte hij die middag een uitbrander te krijgen vanwege een overtreding van de regels door iemand van zijn bloody compagnie. Nadat de adjudant hem direct had toegelaten tot de kamer van de luitenant-kolonel zonder Howard iets uit te leggen, zag de majoor zijn meerdere Roberts zitten die zeer bezorgd keek. Niettemin