
II.
Voorwoord
Nederlanders maken deel uit van de tienduizenden bezoekers die jaarlijks Normandië aan doen. Voor hen was er tot nu toe geen monografie in de eigen taal die de belangrijke Britse verovering en het behoud van twee bruggen over het Caenkanaal en de rivier de Orne op D-Day zowel minutieus als na hernieuwd onderzoek beschrijft. Ik beschouw mijn studie als een hommage aan de moed van de jonge, lichtbewapende vrijwilligers die hun deel bijdroegen om de stranden op D-Day, 6 juni 1944 te vrijwaren van Duitse gepantserde formaties. Hoe terecht heeft veldmaarschalk Bernard Law Montgomery, de toenmalige opperbevelhebber der geallieerde grondstrijdkrachten, op de vooravond van de landingen tot alle troepen gesproken:‘Ons wordt de eer verschaft een klap uit te delen voor de vrijheid die zal voortleven in de geschiedenis, en in de betere dagen die in het verschiet liggen, zullen mensen trots over ons handelen vertellen.’ (Field-Marshal The Viscount Montgomery of Alamein, El Alamein to the River Sangro. Normandy to the Baltic; voor het citaat vgl. ook Vince Walker, inlichtingenofficier van de 12th Devons, in: http://www.bbc.co.uk/dna/getwriting/A2304794, 2)
Steven Spielbergs vele Oscars winnende speelfilm Saving Private Ryan (1998) heeft, hoewel het een fictief verhaal betreft, wereldwijd een diepe indruk achtergelaten. De eerste overweldigende vijfentwintig minuten ervan zijn gebaseerd op de bloedige Amerikaanse militaire landing op Omaha Beach in Normandië in 1944. Veteranen beschouwen hem als de enige film-sequentie die de meedogenloze werkelijkheid van die D-Day-landing zo dicht mogelijk heeft getracht te benaderen.

Bovendien werden in 2002 op de televisie de belevenissen van Easy-Compagnie van het 506e Parachutisten-regiment van de Amerikaanse 101e Luchtlandingsdivisie in de serie Band Of Brothers (naar het gelijknamige boek van Stephen Ambrose) alleen al in Nederland door ruim een miljoen mensen bekeken en hogelijk gewaardeerd. Deze Compagnie E onder bevel van luitenant (later majoor) Richard Winters werd in de nacht vóór D-Day geparachuteerd boven het Normandische schiereiland Cotentin en rukte tenslotte met talloze verliezen op tot aan Hitlers buitenverblijf en Führerhauptquartier ‘Berghof’ nabij Berchtesgaden. De TV-serie won een Golden Globe, maar Britten morden: typisch Ameri-kaans paternalisme! Waren Britse, Canadese en Nieuw-Zeelandse soldaten niet óók prominent aanwezig geweest boven en in Normandië? En ook als eersten in die nacht, nog vóór de massale landingen vanaf zee? (Dergelijke animositeit bestond al daags na D-Day, 6 juni 1944. De Amerikanen waren toen boos geworden dat een BBC-artikel het had doen voorkomen alsof de landingen ‘een makkie’ waren geweest, terwijl toch op Omaha Beach een paar duizend man Amerikanen gesneuveld was gebleven.) Britse tegenhangers van Easy Company en hun Amerikaanse luchtlandingscollega’s kunt u in de voorliggende studie ontmoeten. John Eisenhower, zoon van ex-generaal en -president Dwight Eisenhower en zelf officier, betitelde hen in 2003 kortweg en wat mij betreft terecht als ‘de helden van Pegasus Bridge’. (In D. van der Vat, D-day, 9: Inleiding)
N.b. In mijn werk wordt een tijdsverschil van een uur aangehouden tussen door de Duitsers bezet Frankrijk en Groot-Brittannië met dien verstande dat de toen geldende Britse Dubbele Zomertijd voor één uur later zorgde in Engeland dan op het continent. Voor de ook omstreden aanname hiervan, zie de discussie in de Excursus achterin.
II, 1.
Naoorlogse jeugd te IJmuiden, gemeente Velsen
‘Er gold een andere tijd in bunkers, waar de minuten zich urenlang voortsleepten, in ondraaglijke spanning, of ieder moment de hel weer kon losbarsten. Steeds opnieuw als ik een bunker betrad of er van verre zelfs maar één zag, viel ik ten prooi aan gemengde gevoelens. Gevoelens van angst, verlangen, spijt, van heimwee naar verstreken tijd…’
Jules A.Deelder (nov. 1944-2019),
Gemengde gevoelens (De Bezige Bij. Amsterdam, 1986)
D-Day? Wéér een boek over ‘die oorlog’?
Ten eerste vindt de auteur dat uit de Tweede Wereldoorlog nog altijd boeiende en leerzame verhalen kunnen stammen en hoopt hij met zijn voorliggende verhalende studie over Britse luchtlandingsmilitairen vóór, tijdens en na D-Day 6 juni 1944 nieuwe, deels eigen onderzoeksresultaten te leveren. Voor hemzelf was ‘die oorlog’ van jongs af aan nooit ver weg. Hij was negen jaar na de bevrijding geboren in het wederopbouwjaar 1954 in IJmuiden, gemeente Velsen, tijdens de oorlog door de Duitse Wehrmacht en Kriegsmarine omineus verklaard tot Festung IJmuiden. (https://www.canonvannederland.nl/nl/noord-holland/velsen/tweede-wereldoorlog; Voor IJmuiden vermeld als ‘duidelijk voorbeeld van een Wederopbouwgemeente’, zie b.v.: https://www.architectuurhaarlem.nl/activiteit/wederopbouwarchitectuur-velsen-ijmuiden-1945-1965) Juist daar waren en zijn nog immer oorlogssporen op diverse plaatsen en in diverse vormen aanwezig: straten vernoemd naar verzetsstrijders, stenen herdenkingstekens, het lokaal rondspoken van de infame ‘Velser affaire’, het door Duitse sloop aangetaste Oud-IJmuiden, betonnen Höckerhindernisse of ‘drakentanden’ in de duinen, meerdere typen Duitse bunkers, Forteiland in de kanaalmonding deels omgebouwd voor het Duitse leger en de gegraven ‘Tankval’ (onze zomerse visstek) aan de Duin- en Kruidbergerweg nabij Driehuis.

Uit mijn kleutertijd herinner ik mij de overvliegende DC 3 ‘Dakota’ (welke naam ik volgens mijn vader als driejarige uitsprak als ‘da-gaat-ie’) en een betonnen wachthuisje (wel voor een gemobiliseerde Nederlandse dan wel later optredende Kriegsmarine soldaat) dat nog vooraan aan de Dokweg naar de Vissershaven stond. In 1967 konden wij vanuit klaslokalen van de voormalige r.k.-H.Hartschool (bouwjaar 1961) in Duinwijk, IJmuiden-West een tijdlang elke vrijdagmiddag luide ontploffingen horen uit de richting van de oevers van het Noordzeekanaal, wanneer men de kleinere Duitse oeverbunkers opblies ter voorbereiding van een verbreding van die waterweg. Oorlogsgeluiden! Voor talloze schooljongens die in de jaren zestig van de vorige eeuw opgroeiden in IJmuiden, vormden een reeks lang verlaten Duitse bunkers en rijen betonnen ‘drakentanden’ eens deel uitmakend van Hitlers Atlantikwall (een term die wij toen níet gebruikten) op en achter de toenmalige zeereep in de westelijke Heerenduinen attractieve, de jeugdige verbeelding mobiliserende speelplekken. Tegenwoordig staan die terecht onder toezicht en in een educatief rondleidingsprogramma van het IJmui-der Bunkermuseum aan de Badweg. (Cf. www.bunkermusuem.nl; https://www.velsen.nl/vrije-tijd/zien-en-doen/Bunkerroute/bunker-museum-ijmuiden)


bron: Google Maps







Grote Duitse Schnellboot-bunker II van de Kriegsmarine aan de
toegang tot de Haringhaven op de achtergrond, de achterzijde
gezien vanaf de noordwestelijke kade van de Vissershaven. Op
8 februari 1945 werden door vijftien Lancasters van No. 617
Squadron RAF (beroemd als the Dambusters) en op 21 maart
1945 door drie B-17-bommenwerpers van 351 Bomb Group
USAAF de bunker aan de havenzijde zo goed als onbruikbaar
gemaakt middels speciaal ontworpen, raketaangedreven en
torpedovormige dixie-bommen. Voorheen afgeworpen tall-
boy-bommen door speciaal aangepaste Britse Lancaster-bom-
menwerpers leken niet voldoende krachtig. Ze zouden wel
door vier meter beton moeten kunnen slaan. De bunker is re-
cent in gebruik door CEBO-cementfabriek en als loods. Deze
bunker is na de oorlog ontoegankelijk voor de lokale jeugd ge-
bleven.
(Eigen foto, juli 2016)

Schnellbootbunker II in IJmuiden-West met rechts erachter Forteiland
in de monding van het Noordzeekanaal. Boven rechts: Tata Steel.
Blik naar noordwesten. Foto uit 2015.

Restanten van een 5 ton-zware tallboy-bom
afgeworpen tegen Schnellboot-bunker 2, nu
tentoongesteld op Forteiland in IJmuiden.
Het voorste deel van deze blindganger werd
aangetroffen tussen de dubbele buitenwand
van genoemde bunker. Op de achtergrond
een Duits type geschutsbunker gericht naar
de zeezijde op het eiland.

Kraters van wel 30 meter in omtrek geslagen
door tallboy-bommen naast Schnellboot-bun-
ker 2 aan de Haringhaven te IJmuiden. Na de
bevrijding, 10 mei 1945-november 1947, lig-
gen in de haven tussen vuurtoren en bunker
nog een zevental Duitse Räumboote (mijnen-
vegers) met moederschip Tanga van de
voormalige Kriegsmarine die op de Noordzee
actief waren geweest. Vanaf 10 mei 1945 was
de Tanga nog in dienst van de Deutscher Mi-
nenräumdienst ingezet tot zij op 3 december
1947 buiten dienst werd gesteld en als Ameri-
kaanse oorlogsbuit werd meegenomen. Foto:
Fototechnische Dienst Luchtvaartafdeeling.
Coll. Fotoafdrukken Koninklijke Landmacht.
(https://nimh-beeldbank.defensie.nl/foto-s/detail/ac6090f5-c907-83ae-8728-70bf7f4c63b5)

Park Schoonenberg, Driehuis, gem. Velsen: één der vier Kommando–
bunkers van de Festung IJmuiden, type Regelbau 117a-Neu in WN
109. Foto: Joost J. Bakker.
(https://www.tracesofwar.nl/sights/11351/Atlantikwall—Regelbau-117aNeu.htm)

De voormalige zwaarbewaakte bevelvoerings-
bunker van het Festungskommando IJmuiden
als Regimentsgefechtsstand kwam per 20 ja-
nuari 1945 kort onder commando van de Ge-
neral der Infanterie Hans Hüttner, bevelheb-
ber der 703. Infanteriedivision. Hij resideerde
op de buitenplaats Schoonenberg te Driehuis,
gemeente Velsen, toen onderdeel van Wider-
standsnest (WN) 109. Op het parkterrein be-
vinden zich nog enige andere bunkers.
(Foto: Christian Bertram; naar: www.onh.nl/nl-NL/verhaal/1909/schoonenberg.htm)


Toegang oostelijke Heeren-
duinen aan de Heerenduin-
weg te IJmuiden, gemeente
Velsen. De term ‘metalen
voorwerpen’ is hier een eu-
femisme voor ‘oorlogsmu-
nitie of wapens’. Tijdens de
schooltijd van de auteur
(1961-1967) stond hier een
waarschuwingsbord met een
plastische afbeelding van
een jongen in korte broek
met één been en steunend
op krukken als slachtoffer
van een ontplofte landmijn.
Nog immer duikt er hier en
daar achtergelaten munitie op.
(Eigen foto, oktober 2015)

Zgn. Höckerhindernisse of ‘drakentanden’ van
beton aangelegd aansluitend op een anti-tank-
muur tegen geallieerde tanks en horende bij
het voormalig Widerstandsnest (WN) 84, zui-
delijk deel landfront van Festung IJmuiden in
de Heerenduinen, achter de zeereep. De para-
militaire Organisation Todt was bij de aanleg
betrokken en o.a. mijn grootvader van vaders
kant, Kees Wolterman die werkloos was, was
hier gedwongen te werk gesteld.. Op sommige
hindernissen waren zeker in de jaren ’60 van
de vorige eeuw resten prikkeldraad aanwezig.
Landmijnen moesten na de oorlog door Duitse
krijgsgevangenen zelf worden opgeruimd on-
der bevel van Canadese, Britse én Nederland-
se soldaten.
(Foto: www.bunker.info.nl )
‘Oorlog is angst!’, leerde mijn moeder haar tien kinderen meermaals van jongsaf aan. Mijn vader is er zoals zo veel Nederlandse jongemannen na de bevrijding trots op geweest dat hij zijn militaire dienstplicht heeft moeten vervullen vanaf 1948, in zijn geval als foerier bij de Luchtmacht in een voor-malige kazerne te Weesp. Zijn uniform en bewapening deden nog Brits aan volgens enkele foto’s, evenals dat van zijn op zolder in een kist opgeborgen uitrusting van een vrijwillige bomverkenner van de Bescherming Bevolking (BB). Zodra de Tweede Wereldoorlog was beëindigd, was de Koude Oorlog aangevangen. Van de botsing tussen het imperialistische nationaal-socialis-me, het internationale communisme en het westerse, deels imperialistische kapitalisme was die tussen beide laatste overgebleven en uitgegroeid. Onze voormalige bondgenoten in de strijd tegen Hitler-Duitsland, de communis-tische Russen, zouden naar Nederland kunnen komen. Geschutskoepels van in de vorige oorlog geproduceerde Amerikaanse Sherman-tanks werden aan verdedigingslinies in oostelijke bossen en rivieroevers ingegraven….

Deze geschutskoepel met gerestaureerde loop is afkomstig van
een bij de bevrijding van Nederland ingezette Sherman Firefly-
tank die gebruikt is bij de bevrijding van Nederland. Na de
Tweede Wereldoorlog zijn veel Sherman-koepels gebruikt als
bunkergeschut dat o.m. onderdeel uitmaakte van de IJsselli-
nie, een verdedigingslinie tegen een eventueel Russisch offen-
sief die tot de Duitse intreding tot de NATO stand hield tijdens
de Koude Oorlog. Achter deze koepel bevindt zich een luik dat
toegang geeft naar de ingegraven bunker. Hij is te vinden aan
de kruising van Rijksstraatweg met Kletterstraat in Olst, gem.
Olst-Wijhe, Overijssel.
(https://www.tracesofwar.nl/sights/4503/Sherman-Koepel-Olst.htm)

Vader van de auteur, Henk Wolterman (1928-1978),
tijdens de eerste zes weken infanteristentraining in
de winter van 1948. Hij ging samen met een maat
uit IJmuiden dienen als fourier in een magazijn van
de Koninklijke Luchtmacht in Weesp. Zijn jonge
zonen vonden dit een intrigerende foto uit de
schoenendoos: zij kenden hun vader als een door-
gaans rustige, schuchtere, beleefde, taalgevoelige,
in diverse kennis geïnteresseerde, en ook humorvol-
le man.
(Foto uit familiebezit)
II, 2.
Interesse gewekt voor D-Day, 6 juni 1944
Vanaf het midden van de jaren ‘70 raakte ik gefascineerd door de Tweede Wereldoorlog. Tevoren had in het bijzonder de machtige geallieerde ‘in-vasie’ die strikt genomen geen invasie was, op D-Day, 6 juni 1944 in Nor-mandië, mijn jeugdige aandacht gehad. (Voor het misbruik van de term ‘invasie’ door de Duitsers zie G. Knopp, Hitlers Krieger, 64. De geallieerden arriveerden immers niet massaal om het door Duitsers werkelijk bezette Frankrijk te ‘bezetten’. Overigens bezigden ook de Geallieerden en bezette bevolkingen zelf de pejoratieve term regelmatig.) Mijn eerste kennismaking daarmee op tienjarige leeftijd was de A-merikaanse film The Longest Day (1962)) die in de stadsschouwburg-annex- bioscoop aan de Groeneweg in IJmuiden-Oost werd vertoond als De langste dag in 1964. De auteur kon natuurlijk toen niet bevroeden dat de zweefvlieg-tuigenlanding en Britse strijd bij de kanaalbrug van Bénouville daarin ooit onderwerpen van een langdurige, maar voor hem plezierige studie zouden worden.

Stadsschouwburg-annex-bioscoop aan de
Groeneweg in IJmuiden-Oost in de jaren
’60 van de vorige eeuw. Tegenwoordig
staat er een glazen gevel vóór. Coll.
Noord-Hollands Archief, Haarlem.
(https://www.pinterest.co.uk/pin/100134791702012072/)

Scène uit de film The Longest Day/De langste dag
(1962). Twee Duitse schildwachten op de kanaal-
brug van Bénouville houden een jongedame staan-
de die in de film een verzetsstrijdster blijkt te zijn.
Irina Demick speelde de rol. In werkelijkheid pen-
delden beide dienstdoende wachten apart van el-
kaar gedurig over de brug heen en weer, als opge-
dragen.

Scène uit de film The Longest Day/De langste dag
(1962). Overtocht van Compagnie D van majoor
John Howard naar de kanaalbrug van Bénouville.
De majoor wordt uiterst rechts verbeeld door de
Britse acteur Richard Todd die op D-Day er zelf
als parachutist van het 7e Parachutistenbataljon
had gevochten. In werkelijkheid zat de besnorde
(!) Howard op een andere zetel in zijn zweefvlieg-
tuig en droeg hij geen rode baret, maar een helm
tijdens die vlucht. Die kwam hem immers goed
van pas bij een harde crash-landing. Majoor How-
ard zelf vond zijn in deze film weergegeven karak-
ter ‘sentimental rubbish’. Hij beschouwde zijn his-
torische militaire optreden liever als zeer professio-
neel. Dat was het ontegenzeggelijk geweest. Tege-
lijkertijd had hij bekend dat hij bij het instappen
van zijn manschappen in de Horsa-zweefvliegtui-
gen op de avond vóór de nachtelijke actie in Nor-
mandië was ‘volgeschoten’…
(https://www.impd.org/index.php?title=The Longest Day/)

Scène uit de film ‘The Longest Day/De langste dag’
(1962). Een Horsa-zweefvliegtuig speciaal gebouwd
voor de film landt in de draadversperring bij de ka-
naalbrug van Bénouville in Normandië. De bijna ge-
lijktijdige verovering van de brug over de Orne bij
Ranville werd echter níet verfilmd.
(https://www.impd.org/index.php?title=The Longest Day/)
II, 3.
Bezoek aan D-Day-stranden van Normandië.
Het was deze verwachte massale geallieerde landing die de Duitse bun-kerbouw in IJmuiden, in het hele Nederlandse kustgebied in het leven had geroepen. In de zomers van 1997, 1998, 2000, 2002, 2004, 2013 en 2017 was ik, aanvankelijk vooral dankzij mijn meelevende vrouw Loes die de auto toen nog alleen kon besturen, op een comfortabele manier in staat Nor-mandië met zijn legendarische haagwallenlandschap (bocage), kustplaatsen en D-Day–stranden te bezoeken. Ik voelde tranen opwellen bij één bepaald Brits militair graf op het kleine kerkhof van het dorp Ranville. Die gesneu-velde militair was mij weliswaar volkomen onbekend, maar dát zou spoedig veranderen. Het eerste bezoek aan de dorpen Ranville en Bénouville in het departement Calvados te Normandië betekende de aanvang van de voorlig-gende studie. (Eén en ander werd vooral gestimuleerd door het lezen van een monografie van de hand van wijlen de Amerikaanse krijgshistoricus Stephen E. Ambrose, Pegasus Bridge. June 6 19442 (1985; First Touchstone Edition. New York, 1988).) Mijn voorlaatste studiebezoek aan Normandië in augustus 2013 betrof met name het verifiëren van de exacte landingsplaats van een Horsa-zweefvliegtuig bij de rivier de Dives tussen Varaville en Périers-en-Auge. De reizen naar de Calvados leverden menig interessant gesprek op met lokale bejaarde bewoners over de beleefde oorlogsperiode. Mijn laatste bezoek was in 2017 waarbij ik een rondleiding mocht geven bij de bruggen van Ranville en Bénouville aan al of niet jeugdige familieleden.

Moderne brug over een bocht van de rivier de Dives,
Calvados, Normandië tussen Varaville en Périers-en-
Auge. Op het oeverland achter de rietkraag rechts is
in de nacht van 5 op 6 juni 1944 één Brits Horsa-
zweefvliegtuig (Chalk 94) met als doel de brug over
de rivier de Orne bij het dorp Ranville verkeerd ge-
land. Bij de nog bestaande boerderij vooraan links
van de Dives (buiten beeld) heeft de auteur nieuwe
informatie hierover kunnen inwinnen.
(Eigen foto, augustus 2013)
II, 4.
De betekenis van de term D-Day
Regelmatig, maar feitelijk onjuist en inhoudelijk voorbarig, wordt de term D-Day nog altijd wel uitgelegd als een afkorting voor Decision Day, ‘Dag van de Beslissing’ waarbij men het regelmatig ook doet voorkomen alsof deze benaming was gereserveerd voor de omvangrijke geallieerde landing in Normandië. (In het voorlopige Report No.50, Historical Section (G.S.) Army Headquarters, Canadian Army (1952, gepubliceerd op het web) wordt zoiets sterk gesuggereerd:’Allied deception and security had been brilliant, German Intelligence had failed significally, last minute indications were not fully appreciated and there was no feeling that the 6th of June would be a day of decision.’ Zeker doet men dat in J.Dankers en J.Verheul, Bezet gebied dag in dag uit. Nederland en Nederlands-Indië in de Tweede Wereldoorlog. Een chronologisch overzicht (Prisma Pocket 2524. Utrecht/Antwerpen, 1985), 111; J. Schulten, De helden van D-Day, in: Erdol Erdogan e.a. (red. en samenst.), De Tweede Wereldoorlog. Met eigen ogen nr.27 (Waanders Uitgevers i.s.m. het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Zwolle, 1996), 636: ‘D-Day, Decision Day, was begonnen.’; recensent de Bruin in: de Volkskrant d.d. 5 juni 2004 in een artikel over de herdenking van die dag en, minder begrijpelijk, door Conny Kristel en Hinke Piersma, Ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog in meer dan honderd reportages (NIOD/Uitgeverij Bert Bakker. Amsterdam, 2005), 143 (in De president en D-Day):’De operatie had de naam D(ecision)-Day.’ en door historicus Guido Knopp, Hitlers Krieger (C.Bertelsmann Verlag. München, 1998), 64:’Am 6. Juni war ‘D-Day’, der Tag der Entscheidung, an dem das ‘Unternehmen Overlord’ begann.’ Ongetwijfeld had auteur Carlo d’Este dezelfde foute aanname in gedachten bij het bedenken voor een titel van zijn boek: Decision in Normandy (1983; 1994), hoewel hij geen uitleg bij zijn gebruik van de term D-Day vermeldde. Voor vele Fransen staat de D voor Débarquement, ‘ont-scheping’, een term die al enige tijd vóór D-Day voorkwam, b.v. in Caen, Normandië. (https://france3-regions.francetvinfo.fr/normandie/2014/04/27/le-debarquement-en-10-questions-quels-pays-ont-participe-la-coalition-alliee-459949.html; A.Beevor, D-Day, [116], noot; M.L. Roberts, D-Day Through French Eyes. Normandy 1944, 12; 14; 16; 21-22; cf. F.Leterreux en F.Veille, Histoires insolites du Débarquement (2014))
De hoofdletter D- is hier oorspronkelijk de militaire afkorting voor het Engelse woord day, ‘dag’. Dat wordt zo ook wel opgevat in de Nederlandse weergave Dag ‘D’, zo b.v. reeds in Dagblad voor Noord-Holland (Schager editie), Woensdag 19 april 1944, 1e pagina, 1e kolom (Publicatie op internet), en in de regelmatig gebezigde Franse weergave le Jour-J. De term wordt sinds 1918 in het Amerikaanse leger algemeen gebruikt voor ‘dag van de aanval’, zoals H-Hour of het ‘Uur-U’ ‘uur van de aanval’ beduidt. (D.Parry, D-Day: 6.6.44, [97]; http://www. Ddaymuseum.org/education/dday-education-factsheet-whatdoes.html; Richard L.Tobin, Invasion Journal, 51:’D Day. D Day stands for “The Day” -D for D. H for Hour and D for Day. A nice redundancy.’; http://www. go2war2.nl/artikel/1811/Aanval-op-de-Pegasus-Bridge.htm (definitielijst: D-Day; D.Brinkley en R.J.Drez, Voices of Valor, 6: ‘The expression “D-Day” was not coined for the Allied invasion. (..) It was first coined during the World War I, before the massive American attack on Saint Mihiel; the “D” was short for day.’ Vandaar dat het boek van de Amerikaanse oorlogscorrespondent John Gunther getiteld D Day (Harpers & Brothers. New York/London, 1944) en meer bepaald Hoofdstuk IV daarin onder de gelijknamige titel) níet handelt over de beroemde lan-ding van de geallieerden in Normandië, maar over hun bestorming van Si-cilië vanuit Noord-Afrika in de zomer van 1943 (Operatie ‘Husky’). Deze aanval had men nog moeilijker als ‘beslissend’ kunnen kwalificeren!
D-Day staat in onze studie echter voor de gedenkwaardige dinsdag 6 juni 1944, toen de eerste massale geallieerde landingen op de door de Duitsers bezette Normandische kust werden ingezet. Militair auteur Robert Kershaw betoogt trouwens in zijn boek D-Day. Piercing the Atlantic Wall (1993) dat D-Day niet één dag besloeg, maar feitelijk de tien dagen behelsde die voor de definitieve vestiging van het geallieerde bruggenhoofd in Normandië nodig waren.